Een gebrek aan justitie

HANS BROCKMANS

HET PARKET HEEFT besloten dat het niemand strafrechtelijk vervolgt in de Fortis-zaak. Dat roept verontwaardiging op bij de publieke opinie. Het gerecht wordt verweten dat het zich schuldig maakt aan klassenjustitie. De waarheid is complexer.

Het is niet duidelijk of Fortis en de bestuurders van de bank wisten of hadden moeten weten wat de ware aard van de subprimekredieten was. De toezichthouder en de bedrijfsrevisor hadden daarvoor niet gewaarschuwd. Ook buitenlandse banken kwamen door die rommelkredieten in moeilijkheden, zonder dat ze werden veroordeeld.

Het parket besliste dat de schadevergoeding voor de gedupeerde beleggers belangrijker is dan een veroordeling van Fortis en zijn gewezen bestuurders. Het Nederlandse gerecht keurde in september de schikking goed tussen de gedupeerden en Ageas, de rechtsopvolger van Fortis. Recht is daarmee geschied, meent het parket. Omdat het helemaal niet voorspelbaar is of de betrokkenen worden veroordeeld, laat staan of dat op tijd kan gebeuren, wordt het dossier afgesloten. Er zijn andere katten te geselen.

Die houding is verdedigbaar. Maar er blijft een groot vraagteken hangen boven het dossier-Fortis. Is er fraude gepleegd? Het gerecht laat dat in het midden. Dat had kunnen worden vermeden. Er is een probleem met de structuur van Justitie. De zaak-Fortis was te groot voor een lokaal parket. Dat soort dossiers moet centraal worden behandeld door zeer gespecialiseerde magistraten.

Dat vergt investeringen. Maar er werd stevig gesnoeid in het personeel. De voortdurende bijsturing van het statuut zaait onrust. Ook de ondersteuning van de magistratuur loopt mank. De digitalisering van Justitie werd nooit tot een goed einde gebracht. Laat het Fortis-dossier dus een signaal zijn voor de volgende regering: een permanente desinvestering in Justitie tast een kerntaak van de overheid aan. En daar komen ongelukken van.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content