Is de systeemcrisis nu begonnen?

© EPA

Elk van de eurolanden heeft haar eigen problematiek en kenmerken maar toch kleeft er hoe langer hoe meer een aspect van systeemcrisis aan wat zich voor onze ogen ontrolt.

Op 5 juli jl. verlaagde het ratingbureau Moody’s de status van Portugal tot junk. Commissievoorzitter José Manual Barroso – in een vorig leven als premier van Portugal zwaar mede verantwoordelijk voor de prangende situatie waar zijn vaderland zich nu in bevindt – reageerde bitsig. Moody’s zit fout, aldus Barroso, “want onze analyse is verfijnder en completer”.

Als dat zo is, hoe komt het dan dat de situatie binnen de eurozone helemaal uit de hand aan het lopen is? Want in die erg onverkwikkelijke toestand zijn we – nu ook Italië stevig onder druk komt – echt wel aanbeland.

Europees president Herman Van Rompuy vond het alvast noodzakelijk om maandagochtend, naar de vergadering van de eurogroep van ministers van financiën later op de dag toe, spoedberaad onder Europese topleiders te houden met daarbij ook Jean-Claude Trichet, de president van de Europese Centrale Bank (ECB).

Barroso mag dan peroreren over “verfijnde en complete analyses”, de beleidsresultaten die uit zulke analyses zouden moeten kunnen voortvloeien, stellen nauwelijks iets voor. De waslijst van onopgeloste en verder aanzwellende problemen oogt met de dag indrukwekkender:

– Griekenland zit in een hopeloze situatie: saneringen versterken de recessie die leidt tot de noodzaak aan nog verdergaande saneringen (die de recessie finaal tot een depressie maken). De schuld escaleert, net als de werkloosheid. Te midden van grote interne politieke onenigheid groeit met de dag het maatschappelijk verzet. Portugal en Ierland glijden politiek, sociaal en economisch stilaan maar zeker af naar Griekse toestanden.

– Om Griekenland (en de andere twee grote probleemlanden) aan draagbare schuldniveau’s te helpen, moet er schuldherschikking/kwijtschelding komen. De euro-lidstaten en de ECB leveren een schaamteloos straatgevecht over hoe dat moet georganiseerd worden en raken het maar niet eens. De ECB haalt daarbij zelfs totaal ongeloofwaardige argumenten boven (kredietdrooglegging van noodlijdende landen!).

– De stresstests voor de banken worden net als vorig jaar een maat voor niets. Het is echt geen toeval dat, wederom zoals vorig jaar, de resultaten naar buiten zullen gebracht worden op een moment dat, pakweg, driekwart van Europa met vakantie is. De European Banking Authority (EBA) leverde de voorbije maanden heroïsche gevechten met nationale regulatoren die de toestand van hun bancair systeem zo rooskleurig mogelijk willen voorstellen.

Duitsland toonde zich daarbij één van de meest halsstarrige “partners” (de toestand van de meeste regionale Landesbanken is desastreus). De EBA verloor, zo horen we in Londen en Frankfurt, de meeste van die gevechten. Nationale belangen op de heel korte termijn blijven het algemene eurobelang domineren. Het is maar zeer de vraag of de markten deze keer even rustig op de bogus stress tests zullen reageren als in de zomer van 2010.

– “Griekenland, Ierland en Portugal zijn de tapas, de hoofdschotel is Spanje”, zo stelde Paul Krugman al maanden terug. Die hoofdschotel dreigt nu echter naast forse porties paella ook goed gevulde potten met pasta te gaan omvatten. Nu premier Silvio Berlusconi zijn minister van Financiën afvalt rond de noodzakelijke besparingen ligt inderdaad ook Italië onder vuur. Het land heeft een grote overheidsschuld en steeds meer berichten wijzen er op dat het bancaire systeem in Italië wankeler staat dan tot nu toe veelaal werd aangenomen. Bovendien groeit de Italiaanse economie nauwelijks nog, net zoals trouwens de Spaanse. Geen van beide economieën haalt dit jaar 1% groei. De overheidsschuld ligt lager in Spanje dan in Italië maar de privéschulden zijn dan weer veel omvangrijker in Spanje dat ook met een groter lopend begrotingstekort kampt. De Spaanse federale overheid slaagt er trouwens ook niet in de uitgaven van de regionale overheden onder controle te brengen. Last but not least blijft ook Spanje met een zwaar bankenprobleem opgescheept , nl. dat van de zogenaamde cajas, de regionale spaarbanken. Spanje en Italië maken samen ruim 28% van de euro-economie uit, Griekenland, Portugal en Ierland samen … 6%. België en zelfs ook Frankrijk liggen niet zo ver weg van Spaanse en Italiaanse toestanden (zie tabel onder de tekst).

Elk van de eurolanden heeft haar eigen problematiek en kenmerken, maar toch kleeft er hoe langer hoe meer een aspect van systeemcrisis aan wat zich voor onze ogen ontrolt. In feite grijpen twee systeemcrises op een noodlottige manier hier op elkaar in. Enerzijds is er het probleem van de structurele tekortkomingen van de monetaire unie zoals opgezet hier in Europa. Het betreft dan vooral het ontbreken van een politieke unie en van voldoende flexibele arbeidsmarkten. Hierdoor leidt een noodzakelijkerwijze uniform monetair beleid tot onhoudbare scheeftrekkingen en dus crises zoals de huidige. Snelle en efficiënte correctie van de euvels van de monetaire unie is utopie.

Anderzijds kwam via de gevolgen van de financiële crisis versneld aan het licht wat sowieso in de pijplijn zat, nl. een onhoudbare evolutie van de publieke financiën in Europa. De gevolgen van de vergrijzing van de bevolking staat in combinatie met een nu al torenhoge fiscale druk aan de wieg van die onhoudbaarheid. Zelfs indien men tot drastische ingrepen zou komen om de toestand van de openbare financiën te verbeteren – wat nergens echt in de pijplijn zit – dan moet men er rekening mee houden dat zulke ingrepen op de korte termijn de economie terug in een recessie jagen. Ooit van Catch 22 gehoord?

De eurocrisis en de schuldcrisis werken nu op een helse manier op elkaar in. Het is de combinatie van deze twee parallel aan elkaar verlopende crises en het kennelijk onvermogen van de Europese instanties om daar een degelijk beleid tegenover te zetten, die de markten hypernerveus maken over de toekomst van Europa en van de euro.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content