De Portugese regering heeft de Europese Commissie om financiële hulp gevraagd. Analisten schatten dat het land ongeveer 80 miljard euro nodig heeft.
De aftredende Portugese premier José Socrates heeft de noodhulp tijdens een tv-toespraak bekendgemaakt. De Europese Commissie bevestigt de vraag.
Portugal probeerde maandenlang te weerstaan aan de druk van de financiële markten én van zijn Europese partners. Dat het land nu toch hulp inroept, heeft volgens Socrates te maken met het verwerpen door het parlement van zijn beparingsplan. Dat heeft de financiële situatie van het land nog dramatischer gemaakt, stelde hij woensdagavond.
“Ik ben ervan overtuigd dat het nog slechter zal worden indien er niets gebeurt”, verklaarde Socrates, die op 23 maart aftrad na een desavouering van het parlement. De Portugezen trekken door de val van de regering op 5 juni opnieuw naar de stembus.
“Ik heb een heel jaar gevochten om dit te vermijden, maar de verwerping van het besparingsplan heeft het land verzwakt en de financiering van de republiek, ons bankstelsel en de economie in gevaar gebracht”, klonk het. “Ik heb buitenlandse steun altijd als laatste redmiddel beschouwd. Door het nu niet te doen, zou Portugal risico’s lopen die het niet mag lopen”, voegde hij eraan toe.
