Staat onze economie aan de vooravond van het herstel?

© istock

Allerhande economische indicatoren beginnen op te leven. Blijft het bij een paar zwaluwen, of is België vertrokken voor een economische lente? We vroegen het aan economen die de cijfers bestuderen, en aan ondernemers die met hun voeten in de realiteit staan. Eén ding is zeker: het herstel is niet vanzelfsprekend.

De economen: ‘De vis bijt weer’

De jongste weken is het in België moeilijk ontkomen aan de economische goednieuwsshow. Het ondernemersvertrouwen is in maart voor de tweede maand op rij gestegen, zo blijkt uit de conjunctuurbarometer van de Nationale Bank. Onze industrie zal dit jaar 2 miljard euro meer investeren dan in 2014, zegt de technologiefederatie Agoria. Het consumentenvertrouwen is al maanden aan het klimmen, de kleine terugval in maart lijkt niet meer dan een adempauze. De Belgische economie was al op de sukkel sedert 2008. Komen we nu eindelijk uit het bos?

“Ik ben optimistischer dan vorig jaar, maar harde cijfers hebben we nog niet”, zegt Geert Gielens, hoofdeconoom van Belfius. “De data lopen in België drie maanden achter. Groeicijfers voor januari en februari zijn er niet. De lichtjes dalende werkloosheidsgraad, de afnemende hoeveelheid faillissementen, en het stijgend aantal starters duiden op een uitgeziekte economie, dat wel. Laat daar de heilige drievuldigheid op los – bijna gehalveerde olieprijzen, zwakke euro en lage rente – en je mag hopen op echte groei.”

Voor Stijn Decock, hoofdeconoom van werkgeversorganisatie Voka, is er meer dan alleen hoop. “De buitenlandse bestellingen bij de verwerkende nijverheid zijn tussen februari en maart met liefst 18 punten gestegen, zo leert het conjunctuuronderzoek van de Nationale Bank”, zegt Decock. “Dat hoor ik ook bij onze leden: de telefoon rinkelt weer. Gisteren sprak ik met een bedrijf dat opeens een contract vastkreeg in het Midden-Oosten, een markt waar het vroeger nooit binnen raakte.”

Bedrijven die buiten de EU exporteren moeten in de meeste gevallen een certificaat van oorsprong afhalen bij de Kamer van Koophandel in hun regio. Het driemaandelijkse gemiddelde van die certificaten is in februari met 7 procent gestegen tegenover dezelfde maand vorig jaar, voor alle Vlaamse Kamers van Koophandel samen. “In de provincies waar de export enkel te danken is aan de industrie, en niet aan een haven of luchthaven, bedraagt de stijging zelfs 8 procent”, zegt Decock. “De vis bijt weer.”

De ondernemers: ‘Het is nog altijd erg moeilijk’

De macro-economische indicatoren mogen er dan stilaan rooskleurig uitzien, maar voelen de ondernemers dat ook? Trends zocht een reeks ondernemers op, actief in een breed gamma van sectoren, gaande van ICT en koerierdiensten tot bouw en transport. Weinigen ontkennen dat de tijden beteren, maar de bal rolt niet bij iedereen even snel.

De optimisten

In de ICT-sector zit het best goed, als we mogen afgaan op de Leuvense informatica-architect AE, die 200 medewerkers telt. CEO Bruno Denys verwacht dit jaar 36 aanwervingen te doen, deels mensen met ervaring, deels burgerlijk ingenieurs en handelsingenieurs recht uit de universiteit. “Er is opnieuw een positieve sfeer”, zegt Denys, die dit jaar mikt op een verhoging van de investeringen met 4 tot 5 procent.

Kmo’s als AE zijn het dagelijks brood van de Vlaamse economie. “De heropleving zou wel eens van de kmo’s kunnen komen. We zien een toename van het aantal zendingen,” zegt Koen Gouweloose, directeur van het koerierbedrijf DHL Aviation Benelux en Frankrijk. “Kmo’s gaan steeds naar andere markten op zoek.” Met DHL zelf gaat het ook goed. Een hoopgevend teken, want koerierdiensten zijn een graadmeter voor de economische activiteit.

Een andere economische graadmeter zijn fusies en overnames, het soort operaties waaraan bedrijven zich pas wagen als ze vertrouwen hebben. “Ik ben tegelijk bezig met vier grote transacties. Dat is mij nog nooit overkomen”, zegt Jean-Pierre Blumberg, covoorzitter van de wereldwijde fusie- en overnametak van het advocatenkantoor Linklaters. Blumberg zag de activiteiten eerst aantrekken in de VS, gevolgd door het VK, en nu is Europa aan de beurt.

Andere nichespelers zijn dan weer in uitstekende vorm. “Wij kunnen echt niet klagen”, zegt Dominiek Valcke, co-CEO van TVH Group, de Waregemse verkoper van onderdelen voor heftrucks, hoogwerkers en landbouwmachines. THV heeft ook een afdeling die hoogwerkers en heftrucks verkoopt en verhuurt. De groepsomzet steeg in 2014 met 8,8 procent tot 1,05 miljard euro. “2014 was een goed jaar, en 2015 is goed gestart”, zegt Valcke.

De voorzichtigen

“De markt is nog altijd erg moeilijk, maar wij blijven investeren in groei”, zegt Frans Van Tilborg, CEO van de koffiegroep en kunststofverwerker Miko. “Getuige daarvan ons investeringsbudget van 16,4 miljoen euro voor 2015.”

Het wordt geen probleemloze rit. “Er mag dan wel sprake zijn van een conjunctuurherstel, maar er is nog altijd overcapaciteit in de markt”, zegt Van Tilborg. “Dat heeft prijzendruk en margeverlies tot gevolg. Ook de volatiliteit van de grondstoffenprijzen is er niet beter op geworden. Dat maakt het zakendoen moeilijker. Gestegen grondstoffenprijzen worden ook altijd te laat doorgerekend, en hebben dus een negatieve invloed op de marge.”

Volgens Frederik Ampe, hr-directeur van Europa’s grootste vloerbekledingsproducent Balta, zal de indexsprong de concurrentiepositie van zijn bedrijf verbeteren. “Een indexsprong van 2 procent is voor ons een hele slok op de borrel. U moet weten dat een textielarbeider in België ons 28 euro per uur kost. Voor onze concurrenten in de VS is dat 14 euro. In Turkije zitten we aan 4,4 euro.”

Gaat het goed met de bouw, dan gaat het goed met de economie, luidt het adagium. Reynaers Aluminium is een producent van aluminiumprofielen. “Wij zijn zeker geen bedrijf in crisis”, zegt CEO Martine Reynaers. “We hebben een paar moeilijke jaren gehad, maar zonder dramatische impact op de resultaten.”

Johan Willemen is een andere vertegenwoordiger van de bouwsector. Hij is CEO van het bouwconcern Willemen Groep, met 2300 medewerkers. België is goed voor 96 procent van de omzet. In 2014 daalde de omzet, maar Willemen verwacht dat het tij zal keren in 2015. Hij mikt op een stijging van de groepsomzet met 2 procent.

“Maar het rendement blijft achter, zeker in België”, zegt Willemen. “De concurrentie is veel te groot en de marges te klein. Je kunt je afvragen waarom er nog geen grote ongelukken zijn gebeurd in de bouwsector. Ik denk dat de grote aannemers een resem werven hebben die amper iets opleveren, en dat links en rechts compenseren met enkele projecten die het verschil maken.”

Hans Brockmans, Patrick Claerhout, Kurt De Cat, Bert Lauwers, Bruno Leijnse, Alain Mouton, Wolfgang Riepl, Johan Steenakkers, Jozef Vangelder

Lees het volledige dossier in Trends van deze week.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content