‘Angst voor creatieve destructie’

REINHILDE VEUGELERS "Europa schiet te kort in de vermarkting van innovatie." © GF

“Europese beleidsmakers onderschatten nog te vaak hoe snel de wereld verandert”, stelt professor Reinhilde Veugelers.

Het lijstje van de nieuwe Europese techspelers oogt mager. Volgens Reinhilde Veugelers, hoogleraar aan de KU Leuven en senior fellow bij de Europese denktank Bruegel, durven beleidsmakers en bedrijven niet genoeg risico’s te nemen.

U onderzocht de investeringen in onderzoek en innovatie. Europa scoorde niet slecht, vooral dankzij VW en andere autoconstructeurs.

REINHILDE VEUGELERS. “Dat maakt duidelijk voor welke uitdaging Europa staat. Het aandeel van de auto-industrie in de Europese hightech is enorm. Maar alles draait nog te veel rond de traditionele verbrandingsmotor.

“En het is de vraag of Europese grote spelers wel voldoende risico’s nemen in hun onderzoek- en ontwikkelingsstrategie. De constructeurs doen inspanningen om hun processen heel geleidelijk te verbeteren, zoals het lichter maken van het chassis. Dat is belangrijk, maar de elektrische motor en zelfrijdende wagens zijn veel grotere kansen, en tegelijk grotere uitdagingen.”

Wat kan beter in het Europese innovatiebeleid?

VEUGELERS. “Europese beleidsmakers onderschatten nog te vaak hoe snel de wereld verandert. Daarom worden revolutionaire bedrijven of technologie vaak elders uitgebouwd. In ons beleid voor onderzoek en ontwikkeling hebben we nog te veel schrik voor creatieve destructie. Het is vaak te statisch of probeert de bestaande activiteiten en werkgelegenheid te beschermen. Dat komt deels doordat beleidsmakers vooraf overleg plegen met zo veel mogelijk betrokkenen. Maar de ervaring leert dat er vooral input komt van de gevestigde spelers.”

Misschien is de Europese Unie te passief? De Chinese overheid grijpt veel meer in en steunt de eigen spelers ook meer.

VEUGELERS. “Het lijkt alsof China enkele bedrijven het hand boven het hoofd houdt, maar het beleid houdt zeker rekening met het risico dat de overheid de verkeerde zou kunnen steunen. Het wakkert de concurrentie aan. Veel bedrijven falen, maar de overblijvers kunnen ook internationaal mee. Op die manier werkt ook een innovatieagentschap zoals DARPA (het agentschap van het Amerikaanse leger, nvdr). Het steunt verscheidene projecten tegelijk en speelt die tegen elkaar uit.”

Dat model moet Europa toch kunnen kopiëren?

VEUGELERS. “Dat is al een paar keer tevergeefs geprobeerd. Het moderne internet is bijvoorbeeld aan het CERN in Zwitserland uitgewerkt, maar we hebben die digitale trein gemist. Europa schiet te kort in de vermarkting van innovatie. Europese bedrijven met innovatieve en hoogtechnologische producten botsen snel op hun vaak beperkte thuismarkt. Lokale bedrijven zouden veel meer prikkels krijgen om te innoveren als de Europese Unie echt een eengemaakte markt zou zijn.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content