De zon schijnt, repareer het dak

Jasper Vekeman

DE BELGISCHE economie heeft vorig jaar vriend en vijand verrast. Net zoals elders in de eurozone was de groei veel sterker dan verwacht. Deels trekt ons land zich op aan de sterke omgeving. Maar Jan Smets, de gouverneur van de Nationale Bank, laat niet na ook de regering-Michel een compliment te maken voor de sterke banencreatie. De regering geeft zichzelf zo een onverwacht cadeau. Meer banen betekenen hogere opbrengsten, wat zich vertaalt in een halvering van het begrotingstekort.

Ook het Internationaal Monetair Fonds (IMF) kwam net voor de Kerst met bloemen zwaaien. Tegelijk waarschuwde de instelling dat het werk nog lang niet af is. Het IMF pleit onder meer voor een verdere hervorming van de fiscaliteit, een efficiëntere overheid en meer investeringen. Smets breekt daarenboven een lans voor een flexibelere economie, waar zombiebedrijven sneller de schop opgaan en werknemers beter begeleid worden om over te schakelen naar een andere baan.

De aanbevelingen ogen heel divers, maar over één punt is er consensus: het is nu het moment om het te doen. Dat belooft niet gemakkelijk te worden. België staat voor twee verkiezingsjaren. En in Europa, waar hervormingen zich evenzeer opdringen, begint de hoop op een daadkrachtige Duits-Franse tandem stilaan te vervagen.

Zowel in België als in de rest van Europa is er een conjuncturele opleving. Die is per definitie tijdelijk. Die wetenschap moet aanzetten tot dadendrang bij de politici. Maar ook de man in de straat, die straks naar de stembus trekt, moet begrijpen dat het nu een goed moment is om moeilijke keuzes te maken. Anders blikken we over enkele jaren terug op 2018 zoals we vandaag naar het begin van deze eeuw kijken: we hadden een gouden kans, maar we hebben ze laten liggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content