Koppeling elektriciteitsmarkten moet leiden tot lagere prijzen, maar…

© istock
Luc Huysmans senior writer bij Trends

Nederland gaat vanaf 21 mei zijn elektriciteitsmarkt beter koppelen aan die van België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Oostenrijk. Dat is erg naar de zin van de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW), die de belangen van zakelijke energieverbruikers behartigt.

De marktkoppeling zorgt ervoor dat het elektriciteitsproductiepark in de zes betrokken landen zo efficiënt mogelijk wordt ingezet. Elke dag geven de betrokken netbeheerders zoals Elia in België, TenneT in Nederland en een deel van Duitsland de beschikbare grenscapaciteit door aan de marktkoppelingsinstantie, en geven de beurzen door wat per land is gevraagd. Een centrale instantie berekent vervolgens de import- en exportposities van de betrokken landen, en daarmee de prijs per uur per land.

Hans Grünfeld, algemeen directeur van VEMW, is enthousiast. “Uit simulaties blijkt keer op keer dat marktkoppeling leidt tot een welvaartstoename. Niet alleen wordt de transportcapaciteit beter benut, de operatie levert ook financiële prikkels om tijdig te investeren in de infrastructuur, en prijsverschillen te verkleinen.” Dat moet de Nederlandse bedrijven elektriciteitsprijzen opleveren die naar verluidt 20 tot 25 procent lager liggen.

Traditioneel liggen de prijzen voor elektriciteit hoger in Nederland dan in de buurlanden, omdat het land zwaar steunt op dure gascentrales. Door de problemen met de kerncentrales is de stroom in ons land echter duurder geworden dan bij onze noorderburen. Meer zelfs, door de grotere export naar België steeg de Nederlandse elektricteitsproductie in 2014, de eerste stijging in drie jaar.

Toch ziet Grünfeld ook nog risico’s. Ten eerste is er de vraag hoe de opbrengsten moeten worden verdeeld. Een ander is mogelijke marktmanipulatie, indien de versleuteling van het marktverdelingsalgoritme in verkeerde handen zou komen. Het grootste gevaar schuilt wellicht in beleidswijzigingen in Europese lidstaten. “Denk aan de Duitse Atomausstieg en de grootschalige nationale subsidiëring van duurzame energie, het stilleggen van kerncentrales in België en het nalaten van investeringen in alternatief productievermogen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content