Italiaanse rente rondt kaap van 7 procent

© belga

De Italiaanse langetermijnrente – op staatsobligaties van 10 jaar – klimt tot boven de symbolische grens van 7 procent.

De Italiaanse rente op staatspapier met een looptijd van 10 jaar blijkt ontstuitbaar, zelfs na het vertrek van premier Berlusconi. De langetermijnrente klom woensdagmorgen voor het eerst sinds juni 1997 tot boven de 7 procent. Rond het middaguur stond de rente al op maar liefst 7,39 procent.

Met een rente van die omvang wordt de schuldenlast van een land als onhoudbaar beschouwd. Beleggers laten er geen twijfel over bestaan dat ze geen vertrouwen hebben in het beleid van de derde economie van de eurozone. Dat Silvio Berlusconi niet langer aan het roer staat van de zinkende boot brengt daar voorlopig geen verandering in.

Kleinere eurolanden die de rente boven de grens van 7 procent zagen stijgen (Ierland, Griekenland en Portugal), waren genoodzaakt financiële hulp van Europa in te roepen omdat lenen op de markten zo goed als onmogelijk was geworden.

De kostprijs om zich te verzekeren tegen een wanbetaling van het Zuid-Europese land, via een zogenaamde credit default swap (CDS), is eveneens naar een recordhoogte gestegen.

Spread

Het verschil tussen de Italiaanse en de Duitse langetermijnrente – de spread – klom woensdagochtend bovendien voor het eerst sinds de introductie van de euro in 1999 boven 500 basispunten (5 procent). Dat verschil liep rond de middag op tot 565 basispunten (5,65 procent).

De rente op Belgisch staatspapier met een looptijd van 10 jaar steeg woensdag met meer dan tien basispunten tot boven 4,3 procent. Het verschil tussen de Belgische en Duitse langetermijnrente nam daarmee toe tot 267 punten.

Franse banken

De tollende Italiaanse rente is bijzonder slecht nieuws voor de Franse bankensector, die eind juni voor ruim 416 miljard euro aan Italiaanse obligaties in portefeuille had. De Duitse banken volgen met 162 miljard euro aan Italiaans staatspapier. De Britse banken tellen voor 74 miljard euro staatsobligaties uit Italië, de Nederlandse banken 52 miljard euro. Aangezien België sinds eind 2008 een grote aandeelhouder geworden is van BNP Paribas, zijn de Italiaanse zorgen ook de onze.

Beurzen

De beurs van Milaan reageert woensdag dieprood. De sterindex FTSE stond rond 11 uur ruim 3 procent in de min. Op het einde van de handelsdag staat de index 3,78 procent in in het rood. Ook op andere beurzen in Europa stapelden de verliezen zich op. Vooral de bankwaarden moesten het gelag betalen. Dexia klokt af met een verlies van 11 procent tot 0,37 euro, terwijl ook de Franse banken BNP Paribas (-2,40 procent) en Crédit Agricole (-2,53 procent) rood kleuren. (Belga/BO)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content