De tijd dringt

THERESA MAY De Britse premier moet het hoofd bieden aan de voorstanders van een harde brexit. © REU

De Belgische bedrijven lijken niet goed te weten hoe ze moeten reageren op de brexit, die op 29 maart 2019 ingaat. Maar als ze zich willen voorbereiden op een mislukking van de onderhandelingen tussen Londen en Europa, dan moeten ze begin volgend jaar in actie komen.

In de afgelopen maanden plaatsten bedrijven 15 à 20 procent meer bestellingen.” Mike Mills, adviseur bij KPMG, vat de situatie van de Britse bedrijven samen als “een totale onzekerheid waardoor bedrijven zich zo goed mogelijk indekken en hun opslagplaatsen vullen als buffer tegen de chaos na het vertrek uit de Europese Unie”.

De Britten zijn niet de enigen die zich zorgen maken. “Het is moeilijk te zeggen wat de impact van de brexit op de Belgische bedrijven zal zijn”, zegt Olivier Joris, verantwoordelijke Europa & Internationaal bij het VBO. “Er zijn zo veel onzekerheden. We maken ons zorgen.”

Een verdeeld Verenigd Koninkrijk

De Britse economie begint de pijn van de brexit flink te voelen. De groei ligt een stuk lager dan verwacht. Een paar maanden geleden gingen de Britten er nog van uit dat hun bbp met 2 procent zou toenemen, maar dat zal slechts 1,5 procent zijn. En naar alle verwachting zal de groei zwak blijven: 1,4 procent volgend jaar, 1,3 procent in 2019 en 1,5 procent in 2021.

In deze moeilijke economische tijden biedt de politiek een warrige aanblik. Premier Theresa May, die haar onderhandelingspositie ten opzichte van Europa en haar positie in haar regering wilde verstevigen, is niet in haar opzet geslaagd. Na de vervroegde verkiezingen in juni is ze de volstrekte meerderheid in het parlement verloren. Sindsdien moet May het hoofd bieden aan de voorstanders van een harde brexit, die willen dat de Britten uit de interne markt stappen.

De Britse onderhandelaars hebben de grootste moeite bij de onderhandelingen met Brussel duidelijke standpunten voor te leggen. Onlangs zijn er twee tegenstrijdige elementen bij gekomen. Ten eerste is Londen bereid de portemonnee wat meer te openen. De Britse regering zou Europa 40 miljard euro willen betalen voor de uittrede. De eerste Britse voorstellen kwamen niet verder dan 20 miljard. Maar de Europese Commissie wil nog altijd 60 miljard. Daarnaast maakt Londen 3 miljard pond extra vrij om de administratieve kosten van de brexit te dekken. Die beslissing wijst erop dat het land rekening houdt met de mogelijkheid dat er geen akkoord komt. Politiek en sociaal blijft die kwestie het Verenigd Koninkrijk verdelen.

Drie onbeantwoorde vragen

De Europese onderhandelaar Michel Barnier begint intussen zijn geduld te verliezen. De positie van Europa is glashelder: het onderhandelt met Londen niet over een nieuw handelsverdrag zolang de voorwaarden voor de echtscheiding niet zijn vastgelegd. Beide partijen moeten daarvoor eerst een akkoord bereiken over drie fundamentele punten: de hoogte van de factuur, het lot van de EU-onderdanen in het Verenigd Koninkrijk en de kwestie van de grens tussen Ierland en Noord-Ierland.

Over het bedrag van de factuur zouden ze het eens kunnen worden. Maar zover is het nog niet. Michel Barnier wacht nog altijd op een beter voorstel van Theresa May.

De kwestie van de Ierse grens ligt heel gevoelig. Het Verenigd Koninkrijk is de grootste handelspartner van Ierland, met een handelsstroom tussen beide landen van circa 65 miljard euro. Als de grens met het Verenigd Koninkrijk een harde grens zou worden, dan zouden die handelsbetrekkingen veel moeizamer verlopen.

Tot slot is er de kwestie van de Europese expats in het Verenigd Koninkrijk. Die dreigen rechten te verliezen. Het onderwerp is een paar maanden geleden aangekaart door de brexitgroep onder leiding van graaf Paul Buysse. “De brexit zou geen invloed hebben op de arbeidsovereenkomsten van de huidige expats, aldus de experts. Maar het sociale statuut van de loontrekkende expat kan wel wijzigen. Wanneer het Verenigd Koninkrijk de EU verlaat, dreigen de EU-burgers die in het Verenigd Koninkrijk het statuut van expat hebben, hun statuut van ‘gedetacheerde werknemer’ te verliezen en niet meer te genieten van de speciale dekking voor de toegang tot medische verzorging in de Britse ziekenhuizen. Ook hun pensioenregeling zou worden gewijzigd.”

Mogelijke scenario’s

Laten we er even van uitgaan dat die kwesties worden opgelost. Hoe kunnen de betrekkingen tussen Londen en de Europese Unie er dan uitzien?

Er zijn vier scenario’s. In het ‘zachtste’ scenario knoopt het Verenigd Koninkrijk nauwe banden aan met de Unie volgens het Noorse model. In het ‘hardste’ komt er geen akkoord en vallen de betrekkingen tussen Europa en de Britten onder de regels van de Wereldhandelsorganisatie. Daartussenin bevinden zich het Canadese en het Zwitserse model.

Volgens het Noorse model zijn de rechten en de plichten van een land vergelijkbaar met die van een lidstaat van de EU. Noorwegen heeft toegang tot de eenheidsmarkt, maar exporteurs en importeurs moeten wel douaneformaliteiten vervullen. Bedrijven die diensten verlenen, hebben een Europees paspoort. Een bank die in Noorwegen een vergunning krijgt, zal automatisch een vergunning krijgen van de Europese autoriteiten. En vice versa.

Aan de andere kant van het spectrum zijn er de regels van de Wereldhandelsorganisatie. In dat geval komen er

10 procent douanerechten op de invoer van auto’s, 8 à 12 procent op textiel en 9,5 procent op dranken.

Voorbereiden

De inwerkingtreding van de WHO-tarieven zou een ramp zijn. “In dat scenario zou het kostenplaatje voor België meer dan 2,2 miljard euro bedragen”, onderstreept Olivier Joris. “1,6 miljard bijkomende douanekosten voor de uitvoer van België naar het Verenigd Koninkrijk en 0,6 miljard voor de invoer van het Verenigd Koninkrijk uit België.”

Hoe kun je je voorbereiden op zo’n situatie? Het VBO en andere Europese ondernemersorganisaties pleiten ervoor de huidige regels tijdelijk te handhaven wanneer de brexit in werking treedt. “Want de onderhandelingen over de echtscheiding en een nieuw handelsakkoord zullen tijd kosten. Het akkoord met Canada was pas na zeven of acht jaar rond”, zegt Olivier Joris.

De tijd dringt dus. Vooral omdat bedrijven zich niet van de ene dag op de andere kunnen voorbereiden op een mislukking van de handelsbesprekingen. “De implementatie van nieuwe strategieën neemt doorgaans een jaar in beslag. De uiterste deadline voor de bedrijven is daarom niet 29 maart 2019, maar het begin van volgend jaar”, besluit Olivier Joris.

Pierre-Henri Thomas

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content