Redactie Trends

Een centraal huurwaarborgfonds: waar wachten we nog op?

‘Een huurwaarborg van drie maanden en tegelijk de eerste maand huur ophoesten, zoals minister van wonen Homans het in haar voorontwerp van Vlaams huurdecreet wil, is voor veel kwetsbare gezinnen en jonge starters een onoverkomelijke drempel’, dat zegt Vlaams Parlementslid Michèle Hostekint (sp.a), die ijvert voor een centraal huurwaarborgfonds.

Welkom in Vlaanderen, waar de drempel om een woning te huren zo hoog wordt dat je nog voor je je nieuwe voordeur hebt geopend al struikelt en keihard tegen de grond smakt.

De private huurmarkt is nog nooit zo ziek geweest. De cijfers kleuren rood, huurders staan in de kou. ‘Er dreigt een wooncrisis’, kopte de Vlaamse Woonraad nog enkele maanden terug.

En diezelfde Woonraad trekt nu opnieuw aan de alarmbel. De kritiek op de plannen van minister Homans om de huurwaarborg te verhogen van twee naar drie maanden is vernietigend. ‘Een hogere huurwaarborg dreigt de toegankelijkheid en betaalbaarheid van een woning te bemoeilijken.’

Geen walk in the park

Nóg te bemoeilijken, want een huis huren in Vlaanderen is al langer geen walk in the park. Het basisrecht wonen is stilaan een luxeproduct geworden. Heel wat huurders spenderen bijna de helft van hun inkomen aan huur en datzelfde inkomen van veel kwetsbare huurders is te laag om de torenhoge energiefacturen te betalen. Een woning huren dreigt onbetaalbaar te worden, ook voor jonge mensen die pas afgestudeerd zijn en geen spaargeld hebben.

Een centraal huurwaarborgfonds: waar wachten we nog op?

Geen wonder dus dat er drama’s gebeuren. In 2016 werden in Vlaanderen 12.242 huishoudens bedreigd met een uithuiszetting, meestal omdat ze de huur niet konden betalen. Dat zijn er bijna 400 meer dan in 2015. Tweeverdieners met kinderen, jonge koppels, huishoudens die een beroep doen op een sociale uitkering… 235 gezinnen per week worden in Vlaanderen met een uithuiszetting bedreigd en leven in voortdurende angst.

De discussie over de globale herwaardering van de private huursector en de hervormingen die noodzakelijk zijn om het aanbod op de private huurmarkt op te drijven, wordt gevoed door naakte en onweerlegbare feiten.

Huurwaarborg

Spijtig genoeg inspireren die feiten (nog) niet tot voldoende constructieve beleidsvoorstellen. Nochtans zijn er pasklare oplossingen: een centraal georganiseerd huurwaarborgfonds (CHF) is er zo een.

Het idee van een CHF is niet nieuw. De meest uitgebreide analyse van de huurwaarborgproblematiek gebeurde door het Steunpunt Wonen in 2014 en kwam tot de conclusie dat enkel de oprichting van een CHF in voldoende mate tegemoet komt om de financiële drempels tot de private huurmarkt af te bouwen en de stigmatisering, selectie en discriminatie van huurders tegen te gaan.

Geïnspireerd door operationele voorbeelden is niet alleen de academische wereld pleitbezorger, ook het middenveld (de Gezinsbond of Netwerk tegen Armoede) en VVSG zijn vragende partij.

De huisvestingssituatie van kwetsbare huurders is alarmerend.

Vanuit het werkveld wordt dag na dag pijnlijk ervaren dat de huisvestingssituatie van kwetsbare huurders alarmerend is en de huurprijzen proportioneel ver boven hun budget evolueren. De vermeende insolvabiliteit zorgt voor uitsluiting, naar schatting één op de vijf huurders is hiervan het slachtoffer. De huurwaarborg wordt daarbij als grootste hindernis ervaren.

Het optrekken van de huurwaarborg is niet alleen nefast voor deze groepen, maar ook voor jonge starters zonder spaarboekje.

Enkel winnaars

Een CHF als nieuw beheersorgaan met lokale entiteiten biedt opportuniteiten voor huurders én verhuurders: het vergroot de toegang tot de private huurmarkt, het maakt wonen voor een huurder een stuk betaalbaarder én biedt aan verhuurders zekerheid. En door de schaalgrootte van een CHF kan het kapitaal van de gezamenlijke huurwaarborgen beter renderen dan op individuele spaarrekeningen. Geld dat op termijn opnieuw in de huurmarkt kan worden gepompt.

Een huurwaarborgfonds levert alleen maar winnaars op.

De vraag is uiteraard hoe zo’n model kan worden ingeplant in de Vlaamse context, maar vooral welke rol de overheid hierbij kan en wil opnemen? Op zijn minst mag worden verwacht dat zij de verantwoordelijkheid opneemt om een goede regeling te voorzien.

Het lijkt aan te bevelen dat het praktisch beheer berust bij een externe instantie. Wenselijk is dat een CHF geen selectief, maar een algemeen verplicht karakter krijgt voor alle private huurcontracten en zo voldoende goede en slechte risico’s samenbrengt in een werkbaar en betaalbaar geheel. De huurder kan de waarborg geleidelijk in schijven betalen en de verhuurder kan onmiddellijk beschikken over de volledige waarborgsom bij het beëindigen van het contract. Bovendien garandeert het CHF discretie over de manier waarop de waarborg is gestort, wat discriminatie tegengaat.

Een CHF levert alleen maar winnaars op. De concrete modaliteiten zijn voorhanden. Je vraagt je af waarop wordt gewacht?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content