De angst voor de vierde telecomoperator

MOBIELE OPERATOR De oprichting van een volledig nieuw netwerk is duur. © GET

De beslissing van de federale regering om een vierde operator toe te laten op de Belgische markt veroorzaakt opschudding in de telecomsector. Over de geloofwaardigheid ervan en het belang voor de consument valt te discussiëren.

Minister van Telecom Alexander De Croo (Open Vld) wil profiteren van de veiling van mobiele licenties om een nieuwe operator aan te trekken. De federale regering schaarde zich tijdens het voorbije begrotingsoverleg achter dat voorstel. Toen De Croo zijn voornemen vorige maand bekendmaakte, kelderde de beurskoers van de drie grote operatoren van ons land: Proximus, Orange en Telenet. De minister verzekert dat buitenlandse spelers belangstelling hebben (zie kader). Het BIPT, de toezichthouder van de Belgische telecom, bevestigde dat een operator interesse heeft getoond.

Een realistisch scenario?

Het is niet verwonderlijk dat een buitenlandse operator een uitbreiding in het buitenland bekijkt. Maar dat wil nog niet zeggen dat hij echt naar België komt. Eerdere kansen zijn niet benut. In 2011 legden de kabelexploitanten Voo en Telenet 71 miljoen euro op tafel voor een mobiele licentie. Drie jaar later kondigden ze aan dat ze er geen gebruik van zouden maken. Sindsdien heeft Telenet Base opgekocht en heeft Voo overeenkomsten afgesloten met Orange en Telenet om zijn mobiele oplossing aan te bieden. In 2012 heeft het Chinese bedrijf Datang een licentie te pakken gekregen, maar die zal nooit leiden tot de oprichting van een vierde netwerk.

Voor een mobiele operator die de Belgische markt wil betreden, is het moeilijk die stap rendabel te maken. Er zijn niet alleen de kosten voor de aankoop van de licenties, ook de oprichting van een mobiel netwerk is complex. Het is niet altijd gemakkelijk een antennevergunning te krijgen. Vooral niet in dichtbevolkte gebieden zoals Brussel, waar de stralingsnormen bovendien heel streng zijn.

Tot slot kosten de technische middelen en de mankracht voor de oprichting van een volledig nieuw netwerk veel geld. Ook het onderhoud is duur. In 2017 heeft Orange België 142 miljoen euro in zijn mobiele netwerk geïnvesteerd. “Een nieuwkomer moet bereid zijn aanzienlijk te investeren. En het rendement van zo’n project is zeer onzeker”, zegt Stefaan Genoe, telecomanalist bij Degroof Petercam.

Wie heeft interesse?

De naam die het vaakst genoemd wordt, is Free. De operator van ondernemer Xavier Niel wist de prijzen op de Franse mobiele markt naar beneden te halen. De groep Iliad, de eigenaar van het merk Free, heeft zich onlangs in Italië als vierde mobiele operator gelanceerd. Haar goedkoopste tarief om te bellen en onbeperkt te sms’en is 5,99 euro. Bovendien krijg de klant er 30 gigabyte data bij. Free is er begonnen met de installatie van zijn antennenetwerk en heeft overeenkomsten afgesloten met de plaatselijke operatoren voor de niet-gedekte zones. In 2017 heeft de groep daarvoor 300 miljoen euro geïnvesteerd. Zou Niel in België ook zo’n doorbraak kunnen forceren? Hij weigert commentaar te geven. Tijdens een gesprek met ons zusterblad Trends-Tendances in 2013 vond hij dat de licenties van de Belgische overheid te “restrictief” waren en dat het “zeer moeilijk” was nieuwe antennes in België te installeren. Hij gaf de voorkeur aan een andere mogelijkheid: de overname van een plaatselijke operator. Hij had zijn oog laten vallen op Base, maar uiteindelijk heeft de kabelexploitant Telenet dat dossier in de wacht gesleept.

Een nieuwe speler zal de bestaande operatoren dwingen op hun kosten te besparen, en dan vooral op hun personeelskosten.

Xavier Niel zou zich aan de ontwikkeling van een nieuw mobiel netwerk kunnen wagen. Maar de Belgische markt is klein en complex. En Free heeft wel wat beters te doen op de Franse markt, waar de operator abonnees op zijn vaste lijnen verliest en waar zijn beurskoers instort.

Welke impact op de markt?

Minister De Croo rekent erop dat meer concurrentie zal leiden tot agressievere aanbiedingen van de nieuwe speler, een tegenaanval van de aanwezige operatoren en uiteindelijk een globale daling van de prijzen. Maar niet alle kenners zijn het daarmee eens. Volgens Proximus bestaat er een reëel risico op “marktverstoring” als de overheid de komst van een nieuwe toetreder bevordert. De traditionele operator heeft het over banenverlies om de overheid op andere gedachten te brengen.

Er zijn nog andere argumenten voor de stelling dat de komst van een vierde speler niet noodzakelijk een voordeel voor de consumenten is. Op de mobiele markt dalen de inkomsten van de operatoren al vijf jaar, van 4 miljard euro in 2012 tot 3,6 miljard euro in 2017, volgens het BIPT. Een prijzenoorlog door de komst van een nieuwe speler zou die daling alleen maar versterken. Volgens Nicolas Cote-Colisson, telecomanalist bij HSBC, zouden de mobiele inkomsten tegen 2025 nog eens met 5 procent afnemen als er een vierde operator bij komt, vergeleken met 1 procent als de situatie blijft zoals ze is.

Een nieuwe speler zou de operatoren dus dwingen een almaar kleiner wordende koek onder elkaar te verdelen. Met als onvermijdelijk resultaat dat ze moeten besparen op hun kosten, en dan vooral op hun personeelskosten. De kans bestaat ook dat ze minder investeren in de verbetering en het onderhoud van hun netwerk. En dat terwijl, volgens het rapport van HSBC, die investeringen de beste garantie zijn dat er innoverende producten verschijnen die de concurrentie stimuleren en de prijzen doen dalen.

Test-Aankoop heeft gemengde gevoelens over de impact van een vierde operator op de consument. “We zijn een voorstander van maatregelen die een positieve invloed kunnen hebben op de prijzen”, zegt David Wiame, telecomspecialist bij Test-Aankoop. “Het is duidelijk dat een vierde operator voor meer concurrentie zou zorgen. Dat is een goede zaak. Maar het biedt geen oplossing voor het werkelijke probleem van de Belgische telecombedrijven: de hoogte van de prijzen voor vaste telefonie.” Er is een forse concurrentie op de mobiele markt. Maar de markt van de vaste lijnen is nog altijd het exclusieve domein van het duopolie van Proximus en de kabelexploitanten (Voo-Telenet). Geen enkele regulering is er al in geslaagd die te ontsluiten. Daarop zouden alle inspanningen moeten worden gericht.

Een nieuwkomer moet bereid zijn aanzienlijk te investeren. En het rendement van zo’n project is zeer onzeker” – Stefaan Genoe, Degroof Petercam

ALEXANDER DE CROO
ALEXANDER DE CROO “De prijzen liggen lager op markten met vier operatoren.”© F. VERDICKT

‘Zes jaar intensieve concurrentie zou al mooi zijn’

Waarom bent u voor de komst van een vierde operator?

ALEXANDER DE CROO. “Er is te weinig concurrentie op de Belgische telecommunicatiemarkt. Ik heb al maatregelen genomen zoals Easy Switch, die het gemakkelijker maakt om van operator te veranderen, of de introductie van tariefvergelijkers. We hebben de mogelijkheid een vierde mobiele licentie te veilen. We moeten die kans grijpen.”

Is dat een garantie voor een daling van de prijzen?

DE CROO. “De prijzen liggen lager op markten met vier operatoren. Bovendien is het mobiele dataverbruik daar een stuk hoger. Momenteel ligt dat in België zeer laag, omdat de tariefplannen te beperkt en te duur zijn.”

De oprichting van een mobiel netwerk vergt aanzienlijke investeringen. Is de komst van een nieuwe operator wel geloofwaardig?

DE CROO. “De markt is vrij. Het is aan de spelers om zulke beslissingen te nemen. Als het niet rendabel is, zullen ze het niet doen. Maar ik stel vast dat de telecommunicatiemarkt in België rendabel is en dat de consumenten veel betalen vergeleken met andere landen.”

In Frankrijk willen de operatoren terug naar een markt met drie spelers omdat de rentabiliteit te laag is.

DE CROO. “Ten eerste is het niet zeker dat de Europese Commissie dat zal accepteren. Daarnaast heeft Frankrijk, met de komst van Free zes jaar lang een intensieve concurrentie gekend. Dat is positief geweest voor de consument. Het zou al mooi zijn als we zo’n periode in België konden beleven.”

3,6 miljard

euro bedroegen de inkomsten van de Belgische operatoren op de mobiele markt in 2017, tegenover nog 4 miljard in 2012.

5 procent

is het percentage waarmee de inkomsten van de Belgische operatoren kan achteruitgaan als er een vierde speler bij komt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content