De lessen van Henry Ford

Stijn Fockedey

ZOWEL FEDERAAL minister Alexander De Croo (Open Vld) als Vlaams minister Philippe Muyters (N-VA) maakt een prioriteit van artificiële intelligentie. Terecht, die trein missen is een garantie voor collectieve verarming. België moet compromissen maken door zijn beperkte budget en thuismarkt, maar niet voor de ambitie.

Deze periode lijkt op de introductie van elektriciteit eind 19de eeuw. Toen vochten industriële spelers over wie de fabrieken en de huizen mocht elektrificeren en tegelijk leerden sectoren en huishoudens anders te werken en te leven. Nu krijgen de meest uiteenlopende processen een scheut AI, terwijl techreuzen zoals Amazon, Alibaba, Microsoft en Google de diensten en de infrastructuur voor artificiële intelligentie willen domineren.

Machine learning en andere technieken in AI zijn voldoende robuust geworden om het laboratorium te verlaten, de mogelijkheden zijn bijna eindeloos. Wie vroeg inzet op een technologische shift, heeft meer kans bij de winnaars te zijn. Het succes van Pittsburgh en Carnegie Mellon University als mekka voor talent in artificiële intelligentie, zijn daar een mooie illustratie van.

Tegelijk moeten Belgische bedrijven zich ervan bewust zijn dat artificiële intelligentie slechts een middel is. De mate van succes hangt af van durf en visie. “Mocht ik aan mensen vragen wat ze willen, dan zouden ze een sneller paard vragen”, is een legendarisch citaat van de auto-industrieel Henry Ford. Een Belgisch bedrijf dat artificiële intelligentie louter ziet als een technologie om te automatiseren en banen te schrappen, zal een zware prijs betalen voor die conservatieve instelling. Ergens zal een concurrent die fout niet maken en zoals Henry Ford zijn sector transformeren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content