Er zijn grenzen aan renovatie van woningen

© Thinkstock
Laurenz Verledens vastgoedexpert bij Trends

Renovatie zit in de lift. Daar is het ondersteunende overheidsbeleid niet vreemd aan. Ons woningbestand krijgt zo de noodzakelijke verjongingskuur. Maar evengoed leidt het soms tot het in stand houden van krotten en koterij.

Een van de drie hoofdthema’s van Batibouw 2015 luidt Start to renovate. Ons woningpatrimonium is grotendeels verouderd en een belangrijk deel is zelfs stokoud. Volgens de volkstelling Census 2011 dateert bijna een kwart van de Belgische woningen van voor 1919. Meer dan 60 procent is gebouwd voor 1970.

Geen wonder dus de overheid en de bouwsector woningrenovatie bovenaan op de agenda gezet hebben. Het staat buiten kijf dat we onze (groeiende) huisvestingsnoden voor een belangrijk deel zullen moeten opvangen met het bestaande patrimonium. Om de renovatiegraad op te krikken lanceerde Vlaams minister Annemie Turtelboom (Open Vld) eind vorig jaar het Renovatiepact. Enigszins tegenstrijdig knipt de federale regering tegelijkertijd in de fiscale steun voor renovatie: vanaf 1 januari 2016 geldt het verlaagde btw-tarief van 6 procent alleen nog voor woningen die ouder zijn dan tien jaar.

Budgettaire overwegingen maken directe overheidssteun minder vanzelfsprekend. Het accent lijkt te verschuiven naar financieringssteun en sensibilisering. Want renovatie is geen mirakeloplossing. Onze woon- en comfortwensen wijzigen, net als de bevolkings- en gezinssamenstelling. We eisen ook betere energieprestaties van onze huizen. Die nieuwe randvoorwaarden en wensen inpassen in een bestaande woning is niet altijd een sinecure. Wanneer is renovatie zinvol? En wanneer opteren we beter voor afbraak en/of nieuwbouw? Vastgoedspecialisten laten hun licht schijnen over de wenselijkheid van onze renovatie-ijver.

De architect: tabula rasa versus omhelzen

In 2000 schreef architect Sven Grooten van het bureau B-architecten het manifest ‘Euthanasie voor de gebouwde omgeving’. Daarin verwondert Grooten zich over de verbouwwoede van jonge mensen. Ze bricoleren en renoveren dat het een lieve lust is, maar het resultaat is en blijft een oude woning. Want bouwfysisch zijn de woningen ziek, analyseert Grooten. Niet aangepast aan de hedendaagse leefvormen en woonnoden. Grooten vond het ook stuitend dat de overheid de renovatie-obsessie aanmoedigde met premies en een gunstig btw-tarief van 6 procent. “Klanten vroegen ons ook niet te veel nieuwbouw toe te voegen, omdat ze dan 21 procent btw zouden moeten betalen.”

Sven Grooten staat nog helemaal achter zijn tekst. “Maar”, zegt hij, “het is geen evangelie. Er is ook een andere kant aan het verhaal. Soms slaat de balans te veel over naar afbreken. De discussie over een nieuw Justitiepaleis in Brussel past daarin.”

De econoom: informeren in plaats van subsidiëren

“Het grote probleem bij een grondige renovatie _ en dat is toch waar de beleidsmakers op inzetten _ is het gebrek aan kennis”, vindt de econoom Johan Albrecht (Universiteit Gent en Itinera). “De meeste kopers van een woning zijn geen bouwkundigen. Ze kunnen dus heel moeilijk de staat van een woning inschatten en weten ook niet welke werken kostenefficiënt zijn. Volgens de econoom is daar een taak voor de overheid weggelegd. “De overheid kan een coördinerende rol spelen bij de uitwerking van een mechanisme of een tool die duidelijkheid brengt over de renovatiekosten die nodig zijn om een woning up-to-date _ of beter nog: toekomstproof _ te maken.”

Zo’n tool lijkt de econoom nuttiger dan mensen een zak geld geven in de vorm van een subsidie of een premie. “Het zou de vastgoedmarkt transparanter maken”, vervolgt Albrecht. “En dat is zeker aan de onderkant van de markt wenselijk.”

Het volledig artikel met ook de visie van vastgoedconsultant Michaël Zapatero en woningbouwer Aubry Lefebvre leest u in de vastgoedrubriek van Trends van 12 februari.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content