Guy Vanhengel lijdt aan geheugenverlies

“De kas is helemaal leeg”, zegt federaal minister van Begroting Guy Vanhengel (Open Vld) deze week in Knack.

Toelichting bij onderstaande grafiek: De blauwe lijn geeft de interestlasten weer (in % van het bbp). De groene lijn geeft het primair saldo weer (het begrotingssaldo voor interestlasten, in % van het bbp). De rode lijn geeft het gewone begrotingssaldo weer (in % van het bpp). De groene lijn (het primair saldo) is de beste graadmeter voor het gevoerde begrotingsbeleid en toont aan dat vanaf 2001 de begrotingsteugels gevierd werden.

Het is al erg dat een minister van Begroting zonder veel gêne en laconiek komt vertellen dat hij onvoldoende op de winkel heeft gepast. Nog erger is de verklaring die de minister naar voren schuift. Tijdens een interview deze ochtend op Radio 1 verwees de minister naar de financiële crisis en recessie van 2008-’09 als hoofdschuldige voor de precaire toestand van de Belgische overheidsfinanciën. Deze analyse gaat veel te kort door de bocht en getuigt van acuut geheugenverlies bij minister Vanhengel.

Uiteraard heeft de crisis een flinke bres geslagen in de begroting. Maar het schip maakte al veel langer water en werd daardoor heel kwetsbaar voor het stormweer dat drie jaar geleden opstak. Twee torpedo’s hadden de federale begroting al eerder midscheeps getroffen: het opsouperen van de rentebonus en de krakkemikkige Belgische staatsstructuur die te weinig prikkelde tot een spaarzaam beleid. In beide gevallen draagt de Open Vld van Guy Vanhengel een grote verantwoordelijkheid.

De voorbije decennia genoot België van een daling van de interestlasten. In 1993 betaalde de overheid nog een rentefactuur ter waarde van 10% van het bbp. Vorig jaar bedroeg die rentelast nog 3,4% van het bbp. Deze rentebonus gaf de federale regering een enorme rugwind om het begrotingstekort en de staatsschuld af te bouwen.

Vanaf 1999 stokte deze oefening onder de paarse regeringen van premier Guy Verhofstadt (Open Vld). De rentebonus werd niet meer gebruikt om schulden te verminderen, maar werd deels geïnvesteerd in lagere lasten en deels uitgegeven in de vorm van hogere sociale uitkeringen. De lagere lasten op arbeid mogen toegejuicht worden, maar Paars vergat om tegelijk ook meer mensen op de arbeidsmarkt te duwen. Daardoor kostten de lastenverlaging veel geld, maar leverden weinig jobs op. Het resultaat een decimering van het primaire begrotingsoverschot (het overschot voor intrestlasten) van 6,5% eind 2000 naar 2,7% in 2007.

De begrotingteugels werden gevierd, hoewel dit beleid door Paars nog werd verkocht als gezond onder het motto ‘de begroting is in evenwicht’, ook al kwam daar kunst- en vliegwerk bij kijken via een ongezien arsenaal aan eenmalige maatregelen. Onderhuids vrat de afkalving van het primair overschot aan de fundamenten van de Belgische staatsfinanciën. Het huis werd gemakkelijk weggeblazen toen de crisis toesloeg.

De Belgische overheidsfinanciën waren er veel beter aan toe geweest mocht deze rentebonus rigoureus zijn aangewend voor de afbouw van de staatsschuld. Dan had België bij de sterkere leerlingen van de euroklas gehoord, en dan had België niet langs de kant gestaan van de landen die smeken om ook het financieel wagonnetje te mogen aanhaken bij Duitsland via de uitgifte van euro-obligaties. Een idee ook genegen door… Guy Verhofstadt.

Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content