Alain Mouton

Het regeerakkoord is er al

Alain Mouton Redacteur bij Trends

De economische aanbevelingen van de Europese Commissie aan België hebben veel weg van een uitgeschreven regeerakkoord.

De economische aanbevelingen van de Europese Commissie aan België hebben veel weg van een uitgeschreven regeerakkoord. Afhankelijk van het soort coalitie, worden de voorstellen snel uitgevoerd, of is België weg voor vijf jaar processie van Echternach.

Het rapport van Europees commissaris voor Economische Zaken Olli Rehn was voorspelbaar. De Belgische regering krijgt goede punten voor het afbouwen van het begrotingstekort. België valt niet langer onder het verstrengde Europese toezicht voor zijn excessieve begrotingstekorten boven 3 procent. Maar dat is ongeveer het enige goede nieuws. De Europese Commissie is streng voor de uittredende regering-Di Rupo: er werden weliswaar stappen in de goede richting gezet om de overheidsfinanciën te saneren, maar er zijn veel meer structurele ingrepen nodig.

Nog dit jaar moet 0,5 procent van het bruto binnenlands product structureel worden bespaard, en 0,6 procent in 2015. Dat is een saneringsoperatie van in totaal 4,4 miljard euro. De jaren daarna moet minstens 0,5 procent structureel worden bespaard (elke keer bijna 2 miljard euro), tot België een structureel overschot van 0,75 procent heeft. De volgende regering weet dus wat haar te doen staat.

Naast het saneringstraject doet de Europese Commissie nog een reeks aanbevelingen. Ze lezen als het regeerakkoord van een sociaaleconomische herstelregering. Fundamenteel staat er weinig nieuws in. België moet dringend de lasten op arbeid verlagen. Dat is cruciaal om voldoende economische groei te genereren.

Daarnaast moet België een zogenoemde taxshift doorvoeren. De lagere lasten op arbeid kunnen worden gecompenseerd met hogere milieuheffingen, belastingen op consumptie en minder fiscale aftrekken. Hogere milieubelastingen liggen voor de hand, aangezien dat een van de weinige soorten belastingen is waar België niet tot het Europese koppeloton behoort. Hogere heffingen op consumptie liggen iets moeilijker, aangezien de inwoners van een klein land als België gemakkelijk de grens kunnen oversteken op zoek naar goedkopere producten. In de verkiezingsprogramma’s met de politieke partijen bleek enkel CD&V voorstander van een hogere btw te zijn. Maar de christendemocraten willen vooral een aantal zeer lage tarieven verhogen.

De moeilijkste opdracht wordt wellicht het hakken in het woud aan fiscale aftrekken. België is het land van de lobbyfiscaliteit, waar elk belastingvoordeel is wel door de een of andere pressiegroep is afgedwongen. Wat bijvoorbeeld te denken over de heilige koe van de bedrijfswagens? Pas met een duidelijke, ingrijpende en lineaire verlaging van de lasten op arbeid zullen werknemers en werkgevers aanvaarden dat bepaalde fiscale snoepjes verdwijnen.

De Europese Commissie gaat gewoontegetrouw ook dieper in op het Belgische loonvormingssysteem. In het verleden werd vaak openlijk gepleit voor de afschaffing van de automatische index. Nu is Olli Rehn cryptischer: het stelsel van indexering moet worden aangepast “in overleg met de sociale partners en in overeenstemming met de nationale praktijk”. Voor de Commissie komt het erop neer dat de lonen de productiviteitsgroei moeten volgen. Dat betekent niet direct een afschaffing van de index, maar wel een grondige bijsturing van het systeem.

Nu de formatie van een nieuwe federale regering volop aan de gang is, rijst de vraag welke partijen het beste in staat zijn die aanbevelingen in praktijk te brengen. Voor een aantal politieke formaties zoals N-VA, Open Vld, MR en voor een belangrijk deel ook CD&V zijn de voorstellen van de Europese Commissie de logica zelve. Anders is het met de PS, voor wie de uitspraak van voorzitter Paul Magnette over Olli Rehn (“Wie is Olli Rehn?”) een politieke strijdkreet is geworden.

Op basis van de ervaringen met de regering-Di Rupo en de spanningen die toen soms hoog opliepen tussen de Wetstraat en het Schumanplein, is het duidelijk. Een regering zonder de PS kan de Europese aanbevelingen snel uitvoeren. De minder stringente uitspraken over de index kunnen bepaalde terughoudende politici over de streep trekken.

Een regering met de PS zal publiekelijk zeggen dat het de aanbevelingen van Olli Rehn zal uitvoeren, maar net zoals bij Di Rupo I zijn we dan vertrokken voor een processie van Echternach. De sanering zal enkel met het mes op de keel gebeuren. Zeker als de economische groei wat aantrekt, zal men eerder geneigd zijn de bevolking een aantal cadeaus uit te delen. En met de Franstalige socialisten wordt het verlagen van de lasten op arbeid voor de andere partijen een martelgang. Di Rupo heeft het over 4,7 miljard lastenverlagingen tijdens de vorige legislatuur, maar eigenlijk is daar slechts 1,3 miljard van gerealiseerd.

Onder de regering-Di Rupo werden die loonkostverlagingen door de mangel gehaald, waardoor er na een tijd slechts een deel van overbleef. Of de lastenverlagingen werden uitgesteld, zonder de financiering ervan te garanderen. Vooral voor Open Vld was dat de voorbije jaren een bijwijlen traumatische ervaring. In Vlaamse liberale middens is te horen dat ze zoiets de komende vijf jaar niet opnieuw willen meemaken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content