‘België blijft belangrijk’

NAÏM ABOU-JAOUDÉ "Onze langetermijnvisie geeft stabiliteit aan onze teams."

De activa van de Belgische vermogensbeheerder Candriam zijn de voorbije vijf jaar gegroeid met meer dan 80 procent. Tegen 2021 moeten die nog eens met een kwart toenemen, zegt CEO Naïm Abou-Jaoudé.

Naïm Abou-Jaoudé staat sinds 2007 aan het roer bij Candriam Investors Group, die begin 2014 werd overgenomen door het Amerikaanse New York Life Investments, om de Belgische vermogensbeheerder uit te bouwen tot zijn Europese hub. Dat neemt niet weg dat Candriam sterk verankerd blijft in het Belgische landschap. De beheerde activa zijn de voorbije vijf jaar gegroeid met meer dan 80 procent tot ruim 120 miljard euro.

Blijft België belangrijk voor Candriam?

NAÏM ABOU-JAOUDÉ. “Absoluut. Ongeveer de helft van onze werknemers werkt in Brussel. Ze beheren en ontwikkelen er producten die overal ter wereld worden verkocht. In het segment van de opkomende markten wordt ons aandelenfonds, dat sinds 1996 wordt beheerd door Jan Boudewijns, verkocht in de Verenigde Staten en Azië. Het biotechnologiefonds van Rudi Van Den Eynde maakt deel uit van de beste fondsen ter wereld in zijn categorie. Het heeft dit jaar bijna 1 miljard euro opgehaald op de Japanse markt.

“Daarnaast zijn we volop bezig met de lancering van twee nieuwe thematische aandelenfondsen tegen begin volgend jaar, allebei in samenwerking met Belfius. De helft van de dertig lopende vacatures heeft betrekking op banen voor de Brusselse zetel. Vorig jaar hebben we een programma opgestart om elk jaar vier studenten, van wie twee Belgen, aan te werven die we een gepersonaliseerde opvolging aanbieden. Zo proberen we het hoofd te bieden aan de rekruteringsproblemen die we soms ervaren op de Belgische markt.”

Wat zijn uw doelstellingen voor de volgende jaren?

ABOU-JAOUDÉ. “In de sector van het fondsbeheer heeft onze groep een van de sterkste groeicijfers van de afgelopen jaren neergezet. We zijn vooral sterk gegroeid op onze belangrijkste markten – België, Frankrijk, Italië en Spanje – maar we verkopen onze fondsen ook steeds meer in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Japan, Zuid-Korea en de Verenigde Staten. We willen de beheerde activa uitbouwen tot 150 miljard euro tegen 2021, waarvan 10 procent moet komen van buiten Europa.”

Hoe pakt u dat aan?

ABOU-JAOUDÉ. “De komende jaren blijven we inzetten op de bestaande fondsen en de verdere uitbreiding van ons gamma. Daarbij streven we naar een groei van rond 6 procent per jaar. Maar om dat doel te halen overwegen we ook een of meer overnames. Die kunnen onze expertises versterken, vooral in activaklassen zoals private equity, particuliere schulden en infrastructuur.”

Speelt verantwoord en duurzaam beleggen een rol in die internationale erkenning?

ABOU-JAOUDÉ. “Ons merk is internationaal erkend. Wij zijn een van de bedrijven waar distributeurs het liefst mee samenwerken door onze vroege positie in sustainable and responsible investing (SRI). De lancering van ons eerste duurzame fonds dateert van 1996. Wij behoren tot de eerste twintig beheerders die de United Nations Principles for Responsible Investments in 2006 hebben ondertekend, een standaard die vandaag door 1800 spelers op de markt wordt aanvaard. Bovendien publiceren we al sinds 2006 elk jaar een rapport over duurzame ontwikkeling, terwijl sommige bedrijven dat vandaag nog altijd niet doen. De klimaatakkoorden van Parijs waren de aanzet voor een grote verschuiving naar duurzame beleggingen in Azië en Japan, die zich de afgelopen drie jaar sterk op SRI zijn gaan richten. Ongeveer 30 procent van onze beheerde activa (36 miljard euro) is belegd in SRI-fondsen. Zowel dit jaar als vorig jaar ging de helft van onze kapitaalinstroom naar dat thema.”

Recente studies hebben aangetoond dat er op de Belgische markt nog een zeker gebrek aan kennis over dat domein is.

ABOU-JAOUDÉ. “Inderdaad. Dat heeft ons er vorig jaar toe aangezet een SRI-academie op te richten. Die heeft als doel financieel adviseurs op te leiden en ze te helpen met beleggingen in de verschillende vormen van SRI. De cyclus omvat vier modules die de adviseurs moeten volgen alvorens ze een erkenning krijgen. Wij hopen dat model beschikbaar te maken in België vanaf het eerste kwartaal van 2019, en die pedagogische initiatieven daarna uit te breiden naar spaarders en andere financiële spelers.”

Wat is de volgende stap?

ABOU-JAOUDÉ. “Wij redeneren nu in termen van impact, als beleggers en als geëngageerde leden van de burgermaatschappij. Sinds begin dit jaar storten we 10 procent van de beheercommissies van onze SRI-fondsen in een dotatiefonds naar Frans recht, om die gelden te investeren in projecten met een sterke maatschappelijke impact in België en in Frankrijk. Dat kan op veel bijval rekenen bij millennials, die er andere idealen op nahouden dan hun ouders. Die nieuwe generatie duwt ons ook in de richting van digitale modellen, een evolutie waarin we veel investeren, al blijven we ervan overtuigd dat menselijk contact met beleggers altijd belangrijk zal zijn.”

De digitalisering zorgt ook voor druk op de marges.

ABOU-JAOUDÉ. “Uiteraard, maar het is niet de enige factor die de rentabiliteit van de sector onder druk zet. De opkomst van passieve producten en de wettelijke beperkingen spelen ook een belangrijke rol. Maar wij hebben het geluk dat we beschikken over een goed gekapitaliseerd moederbedrijf (AAA-rating) met coöperatieve en private aandeelhouders, dat niet de focus legt op kwartaalprestaties. Die langetermijnvisie geeft stabiliteit aan onze teams, een hefboom aan de internationale ontwikkeling van onze activiteiten en een commerciële synergie tussen onze gamma’s. De strategie die na de overname door New York Life Investments is toegepast, is niet veranderd. Ze blijft gebaseerd op een grote beheerautonomie en een ambitieus beleggingsbeleid.”

120 miljard

euro aan activa beheert Candriam Investors Group.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content