Is uw leasingauto veilig voor de fiscus?

© istock

Het Hof van Cassatie heeft zich uitgesproken over de vraag of leasingmaatschappijen onder het bankgeheim vallen. Dat is belangrijk voor belastingplichtigen die de aankoopoptie voor een geleasete bedrijfswagen lichten.

Over het Belgische bankgeheim _ en de uitholling ervan _ is al veel inkt gevloeid. Een particuliere belastingplichtige kan zich in principe beroepen op het bankgeheim als de fiscus zijn rekeningen bij de bank wil inkijken om zijn fiscale situatie te beoordelen. Maar is het bankgeheim ook van toepassing op andere instellingen met een financieel karakter, zoals leasingmaatschappijen?

Leasen met aankoopoptie

Geldt het bankgeheim ook voor leasingbedrijven? Dat kan een belangrijke vraag zijn. Stel dat u zaakvoerder bent van uw vennootschap, die voor u een wagen leaset. In veel leasingcontracten is een aankoopoptie opgenomen. Aan het einde van de leasingtermijn – bijvoorbeeld na vier jaar – kunt u die optie lichten. Uw vennootschap wordt dan eigenaar van de wagen. Ze kan de optie ook afstaan aan u, een familielid – bijvoorbeeld uw zoon – of zelfs aan een derde. Het interessante aan die formule is dat de aankoopoptie slechts een fractie van de werkelijke waarde is die de wagen heeft aan het einde van het contract. Op die manier kunt u heel goedkoop manier eigenaar worden van de wagen, of die eventueel met winst van de hand doen.

Fiscaal ontstaat er een zogenoemd belastbaar voordeel van alle aard. Dat betekent dat u tot 50 procent personenbelasting moet betalen op het verschil tussen de werkelijke waarde van het voertuig en de betaalde optieprijs.

Hof van Cassatie

Het Hof van Cassatie, het hoogste rechtscollege, heeft zich al enkele keren uitgesproken over de toepassing van het bankgeheim op leasingmaatschappijen. Het jongste arrest dateert van 22 mei 2014. Onderneming A leasete een BMW. Het bedrijf lichtte de aankoopoptie aan het einde van de leasing niet. De leasingmaatschappij verkocht de wagen aan een werknemer van onderneming B, die samenwerkte met onderneming A. Dat gebeurt voor een bedrag van 1054 euro, een stuk onder de werkelijke waarde van de wagen. De fiscus vroeg aan de leasingmaatschappij wie de optie had gelicht. Onderneming A werd belast, omdat ze een zogenoemd abnormaal voordeel had gegeven aan de werknemer van onderneming B. Dat betekende dat de onderneming A vennootschapsbelasting moest betalen op het verschil tussen de werkelijke waarde van de BMW en het optiebedrag van 1054 euro.

De fiscus was van mening dat het bankgeheim niet geschonden was, omdat enkel inlichtingen werden gevraagd over de derde koper “met betrekking tot een commerciële verrichting”. Het Hof van Cassatie stelde de fiscus in het ongelijk. Het bankgeheim was wel degelijk geschonden; de fiscus mocht geen inlichtingen vragen bij een leasingmaatschappij om de onderneming-leasingnemer te belasten.

Conclusie

Er geldt wel degelijk een bankgeheim ten aanzien van leasingmaatschappijen. Volgens het jongste arrest van het Hof van Cassatie mag de fiscus wel vragen wie een aankoopoptie heeft gelicht, maar dan alleen om de koper te belasten, en niet de leasingnemer.

Het volledig artikel kunt u lezen in Trends van 9 oktober 2014.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content