‘De Buurtpolitie is geen tuinhuis’

DE BUURTPOLITIE "We proberen voor een laag budget toch kwaliteit te leveren." © .
Sjoukje Smedts  medewerker van Trends

De budgetten liggen lager, het aantal draaidagen ook. Toch bereiken de serie en de films van De buurtpolitie een onverwacht groot aantal – vooral jonge – kijkers. Ook de strip heeft een opmerkelijk succes. “Buurtpatrouilles maken zaken mee die gewone mensen herkennen.”

Vertaal het recept van De buurtpolitie naar een andere sector en je krijgt ongeveer dit: minder mensen, minder centen, meer return. “Goh, zo heb ik het nog nooit gehoord”, reageert Kris Spaepen, de managing director van het productiehuis Zodiak Belgium.

“Kan pakweg een aannemer iets leren van de manier waarop wij een televisieprogramma produceren? We proberen voor een laag budget toch kwaliteit te leveren, maar De buurtpolitie is ook geen fictie voor een zondagavond op één, hè. Dat verschil zal een aannemer ook wel kennen. Die kan ook zowel een villa als een tuinhuis zetten. Waarmee ik voor alle duidelijkheid niet wil zeggen dat De buurtpolitie een tuinhuis is” ( lacht).

Het is fijn dat het programma een grote jonge fanbase heeft, maar dat was niet per se de bedoeling

Wat is het dan wel? Scripted reality, zoals dat in het jargon heet. Het team achter De buurtpolitie zoekt sinds de start van de serie in 2014 onder meer in kranten naar waargebeurde verhalen die de basis voor de scenario’s kunnen vormen. Die worden gespeeld door acteurs die liever niet als amateurs worden omschreven, maar lang niet allemaal op een lange professionele acteercarrière kunnen bogen.

Zo wordt het populaire personage inspecteur Koen Baetens gespeeld door Andy Peelman, die ook in het echte leven bij de politie werkt. De scènes die hij en zijn collega’s inblikken, worden verwerkt tot afleveringen van een halfuur, die de vooravond van vtm mee op gang moeten trekken richting het nieuws.

Vijfhonderdste aflevering

Als u kinderen hebt, is de kans groot dat u dat allemaal weet. Nadat een eerdere scripted-realityreeks, De kliniek, weinig succes had geoogst in hetzelfde tijdslot op vtm, maakte Zodiak Belgium eerst voorzichtig vijftig afleveringen van De buurtpolitie. Ondertussen gaat de vijfhonderdste aflevering op antenne.

De reeks houdt op weekdagen zo’n half miljoen Vlamingen aan de buis gekluisterd. Velen van hen zijn kinderen en jongeren. Bij kijkers van 18 tot 54 jaar haalt de serie een marktaandeel van 40,6 procent, bij kijkers tussen 4 en 14 jaar is dat 34 procent. Ondertussen kwam er daarom ook een spin-off voor kinderen op vtmKzoom.

'De Buurtpolitie is geen tuinhuis'

Probeer De buurtpolitie te vertalen naar een ander product en je komt dus uit bij K3, de meidengroep van Studio 100 die zich oorspronkelijk ook tot een volwassen publiek richtte. “Het is fijn dat het programma een grote jonge fanbase heeft, maar dat was inderdaad niet per se de bedoeling”, vertelt Spaepen.

“We zochten ook niet bewust naar hét gat in de markt. Bij de lancering van de eerste reeks wilde vtm vooral wat marktaandeel winnen in het tijdslot voor het nieuws. Het draaide zo uit dat het concept aanslaat bij jonge mensen. Dus kan de politie binnen dit en een paar jaar misschien op een paar verse rekruten rekenen.”

FC De Kampioenen

Maar niet alleen de politie kan haar voordeel doen met het succes van de vtm-serie. K3 deed al voor hoe een merk dat aanslaat bij kinderen kan worden ingezet om een heleboel nevenproducten op de markt te brengen. Met de lancering van een stripreeks lijkt het alsof de makers van De buurtpolitie daar ook een eerste stap in zetten. Ze klopten zelf aan bij Standaard Uitgeverij, omdat ze het gevoel hadden dat hun sterke merk ook in stripvorm kon aanslaan.

“We worden wel vaker benaderd door televisiemakers, maar we gaan niet altijd in op hun vraag”, zegt Toon Horsten, uitgever strips bij Standaard Uitgeverij. “Het blijft altijd een risico, maar deze keer hadden we het gevoel dat in het format van De buurtpolitie voldoende zaken zaten waar ook wij iets mee konden.” Dus bracht Standaard Uitgeverij eind vorig jaar De roze olifant uit, het eerste stripalbum van De buurtpolitie, getekend door Nix. Het album ging al twee keer in herdruk en er werden meer dan 45.000 exemplaren van verkocht. De tweede strip, Mister Moustache, is in productie en komt uit in mei. De derde volgt na de zomer.

“Wij beslisten wel meteen ons op een jonge doelgroep te richten, we geloven dat daar het grootste publiek zit”, vult Horsten aan. Ook de herkenbaarheid van De buurtpolitie is volgens hem een onderdeel van het succesrecept. Je kunt het volgens hem vergelijken met dat van FC De Kampioenen.

“Een voetbalploeg staat dicht bij de mensen. Wat in de maatschappij leeft, kun je laten samenkomen in een voetbalkantine. Buurtpatrouilles maken ook zaken mee die gewone mensen herkennen. Het is dus niet vreemd dat de verkoopcijfers van de strips van FC De Kampioenen en De buurtpolitie dicht bij elkaar liggen.”

Staat daarmee de deur open voor een heleboel andere afgeleide producten van De buurtpolitie? Een musical? Brooddozen? Carnavalkostuums? “Toch niet”, verzekert Spaepen. “Een stripalbum is een leuke afgeleide, omdat we daarin verhalen kunnen vertellen die te moeilijk of onbetaalbaar zijn om te filmen. Op die manier kunnen we ons merk verrijken. Verder moeten we toch heel voorzichtig omspringen met afgeleiden”, vindt hij. “Je moet dus geen wildgroei aan producten verwachten. En een musical? Zeker niet ( lacht). We focussen nu liever op de reeks, de stripverhalen en de films.”

DE FILM
DE FILM “Lowbudgetfilms hebben hun bestaansrecht. Punt.”

Zwaar in het rood

De tweede film van De buurtpolitie, De tunnel, kwam vorige week in de zalen en de verwachtingen zijn hooggespannen. De eerste film, De grote geldroof, was in 2016 de op één na meest bekeken film in de zalen. Alleen De premier van regisseur Erik Van Looy trok dat jaar meer kijkers.

Terwijl de film in nauwelijks acht dagen werd gedraaid en op dezelfde manier als de serie in elkaar werd gebokst. Zo zijn er nauwelijks decors gebruikt, maar werd op straat en op privédomeinen gefilmd, en kregen de acteurs microfoontjes opgespeld in plaats van dure geluidsapparatuur te gebruiken. De tunnel werd ingeblikt in elf draaidagen.

Je moet geen wildgroei aan producten verwachten. En een musical? Zeker niet

Spaepen vindt het logisch dat de ploeg op dezelfde manier werkt als voor het maken van de serie. “Die ploeg is succesvol, dus hebben we de mensen die erin meedraaien gevraagd of ze geïnteresseerd waren ook een bioscoopfilm te maken. Zie het een beetje als een incentive.

Daarom zijn we niet op zoek gegaan naar mensen die gespecialiseerd zijn in bioscoopfilms, wat veel andere producties wel doen, en in hun geval vaak terecht.” De jonge bezoekers van De buurtpolitie-films blijken zich niet te storen aan de lowbudgetopzet. Mogelijk omdat zij gewend zijn vaak naar YouTube-filmpjes te kijken.

“We wilden ook in hetzelfde tempo blijven werken, omdat het nodig was kostenefficiënt te zijn”, vult Spaepen aan. “Films maken is een heel risicovolle investering. Of je in Vlaanderen succesvol bent, is nooit zeker. Hadden we onze film gemaakt met de budgetten van de films van FC De Kampioenen, dan stonden we na de vorige film nog zwaar in het rood.

Bijna 160.000 bezoekers leveren niet voldoende geld op om te verdienen aan een dure film, als je er geen steun voor krijgt van bijvoorbeeld het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) of Screen Flanders.”

Toch vroeg Zodiak Belgium geen steun aan. “De makers van FC De Kampioenen doen dat ook niet, Studio 100 ook niet. Dat soort commerciële producten komt daar hoe dan ook niet voor in aanmerking”, weet Spaepen. “De commissies gaan ervan uit dat die geen extra financieel duwtje in de rug nodig hebben. In principe hebben ze gelijk, al zou je Patser, de nieuwe prent van Adil El Arbi en Bilall Fallah, ook een commerciële film kunnen noemen. Maar je moet ergens de lijn trekken.”

Al deelt niet iedereen Spaepens financiële analyse en de keuze om ook een bioscoopfilm met een klein budget te draaien. Dat het stielbederf is, zou af en toe te horen zijn. “Ik begrijp dat eerlijk gezegd niet zo goed”, antwoordt Spaepen.

“We zetten De buurtpolitie ook in de markt als een lowbudgetfilm. Wie wel grote producties maakt, hoeft zich dus niet getroffen te voelen. Het zijn gewoon twee verschillende dingen.”

Spaepen geeft het voorbeeld van The Blair Witch Project, een Amerikaanse film uit 1999 die met een extreem beperkt budget werd gedraaid en vele miljoenen bezoekers naar de bioscoop lokte.

“Het was toen een heel bewuste keuze om bijvoorbeeld met kleine camera’s te werken en vooral in te zetten op spanning. Toen de film door het dak ging, heb ik geen Steven Spielberg of Martin Scorsese horen zeggen dat het om stielbederf ging. Zulke films hebben dus hun bestaansrecht. Punt. En als we dan toch vrank en vrij mogen zijn: de grote filmmakers zullen zich ook moeten herbronnen om ervoor te zorgen dat hun werk rendabel blijft. Het is algemeen bekend dat de filmsector het moeilijk heeft door de Netflixen van deze wereld.”

DE STRIP
DE STRIP “We geloven dat bij jongeren het grootste publiek zit.”

Geheim recept

Spaepen merkt het bij zijn dochter. Terwijl hij nog niet zo lang geleden alleen naar lokale films en programma’s keek, kijkt zij evengoed naar internationale producties. Niet dat hij er bang van wordt. “Mensen zullen altijd programma’s zoeken. Alleen de manier en de platformen waarop ze die bekijken, veranderen”, stelt hij.

Het zou een kans kunnen zijn om het format van De buurtpolitie ook internationaal te verkopen, maar dat blijkt voorlopig niet zo eenvoudig. Het productiehuis Zodiak Belgium maakt nochtans deel uit van de internationale Banijay Group, die in 27 landen actief is.

“In de groep wordt heel aandachtig naar de reeks gekeken, maar het loopt internationaal toch niet storm voor De buurtpolitie. In Nederland wordt de Vlaamse versie binnenkort uitgezonden op SBS 9 en in Denemarken was er een eenmalige remake van een seizoen. Een aantal zenders uit andere landen onderzoekt nog of De buurtpolitie iets voor hen is, maar het blijft toch vrij stil”, aldus Spaepen. “Ach, het is niet omdat een programma lokaal goed scoort, dat het automatisch een internationale hit wordt. Er zijn grote verschillen op de tv-markt. In Frankrijk en Italië bijvoorbeeld worden heel andere accenten gelegd dan in Scandinavië. Maar ook in hetzelfde land kun je een format niet zomaar opvissen en aanpassen om het op een andere zender even succesvol te maken.”

Dat beseffen de Belgische zenders volgens Spaepen gelukkig ook. “Na het succes van The Voice zag je op de televisiebeurzen elvendertig afkooksels van het format. Ik heb er gezien waarin hele tribunes omdraaien, maar er waren er toch maar weinig die het tegen The Voice konden opnemen. Je kunt zoiets niet zomaar kopiëren, want wat is precies de succesfactor van The Voice? Is het de draaiende stoel? Is het het onverwachte?” vraagt Spaepen zich af. “De mensen die voor televisiezenders werken, zijn dus slim genoeg om te weten dat je ook het idee achter De buurtpolitie niet zomaar op een ander programma of een andere zender kunt toepassen om daarmee te scoren. Het berust niet op een geheim recept.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content