De inflatie is in oktober gedaald tot 0,63 procent. Dat is het laagste peil sinds januari 2010, meldt de federale overheidsdienst Economie (FOD).
De consumptieprijsindex daalde in oktober met 0,09 punt (-0,07 %) tot 122,56 punten in vergelijking met 122,65 punten in september. De daling is in de eerste plaats toe te schrijven aan de lagere prijzen voor motorbrandstoffen, aardappelen, verse groenten, huisbrandolie en hotelkamers.
In oktober werden motorbrandstoffen 4,4% goedkoper, de aardappelprijzen daalden met 14,9%. Andere verse groenten werden gemiddeld 3,6% goedkoper. De prijs voor huisbrandolie daalde met 1,1%. Een verblijf in een hotelkamer werd 3,3% goedkoper.
Prijsstijgingen waren er voor vlees (+0,6%), het onderhoud en reparaties van voertuigen (+1,3%), restaurant- en cafébezoek (+0,4%), schoenen en kledij (+0,4%), zuivelproducten (+0,8%), elektriciteit (0,6%) en vakantiedorpen (+11,8%).
De gezondheidsindex is in oktober wel toegenomen, met 0,18 punt naar 120,99 punten.
De spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen werd in oktober niet overschreden. Bij een overschrijding van de spilindex gaan de sociale uitkeringen en de weddes van het overheidspersoneel met 2 procent omhoog.
‘Index hervormen’
De technologiefederatie Agoria merkt op dat de onderliggende inflatie – energie en voeding niet meegerekend – niet gedaald maar wel al enkele maanden gestegen is. Daardoor worden vooral de binnenlandse diensten duurder, wat volgens Agoria een gevolg is van de indexering. Om de inflatiehandicap met de buurlanden op lange termijn weg te werken, moet de onderliggende inflatie beheerst worden en de indexthermometer hervormd, luidt het.
“Doordat de inflatie bij ons sneller steeg dan in de buurlanden, werd ons land duurder door de koppeling van de lonen aan de index. Tegen dit tempo zal het nog minstens 8 jaar duren voor dit inflatieverschil helemaal is weggewerkt,” verduidelijkt Paul Soete, CEO van Agoria. (BO)
