Buitenlands kapitaal is normaal

JOZEF VANGELDER

HET IS ALTIJD moeilijk afstand doen van de beste paarden in de stal. De discussie over de Franse overname van het Gentse biotechbedrijf Ablynx is nog maar net gaan liggen, of de Zaventemse vliegtuigonderdelenproducent Asco wordt eigendom van een Amerikaanse groep. Soms lijkt ons landje wel een marktkraam voor bedrijven.

Vlaanderen is geen kolonie van het buitenlands kapitaal, blijkt uit een analyse van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie. Van de ruim half miljoen btw-plichtige ondernemingen staan er welgeteld 4111 onder buitenlandse controle, of een petieterige 0,8 procent.

Maar die 0,8 procent zorgt wel voor een derde van de toegevoegde waarde in de privésector. In de industrie is dat zelfs meer dan de helft, in de hoogtechnologische industrie nagenoeg alles. Dat is niet echt een geruststellende gedachte. Toegevoegde waarde is de bron van welvaart. Ze wordt gebruikt om werknemers te betalen en investeringen te financieren, maar ook om aandeelhouders te vergoeden, in dit geval buitenlandse aandeelhouders. En die kunnen hun prioriteiten altijd veranderen.

De Antwerpse petrochemiecluster verplaats je niet van vandaag op morgen, de Gentse biotechcluster evenmin. Maar dat zegt niets over de toekomst. Buitenlandse investeringen moet je blijven verdienen. Shoppingcentra neerpoten kunnen we zelf. In de hoogwaardige industrie moeten we knokken voor ons plaatsje in de wereld.

Willen we onze welvaart houden, dan kunnen we niet zonder buitenlands kapitaal. Dat is geen schande. In een globaliserende economie is het zelfs normaal. Maar het steekt toch een beetje.

Lees ook blz. 6

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content