‘Regionalisering gezondheidszorg is een must’

© belga

De roep om een verdere regionalisering van het Belgische gezondheidszorgsysteem klinkt met de N-VA steeds luider. Een must als we minder verspilling willen, zeggen de voorstanders. Maar de weg ligt bezaaid met obstakels.

Achter de stellingenoorlog over de groeinorm voor de uitgaven in de gezondheidszorg woedt een veel fundamentelere strijd, over de toekomst van het hele gezondheidssysteem. Steeds vaker wordt hardop gepleit voor een snelle verdere regionalisering, ook wel defederalisering, splitsing of communautarisering geheten.

Nu is de bevoegdheid voor volksgezondheid hopeloos verdeeld, met preventie grotendeels als de verantwoordelijkheid van de regio’s, en behandeling en herstel het speelveld van de federale minister. Lieven Annemans, professor gezondheidseconomie aan de Gentse universiteit en de VUB, wil de volledige bevoegdheid voor gezondheid bij de regio’s onderbrengen.

“Het systeem werkt niet. We moeten via een stappenplan gaan naar zo’n regionalisering, want hoe dichter je bij de mensen staat, hoe efficiënter het systeem is”, zegt Annemans. “Niet dat daardoor plots alle problemen opgelost zijn. Maar als je doelmatiger wil werken in de gezondheidssector, moet het ervan komen.”

“Er zijn bijzonder veel inefficiënties in het systeem die te maken hebben met verzuiling en het corporatisme. Een regionalisering zou daar heel wat aan verhelpen”, zegt ook een welingelichte bron in de sector. Dat het een zware klus wordt, beseft Annemans maar al te goed. “Er zal veel tegenwerking zijn. Velen in deze sector houden niet van verandering, maar we moeten daar boven durven te staan.”

De N-VA heeft de defederalisering van de gezondheidszorg prominent in haar programma staan. De partij hanteert wel de term communautarisering omdat regionaliseren impliceert dat Brussel een eigen gezondheidszorg krijgt. Zelfs binnen de schoot van de CD&V borrelt het defederaliseringsidee. Voormalig CD&V-coryfee Wivina Demeester gaf daartoe al in de jaren negentig een aanzet. Zij was in de jaren tachtig en negentig in de Vlaamse regering lang verantwoordelijk voor volksgezondheid.

Dat de N-VA door de verkiezingen van vorige maand werd getransformeerd in een fors politiek machtsblok, versterkt natuurlijk de kracht van haar boodschap. “De organisatie van de gezondheidszorg gebeurt best zo dicht mogelijk bij de bevolking”, zegt ook senator Louis Ide, zelf arts en de specialist gezondheidszorg van de N-VA.

“We lijden hier onder reglementitis en administratitis. De gezondheidssector renoveren, efficiënter en doelmatiger maken, betekent vooruitgang. Technisch is die defederalisering niet zo moeilijk en wettelijk zeker niet. Kijk maar naar het verleden”, zegt Ide. Hij doelt daarmee op het onderwijs, inclusief medisch onderwijs, dat al in 1988 gemeenschapsbevoegdheid werd. “Ook dat leek toen onmogelijk, tot de stap uiteindelijk werd gedaan. Met positieve gevolgen.Cruciaal in de overwegingen om werk te maken van de verdere defederalisering, is het besef aan Vlaamse kant dat aan de solidariteit met Wallonië niet mag worden getornd. Ook voor de N-VA kan dat niet, zolang alles maar transparant verloopt.

De voorstanders van de verdere regionalisering zijn zich natuurlijk bewust van de vele obstakels. Brussel is zo’n obstakel, maar zeker niet onoverkomelijk, vindt Ide. “De inwoners kiezen, zoals bij het onderwijs, een taalrol. De ouders kiezen daar ook of hun kind naar een Nederlandstalige of Franstalige school gaat.”

Meer weerstand zal te vinden zijn bij de gevestigde waarden in de gezondheidszorg. “Mijn collega’s en ik zijn er geen voorstander van”, zegt Marc Justaert, de topman van de Christelijke Mutualiteiten. Een splitsing zou het systeem alleen maar complexer maken en geen meerwaarde bieden voor de patiënt.

Be.L.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content