Henri Dewaerheijd

‘Tekort aan eurocenten voorbode van einde cashbetalingen’

Henri Dewaerheijd country manager Belux Mastercard

Waarom zouden we de ongemakken van de eurocentjes nog langer verdragen, als elektronisch betalen duidelijk de toekomst is? Dat vraagt Henri Dewaerheijd, country manager Belux bij Mastercard, zich af.

We hoorden het vorige week al in het nieuws: er zijn te weinig muntjes van een en twee cent in omloop in België. De situatie wordt zo ernstig genomen dat men de bevolking zelfs zou willen aansporen hun rosse centjes naar de Nationale Bank te brengen, om de machine weer op gang te krijgen.

Laten we eerlijk zijn: wie graait nu graag in zijn portemonnee naar die kleine centjes die je telkens door de vingers lijken te glippen, wanneer je aan de kassa staat met een lange rij ongeduldige klanten achter je?

De laatste keer dat het mij overkwam, was zo’n drie jaar geleden bij de bakker. Het duurde lang, ik was aan het sukkelen en het voelde als een ervaring die niet meer van deze tijd is. Een fysieke transactie tussen twee personen zou toch snel moet kunnen gebeuren, praktisch en in wederzijds vertrouwen.

Eerder waren de handelaars hun vertrouwen in het biljet van 500 euro verloren, met als gevolg dat het briefje zo goed als niet meer gebruikt werd. Nu wil de overheid dus de rosse centjes naar de uitgang begeleiden. De consument heeft zijn keuze al gemaakt. Waarom zouden we de ongemakken van die centjes nog langer verdragen, als elektronisch betalen duidelijk de toekomst is?

Als oplossing voor het probleem wil België de muntjes uit circulatie nemen. Diverse Europese lidstaten, zoals Nederland, hebben er jaren geleden al voor gekozen de centjes af te schaffen. In België mogen de handelaars hun prijzen sinds 2014 afronden tot op 5 cent voor het tweede getal na de komma, maar weinig handelaars doen dat. Velen vrezen een negatieve reactie van hun klanten. Nochtans, zo blijkt uit een onderzoek van Test-Aankoop uit 2014, zou bijna 60 procent van de Belgen de centjes liever afgeschaft zien. Gaapt dan een kloof tussen de oplossingen die op tafel liggen, en de vraag van de consument?

Tekort aan eurocenten voorbode van einde cashbetalingen.

Men wil niet zo ver gaan als in Zweden, waar handelaars tegenwoordig cashbetalingen kunnen verbieden. Maar het lijkt duidelijk dat elektronisch betalen – en in het bijzonder contactloos betalen – het ideale alternatief voor de muntjes is. In handelszaken in Europa gebeurt bijna de helft van de transacties per kaart contactloos. Contactloos betalen is even veilig als de traditionele betaalmethode met de bankkaart, met als bijkomende troeven dat de wachtrijen aan de kassa minder snel aanzwellen en dat men meer klanten kan bedienen. Handelaars kunnen die kans dus niet laten liggen.

Uit macro-economisch standpunt houdt het slaan van muntjes evenmin steek: de kosten zijn hoger dan hun nominale waarde. De productiestop zou de staat dus forse besparingen opleveren, terwijl de maatschappij er transparanter door wordt en de consumenten hun budget nog beter onder controle zouden kunnen houden als ze massaal kiezen voor elektronisch betalen.

De muntjes van een en twee cent blijven slaan en gebruiken, is een beetje als rondrijden in een koets terwijl de rest elektrisch rijdt. De overheid is zich bewust van het probleem en de handelaars reageren enthousiast op het voorstel een fiscaal voordeel op betaalterminals in te voeren. Vandaag zoekt staatssecretaris Kris Peeters een oplossing voor het tekort aan centjes. In de huidige context lijkt het evident dat die oplossing erin bestaat het fiscale voordeel dat handelaars krijgen, een blijvend karakter te geven en de bevolking aan te sporen massaal elektronisch te betalen.

Is het tekort aan muntjes van een en twee cent een debat dat we überhaupt nog moeten voeren? Over enkele jaren zal het probleem zichzelf opgelost hebben. Rosse centjes stammen uit een heel andere tijd. Ze zullen heel vlug in onbruik geraken, tot groot jolijt van numismaten en muntenverzamelaars.

Partner Content