Bert Lauwers

Industrie heeft genoeg van achterhoedegevechten

Bert Lauwers redacteur bij Trends

Ook de Industrieraad zal onze industrie niet beschermen. We hebben nood aan een minister van Industrie met een toegewijd kabinet van experts.

Wouter De Geest, de CEO van BASF Antwerpen, licht in deze Trends een tip op van de sluier over de werkzaamheden van de lang op cynisme onthaalde Vlaamse Industrieraad, waarvan hij de voorzitter is. Een zoveelste praatbarak zou het worden. Tot vandaag hadden we er ook nauwelijks wat van gehoord. Tot verbazing van velen heeft het sleur- en trekwerk van De Geest en co achter de schermen zowaar een en ander zachtjes in beweging gezet.

Voor buitenstaanders lijkt het allicht te veel gerommel in de marge. Ook voor een ongeduldig iemand als De Geest gaat het ongetwijfeld allemaal tergend langzaam. Hij ondervindt bij BASF elke dag hoeveel sneller wordt geschakeld in een bedrijf dan in de politieke arena.

Intussen is het alweer drie jaar geleden dat minister-president Kris Peeters zijn groenboek voor een nieuw industrieel beleid lanceerde, inclusief het wazige concept van de fabriek van de toekomst. Nadien volgde een witboek en twee jaar geleden werd de Industrieraad opgericht. Opdracht volbracht voor Peeters, die een hete aardappel netjes had doorgegeven.

Het was een opdracht die De Geest niet kon weigeren. Zo zit hij namelijk in elkaar. Alles wat volgens hem goed is voor het bedrijf, is goed voor heel de industrie, en vice versa. Alleen waren zijn vleugels, blijkt nu, te sterk geknipt om met de Industrieraad een vrije en sierlijke vlucht te nemen.

Na twee jaar pionierswerk met de Industrieraad heeft De Geest het duidelijk gehad met de theoretische concepten. Hij weet ook dat andere topmanagers mee aan de kar moeten trekken, omdat hij het alleen niet zal rooien. De Geest omschrijft hen als de coalition of the braves. Reken bij die dapperen Luc Bertrand, de topman van Ackermans & van Haaren. Dat het Bertrand ooit te machtig werd en hij een goedbedoelde maar scherpe steek gaf aan de regering-Di Rupo, wordt hem in prominente politieke kringen nog altijd kwalijk genomen. Of hoe een klein land soms héél klein kan zijn.

Reken bij de braves ook Filip Van Hool, topman van busbouwer Van Hool. In zijn maidenspeech als voorzitter van de sectorvereniging Agoria Automotive haalde hij scherp uit naar het gebrek aan acties om de industrie te beschermen. Van Hool trok al vaker aan de alarmbel, maar dat viel telkens in dovemansoren.

Het ergste mag worden gevreesd. Het relanceplan was voor de industrie een berg die een muis baarde, en het vooruitzicht van verkiezingen betekent alweer een periode van nutteloze verwijten tussen federaal en regionaal. Intussen vordert de tijd genadeloos en lijken industriële drama’s als Ford Genk en vele anderen voor vele politici alweer vervaagd. En dat terwijl de bedreigingen voor de industrie niet enkel uit het oosten komen, maar mede door schaliegas steeds duidelijker ook uit het westen.

Helaas getuigen onze toppolitici al te vaak van onvoldoende kennis van zaken. Als het hen menens is met hun belofte om te vechten voor onze industrie, moeten zij niet alleen uitpakken met lagere lasten op arbeid en verteerbare energiekosten. Zij moeten ook dringend in eigen rangen plaats- maken voor iemand die industrie voltijds ter harte neemt: een onvervalste minister van Industrie met een eigen toegewijd kabinet van experts.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content