Realisme op de woningmarkt

© belga

Het realisme zet de toon op de woningmarkt. Dat is de conclusie van de jaarlijkse analyse van de Belgische woningmarkt, die het makelaarsnetwerk ERA publiceert.

De woningmarkt herpakte zich in 2009, nadat de crisis eind 2008 in volle hevigheid losbarstte. In 2010 ondervond het vastgoed weinig hinder van de economische ontwikkelingen.

Eind 2009 bedroeg de gemiddelde verkoopprijs van een huis met 3 slaapkamers, de zogenaamde “referentiewoning”, in België 203.443 euro. Eind 2010 was dat 211.115 euro of 3,8 procent meer. De gemiddelde verkoopprijs van een appartement met 2 slaapkamers steeg van 165.784 euro met 2,8 procent naar 170.464 euro.

Terwijl de verkoopprijzen stegen, daalden de gemiddelde vraagprijzen van de woningen die verkocht werden met 1 procent: van 234.986 euro in 2009 naar 232.651 euro in 2010. “Dit is een belangrijke ontwikkeling”, zegt Iain Cook, bestuurder van ERA. “Hiermee wordt bewezen dat een iets lagere vraagprijs helemaal niet betekent dat de woning ook minder opbrengt.”

Woningen werden in 2010 gemiddeld iets sneller verkocht. In 2009 stond een huis bij ERA gemiddeld 114 dagen te koop. In 2010 daalde dit tot 104 dagen. “Het valt wel heel erg op dat woningen die van in het begin correct geprijsd zijn snel verkopen. Woningen die ook maar iets te duur zijn, staan veel langer te koop”, zegt Cook.

Worden woningen stilaan onbetaalbaar, zoals wel eens wordt gesuggereerd? ERA maakt de rekening. In 2006 kostte een “referentiewoning” 194.145 euro (de gemiddelde prijs). Dat betekende – bij een financiering van 80 procent en een looptijd van 20 jaar – een aflossing op van 1255 euro per maand. Eind 2010 liep dit op tot 1317 euro per maand bij een gemiddelde verkoopprijs van 211.115 euro. De maandlast nam dus toe met 4,6 procent. In dezelfde periode stegen de lonen met 11 procent. Cook concludeert dat de betaalbaarheid “per saldo” dus niet afnam.

H.B.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content