Personenbelasting 2013: Ingewikkelder, maar niet moeilijker

© Belga

Het nieuwe formulier voor de aangifte van de personenbelasting ziet er opnieuw wat anders uit: er staan twintig codes meer op dan vorig jaar. Maar dat hoeft uw belastingaangifte niet lastiger te maken.

Het is mei. De periode van het jaar waarin u uw aangifteformulier voor de personenbelasting moet invullen, is weer aangebroken. Het aangifteformulier voor het inkomstenjaar 2012 — het aanslagjaar 2013 — ziet er opnieuw wat anders uit: er staan 770 codes op, in plaats van 750 vorig jaar. Dat is een gevolg van de fiscale ingrepen die de regering-Di Rupo vorig jaar heeft doorgevoerd. Dat lijkt ingewikkelder, maar toch hoeft uw fiscale aangifte daardoor niet moeilijker te worden. De meeste belastingplichtigen moeten maar een beperkt aantal codes invullen. Op 52,24 procent van de aangiftes worden maximaal tien codes ingevuld.

Tip 1. Gebruik Tax-on-web De elektronische aangifte via Tax-on-web wordt almaar populairder. Vorig jaar hebben particulieren, ambtenaren en gevolmachtigden 3,39 miljoen aangiftes elektronisch ingediend. Het stijgende succes van de onlineaangifte heeft verscheidene oorzaken. Eerst en vooral is Tax-on-web een efficiënt en gebruiksvriendelijk systeem. Bovendien ontvangt de belastingplichtige die er gebruik van maakt zijn afrekening sneller. Vorig jaar vielen de eerste aanslagbiljetten al eind juli in de brievenbussen. Dat is goed nieuws voor wie belastingen moet terugkrijgen: de terugbetaling gebeurt aan het einde van de tweede maand die volgt op de maand waarin de belastingplichtige zijn aanslagbiljet krijgt. Die snelle afhandeling is een bewuste strategie van de overheid om nog meer burgers Tax-on-web te doen gebruiken. Minister van Financiën Koen Geens (CD&V) heeft laten weten dat de gebruikers van Tax-on-web ook dit jaar snel worden bediend.

Maar Tax-on-web heeft nog andere voordelen. Een elektronische aangifte invullen gaat sneller, want een aantal codes staat er al op ingevuld. Op de papieren aangifte moet u alles met de hand invullen. Op Tax-on-web staat een hulpfunctie, die u begeleidt bij het invullen van de codes. Met het systeem kunt u ook de aangifte van uw hypothecaire lening optimaliseren. De website herkent de meeste fouten en meldt ze onmiddellijk. En u kunt ermee uitrekenen hoeveel belastingen u moet betalen of terugkrijgt. Het gaat wel om een eerste raming; het definitieve bedrag vindt u later op uw aanslagbiljet. Bewijsstukken — zoals het attest voor een lening — kunt u via Tax-on-web elektronisch toevoegen.

U hebt tot 17 juli de tijd om uw aangifte online in te dienen; voor de papieren aangifte ligt de deadline op 26 juni. Maar het is raadzaam niet tot die uiterste datum te wachten. Kiest u voor een papieren aangifte, dan moet u er rekening mee houden dat de post tijd nodig heeft om uw envelop bij uw belastingkantoor te bezorgen. Maar ook bij een elektronische aangifte wacht u het best niet tot enkele minuten voor middernacht op 17 juli. Als te veel belastingplichtigen op hetzelfde ogenblik de website raadplegen, bestaat het risico dat het systeem crasht. Mandatarissen die een fiscale aangifte elektronisch voor hun klanten indienen, moeten dat uiterlijk op 16 oktober doen.
Ziet u het niet zitten om zelf uw fiscale aangifte in te vullen, dan kunt u daarvoor een beroep doen op ambtenaren van de federale overheidsdienst Financiën of op mandatarissen zoals boekhouders, fiscalisten en accountants.

Tip 2. Geef uw roerende inkomsten correct aan
In vak VII staan nieuwe codes om de roerende inkomsten op te geven die u in 2012 mogelijk hebt ontvangen. Dat is een gevolg van de extra belasting van 4 procent boven op het tarief van 21 procent roerende voorheffing voor spaarders die vorig jaar meer dan 20.020 euro per persoon hebben ontvangen aan dividenden en intresten — bijvoorbeeld uit termijn- en zichtrekeningen, obligaties en kasbons.

Spaarders hadden de keuze om de extra heffing te laten inhouden door hun bank. Hebben ze dat gedaan, dan hoeven ze daarvan niets meer aan te geven aan de fiscus. Lieten ze die 4 procent niet afhouden, dan moeten ze hun roerende inkomsten wel melden op hun belastingaangifte. De belasting wordt dan aangerekend via het aanslagbiljet. Het vrijgestelde deel van de intresten op spaarboekjes tot 1830 euro per persoon telt niet mee om de grens van 20.020 euro te berekenen. Het deel boven dat bedrag wel, maar het wordt niet onderworpen aan de extra belasting van 4 procent.

Als u in 2012 minder dan 20.020 euro interesten en dividenden hebt ontvangen, hoeft u de inkomsten waarop de roerende voorheffing al is ingehouden, niet meer aan te geven. Roerende inkomsten waarop u nog geen voorheffing hebt afgedragen, moet u wel aangeven, met uitzondering van het vrijgestelde bedrag van maximaal 1830 euro op de intresten van een spaarrekening en de vrijgestelde inkomsten van tak21- en tak23-beleggingsverzekeringen. Ook deze inkomsten moet u aangeven: de intresten en de dividenden die u rechtstreeks in het buitenland hebt ontvangen en waarop geen voorheffing is betaald, de intresten boven 1830 euro van een spaarboekje en de intresten van een lijfrente of een tijdelijke rente.

De extra belasting van 4 procent werd inmiddels afgeschaft. De heffing is sinds dit jaar vervangen door een algemene roerende voorheffing van 25 procent, ongeacht de hoogte van het roerend inkomen van de belastingplichtige.

Tip 3. Houd rekening met lagere fiscale voordelen
De regering-Di Rupo heeft een aantal belastingvoordelen vorig jaar geruisloos teruggeschroefd. Met een technische ingreep heeft ze belastingaftrekken vervangen door belastingverminderingen en enkele belastingverminderingen verlaagd. Een overzicht.

• Premies voor pensioensparen
Sinds het inkomstenjaar 2012 bedraagt de fiscale vermindering voor het pensioensparen 30 procent voor alle belastingplichtigen (plus de uitgespaarde gemeentebelasting). Tot het inkomstenjaar 2011 werd dat voordeel berekend tegen de bijzondere gemiddelde aanslagvoet van 30 tot 40 procent, die afhangt van het inkomen (plus de uitgespaarde gemeentebelasting). In het slechtste geval is uw belastingvoordeel dus 10 procentpunt lager dan tevoren.

• Premies voor een individuele levensverzekering
Ook het belastingvoordeel voor de premies van een individuele levensverzekering wordt beperkt tot 30 procent (plus de uitgespaarde gemeentebelasting). Vroeger was dat tussen 30 en 40 procent (plus de uitgespaarde gemeentebelasting).

• Werknemersbijdrage voor een groepsverzekering
Als u via uw werkgever of uw vennootschap bent aangesloten bij een groepsverzekering, worden de premies doorgaans betaald door uw werkgever of uw vennootschap. Maar vaak kan ook de werknemer of de bedrijfsleider persoonlijke bijdragen storten. Die premies geven recht op een belastingvermindering, die vanaf het inkomstenjaar 2012 wordt berekend tegen een eenvormig tarief van 30 procent (plus de uitgespaarde gemeentebelasting) in plaats van tegen de bijzondere gemiddelde aanslagvoet van 30 tot 40 procent (plus de uitgespaarde gemeentebelasting).

• PWA-cheques
Sinds het inkomstenjaar 2012 is het fiscale voordeel dat verbonden is aan PWA-cheques beperkt tot 30 procent (plus de uitgespaarde gemeentebelasting). Voor dienstencheques was dat al het geval.

• Kosten voor kinderopvang en giften
Giften en uitgaven voor kinderopvang blijven fiscaal aftrekbaar. Tot het inkomstenjaar 2011 werd het fiscale voordeel voor die kosten berekend tegen het marginale tarief (maximaal 50 procent, plus de uitgespaarde gemeentebelasting). Sinds het inkomstenjaar 2012 geldt een eenvormig tarief van 45 procent (plus de uitgespaarde gemeentebelasting).

• Beveiliging van een woning
Laat u uw privéwoning beveiligen tegen inbraak of brand — denk aan de plaatsing van speciaal inbraakbestendig glas, beveiligingssystemen voor deuren en ramen, en alarm- en camerasystemen — dan hebt u recht op een belastingvermindering. Tot het inkomstenjaar 2011 bedroeg die 50 procent van de investering (btw inbegrepen). Dat voordeel is sinds het inkomstenjaar 2012 verminderd tot een eenvormig tarief van 30 procent, met een maximum van 730 euro.

• Bezoldigingen voor een huisbediende
Neemt u een huisbediende in dienst die u privé tewerkstelt met een arbeidscontract — bijvoorbeeld als kok, huishulp, tuinman of privéverpleegster — dan kunt u hun bezoldigingen — ook de wettelijke sociale bijdragen en de eventuele opzeggingsvergoedingen — fiscaal in mindering brengen. Tot het inkomstenjaar 2011 gold voor die bezoldigingen een fiscale aftrek van 50 procent, met een maximum van 7320 euro. Die aftrek is sinds het inkomstenjaar 2012 vervangen door een belastingvermindering van 30 procent van de betaalde bezoldiging. Het maximum van 7320 euro bleef behouden.

Tip 4. Optimaliseer uw woonbonus
Twee aftrekbare bestedingen ontspringen de dans. Onderhoudsuitkeringen blijven voor 80 procent aftrekbaar. Het fiscale voordeel van die uitgaven wordt berekend tegen het progressieve tarief van de personenbelasting (maximaal 50 % plus de uitgespaarde gemeentebelasting). Ook aan de woonbonus of de aftrek voor de eigen en enige woning werd niet getornd. De intresten en de kapitaalaflossingen van een hypothecair krediet dat werd afgesloten na 1 januari 2005 voor de bouw of de verbouwing van de eigen en enige woning, en de premies van de waarborgende schuldsaldoverzekering, geven nog altijd recht op een fiscaal voordeel dat wordt berekend tegen de progressieve belastingtarieven (maximaal 50 % plus de uitgespaarde gemeentebelasting).

Voor het inkomstenjaar 2012 hebt u recht op een maximale aftrek van 2200 euro per medelener. Gedurende de eerste tien jaar van de lening komt daar nog eens 730 euro bij, op voorwaarde dat de woning in die periode uw enige woning blijft. Hebt u drie of meer kinderen ten laste op het ogenblik dat u de lening afsluit, dan kunt u aanspraak maken op een extra verhoging van 70 euro. Op die manier komt het maximaal aftrekbare bedrag uit op 3000 euro per medelener, of 6000 euro als u samen met uw partner hebt geleend. Het eigenlijke fiscale voordeel kan dan oplopen tot maximaal 50 procent van dat bedrag (plus de uitgespaarde gemeentebelasting), of iets meer dan 3000 euro per jaar voor een getrouwd of wettelijk samenwonend koppel.

Tip 5. Geef uw buitenlandse levensverzekering aan
De programmawet van 27 december 2012 verplicht de Belgische belastingplichtige om in het vak XIII van zijn belastingaangifte te melden of hij een of meer individuele levensverzekeringscontracten heeft bij in het buitenland gevestigde verzekeringsondernemingen. Bovendien moet hij opgeven in welk land — of in welke landen — die contracten werden afgesloten. Die verplichting geldt ook voor levensverzekeringscontracten die werden aangegaan door de huwelijkspartner van de belastingplichtige of door de kinderen waarover hij het ouderlijk gezag uitoefent.

De buitenlandse contracten die onder de aangifteplicht vallen, zijn tak21-verzekeringen (met een gewaarborgd kapitaal en rendement), tak22-contracten (bruidsschat- en geboorteverzekeringen) en tak23-producten (levensverzekeringen gekoppeld aan een of meer beleggingsfondsen). Tak 26-kapitalisatiecontracten vallen buiten de nieuwe regeling. De aangifteplicht geldt enkel voor levensverzekeringscontracten die werden aangegaan bij “een in het buitenland gevestigde verzekeringsonderneming”. In België gevestigde verzekeraars worden dus blijkbaar niet geviseerd.

De fiscus preciseert dat alle in het buitenland gesloten levensverzekeringscontracten die de belastingplichtige heeft gehad in het belastbare tijdperk — dus in 2012 — moeten worden opgenomen in de aangifte. Daaronder vallen dus ook contracten die in de loop van 2012 werden ontbonden.

Tip 6. Isoleer uw dak en trek de kosten af
Als u vorig jaar energiebesparende werken hebt laten uitvoeren aan uw woning — denk bijvoorbeeld aan de installatie van zonnepanelen — geven die geen recht meer op een belastingvermindering. Enkel dakisolatie komt nog in aanmerking voor een fiscaal voordeel van 30 procent (plus de uitgespaarde gemeentebelasting).

Hebt u energiebesparende investeringen laten uitvoeren waarvan de overeenkomst werd ondertekend voor 28 november 2011 en die werden betaald in 2012, dan geven die uitgaven recht op een belastingvermindering van 40 procent in plaats van 30 procent. Het hoeft dan niet alleen te gaan om dakisolatie. Ook andere kosten — zoals de installatie van zonnepanelen — vallen daaronder.

Johan Steenackers

Tax-on-web voor beginners

Tax-on-web is een beveiligde toepassing. U moet beschikken over een authenticatie om toegang te krijgen tot uw aangifte of taxbox. Als u getrouwd bent of wettelijk samenwoont, moet u een gezamenlijke aangifte indienen. Elke partner moet dan zijn eigen authenticatie hebben.

U kunt kiezen uit twee manieren om zich aan te melden: via uw elektronische identiteitskaart of via een token. Om met uw elektronische identiteitskaart toegang te krijgen tot uw taxbox, moet u beschikken over een kaartlezer en de vereiste software installeren op uw pc. Een token is een kaart die 24 persoonlijke codes bevat. De fiscus bezorgt u die nadat u zich hebt geregistreerd op Tax-on-web. Telkens als u de beveiligde website raadpleegt, vraagt het systeem één code uit de lijst — bijvoorbeeld de code naast het cijfer 8. Een token kunt u meerdere jaren gebruiken.

Zodra u toegang hebt gekregen tot uw taxbox, kunt u uw aangifte beginnen in te vullen. Als u klaar bent, kunt u het systeem laten ramen hoeveel belastingen u moet betalen of terugkrijgen. U dient uw aangifte in door op ‘onderschrijven’ te klikken. Bij een gemeenschappelijke aanslag moeten beide partners de aangifte onderschrijven.

In alle centra van de Administratie der directe belastingen kunt u uw aangifte door een ambtenaar via Tax-on-web laten indienen. Breng dan wel uw identiteitskaart en die van uw partner mee. Belangrijk is ook dat u de pincode van uw elektronische identiteitskaart kent. U kunt daarvoor ook een token aanvragen bij de fiscus.

Belastingvermindering kost meer

De regering-Di Rupo heeft een aantal fiscale voordelen teruggeschroefd, onder meer door belastingaftrekken te vervangen door een belastingvermindering. Door die maatregel krijgt u minder belastingen terug. Welke impact dat kan hebben op uw belastingfactuur, berekenen we aan de hand van het voorbeeld van Anja en Piet.

Anja en Piet zijn een getrouwd koppel met twee kinderen. Piet ontvangt een netto belastbaar inkomen van 59.000 euro, na aftrek van 13,07 procent socialezekerheidsbijdragen en de forfaitaire beroepskosten. Hij heeft een groepsverzekering, waarvoor hij een persoonlijke bijdrage van 2500 euro per jaar betaalt. Anja heeft een netto belastbaar inkomen van 40.000 euro. Beiden doen ze aan pensioensparen, waarvoor ze elk jaar het maximaal fiscaal aftrekbaar bedrag storten; voor het inkomstenjaar 2012 is dat 910 euro (samen 1820 euro). Ze doen een beroep op de diensten van het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap (PWA) en kochten in 2012 voor 2000 euro PWA-cheques. Elk jaar steunen ze een goed doel via een gift van 500 euro. De opvang van hun kinderen kostte hen 1500 euro in 2012. Ze hebben een alarmsysteem in hun woning geplaatst en daarvoor 5000 euro betaald.

Het fiscale voordeel voor de eigen bijdrage aan de groepsverzekering, voor het pensioensparen en voor de PWA-cheques wordt voortaan berekend tegen een uniform tarief van 30 procent, in plaats van tegen de bijzondere gemiddelde aanslagvoet, die voor Piet 40 procent en voor Anja 35 procent bedraagt. Zonder rekening te houden met de gemeentebelasting levert dat tegenover het aanslagjaar 2011 een extra belasting op van:

• voor het pensioensparen: (2 x 910 euro) x 30 procent in plaats van (910 euro x 40 %) plus (910 euro x 35 %) = 136,5 euro;

• voor de groepsverzekering: 2500 euro x 30 procent in plaats van 2500 euro x 40 procent = 250 euro.

• voor de PWA-cheques: 2000 euro x 30 procent in plaats van 2000 euro x 40 procent = 200 euro.

Het fiscale voordeel voor de giften wordt sinds het inkomstenjaar 2012 berekend tegen een tarief van 45 procent in plaats van tegen de marginale aanslagvoet. Dat levert een extra belasting van 25 euro op (500 euro x 45 % in plaats van 500 euro x 50 %).

Het fiscale voordeel voor de beveiliging van de gezinswoning van Anja en Piet wordt sinds het inkomstenjaar 2012 berekend tegen een uniform tarief van 30 procent in plaats van 50 procent. Het maximum is beperkt tot 730 euro. Dat geeft een extra belasting van 146 euro (730 euro x 30 % in plaats van 730 euro x 50 %).

Alles bij elkaar betalen Anja en Piet 757,5 euro belastingen meer tegenover het aanslagjaar 2011.

Ons advies

• Het nieuwe fiscale aangifteformulier lijkt weer complexer. Toch hoeft uw aangifte niet moeilijker te worden. De meeste belastingplichtigen hoeven maar een beperkt aantal codes in te vullen.

• De — inmiddels afgevoerde — extra belasting van 4 procent voor spaarders die in 2012 meer dan 20.020 euro aan intresten en dividenden hebben ontvangen, heeft slechts gevolgen voor een beperkt aantal belastingplichtigen. Wie die grens van 20.020 euro niet overschrijdt, hoeft geen roerende inkomsten aan te geven.

• Wie de grens van 20.020 euro wel overschrijdt, hoeft geen roerende inkomsten aan te geven als die belasting al werd ingehouden door de bank. Werd die belasting niet afgehouden, dan moet de belastingplichtige wel zijn roerende inkomsten aangeven.

Partner Content