De koopkracht van de Nederlandse bevolking is vorig jaar met 1,1 procent afgenomen. Dat maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag bekend. Het is het vierde jaar op rij waarin de Nederlandse koopkracht is gedaald.
De aanhoudende koopkrachtdaling is volgens het statistiekbureau CBS ‘geheel in lijn met de economische crisis en de oplopende werkloosheid’.
De jaren van koopkrachtverlies volgen op een lange periode (1985-2009) waarin de koopkracht met gemiddeld 1,8 procent per jaar toenam. Alleen in 2005 was sprake van een (lichte) daling aldus het CBS.
De meeste bevolkingsgroepen leverden vorig jaar in, maar zelfstandigen het meest. Zij hadden gemiddeld 3,3 procent minder te besteden. De spreiding is bij die groep wel groot. Een kwart van de zelfstandigen verloor 16 procent of meer, terwijl een even grote groep er minstens 10 procent op vooruit ging.
Ook uitkeringsgerechtigden gingen er flink op achteruit. Zo zagen gepensioneerden hun koopkracht met 3 procent slinken, onder meer doordat veel aanvullende pensioenen niet geïndexeerd, maar zelfs gekort werden. Alleen mensen met een vaste baan kregen er 0,4 procent bij. (Belga/BO)
