Jan Smets (NBB): ‘Het ECB-beleid is ook goed voor de spaarder’

© belga
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Jan Smets, de nieuwe gouverneur van de Nationale Bank, schaart zich 100 procent achter het expansieve beleid van ECB-voorzitter Mario Draghi. Maar hij vraagt aan de politici ook hun deel van het werk te doen.

Het beleid van de ECB om voor 60 miljard euro per maand effecten op te kopen, voornamelijk overheidsobligaties, en dit tot september 2016, is volgens Jan Smets absoluut nodig:

“De centrale bankiers moeten een antwoord geven op het risico van een te lange periode van lage inflatie en stagnatie in de eurozone. De ECB heeft daarop terecht gereageerd met dit aankoopprogramma. Het is de bedoeling de inflatieverwachtingen op het gewenste niveau van dichtbij 2 procent te verankeren. Te lage inflatie kan voor problemen zorgen, zoals een verhoging van het reële schuldniveau. Het programma wil ook de investeringskosten in de eurozone te verminderen. Want de muntunie kampt met een investeringsdeficit.”

Zien we nu al effecten van die bazooka? Volgens Mario Draghi wel. Dat is snel.

Jan Smets: “Er werd al weken geanticipeerd op de beslissing van de ECB, wat inderdaad effecten heeft gehad. De ECB heeft vorige week haar inflatie- en groeiprojecties opgevoerd. Dat is voor een stuk het gevolg van de ECB-beslissing. Al spelen ook de zwakkere euro, op zich ook een gevolg van het monetaire beleid, en de dalende olieprijzen daarin een rol.”

Zien we het effect niet vooral op de financiële markten? Het is toch de bedoeling dat het geld zijn weg vindt naar de ‘echte economie’ via kredieten aan bedrijven en gezinnen?

Jan Smets: “De jongste maanden zien we dat de rentedaling op de financiële markten opnieuw wordt doorgerekend in de rentetarieven die de banken hun cliënteel aanrekenen, en dit keer ook in de zogeheten perifere landen van de eurozone. Dat is bemoedigend. Het ECB-aankoopprogramma kan echter enkel pas echt succes worden als alle andere actoren hun werk doen. De ECB vermindert de financieringskosten voor leningen. Maar je hebt ook mensen nodig die willen investeren. Er is dus behoefte aan een economische omgeving die productieve en rendabele investeringen aanmoedigt. Het resultaat van het monetaire beleid hangt ook af van andere actoren. Vandaar dat de ECB altijd wijst op de noodzaak van de nodige hervormingen.”

Wat België betreft: gaan de hervormingen van de regering-Michel snel genoeg?

Jan Smets: “Er worden stappen in de goede richting gedaan. Ik merk dat de geplande pensioenhervorming volgens het Planbureau wel degelijk een impact zal hebben op de betaalbaarheid van de vergrijzing. De beslissingen moeten natuurlijk ook worden uitgevoerd. Of we goed bezig zijn, zullen we zien aan de evolutie van de werkgelegenheidsgraad en van onze concurrentiepositie.”

De werkzaamheidsgraad – 67 procent – blijft te laag.

Jan Smets: “Hier is een gezamenlijke inspanning nodig in het licht van een nieuw paradigma. We evolueren naar een arbeidsmarkt met een toenemende vraag als de economie herleeft, maar zet de vergrijzing het aanbod onder druk. Het zal erop aankomen optimaal gebruik te maken van het beschikbare talent.”

Een ander probleem is de concurrentiekracht. Hoe kan de regering het beste de lagere loonkosten financieren? Met een taxshift of met lagere overheidsuitgaven?

Jan Smets: “Vanuit de Nationale Bank zouden we zeggen: denk eerst aan minder overheidsuitgaven. Maar dat kan je niet van vandaag op morgen, anders wordt er snel voor eenmalige maatregelen gekozen. Je moet de uitgavenmechanismen aanpakken en dat gaat gradueel.”

Wat met een taxshift? Zal die verregaand genoeg zijn? En wat moet die inhouden?

Jan Smets: “Het is aan de regering om te beslissen wat haalbaar is. De Nationale Bank heeft in haar jaarverslag een aantal mogelijkheden aangereikt om een lagere belasting op arbeid te financieren: indirecte fiscaliteit, belasting op vermogen en vermogenswinsten, ecofiscaliteit,…. Je moet vooral kiezen voor stabiele bronnen van inkomsten.”

En dan denken we aan btw-verhogingen.

Jan Smets: “Het probleem van het Belgische btw-stelsel zijn de vele lagere tarieven en uitzonderingen.”

Terug naar het soepele monetaire beleid: houdt u rekening met neveneffecten zoals de lage spaarrente en het risico van zeepbellen?

Jan Smets: “Dit beleid is in eerste instantie gericht op monetaire stabiliteit. Financiële stabiliteit is iets anders. Maar wat zou er gebeurd zijn zonder dit aankoopprogramma? Dan dreigden we in een Japans scenario terecht te komen, wat een slechte zaak zijn voor de financiële stabiliteit. Maar het is juist: de lage rentevoeten kunnen banken en beleggers aanzetten tot risicogedrag en daarvoor moeten we opletten. Het is de taak van de centrale bank om dat risico te controleren en wij hebben de instrumenten om daarmee om te gaan. Voor bepaalde activiteiten kunnen we bijvoorbeeld een hogere kapitaalbuffer eisen.”

Zorgt het monetaire beleid niet voor een grotere vermogensongelijkheid? Door de lage rentevoeten brengt sparen voor de gewone burger bijna niets meer, op terwijl beleggen in aandelen wel voordelig is.

Jan Smets: “De beste manier om de ongelijkheid aan te pakken is het huidige monetaire beleid aan te houden. Als de inflatieverwachtingen worden verankerd en de prijsstabiliteit gegarandeerd, dan blijven contracten waardevast. Een ander element is dat de prijsstabiliteit de groei bevordert, dus voor jobs en investeringen zorgt. Dat helpt ook de spaarders, want dat zijn ook vaak mensen die werken of willen dat hun kinderen goede werkkansen krijgen. Overigens is de reële rente op spaarboekjes niet zo laag. Ze is positief.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content