Het Belgische bankgeheim verdwijnt: is uw geld nog veilig voor de fiscus?

De Europese spaarrichtlijn en dubbele belastingverdragen ondermijnen het bankgeheim.

Luxemburg en België wisselen steeds meer financiële gegevens uit. Alleen Zwitserland weet de anonimiteit van de beleggers te betonneren dankzij haar Rubik-akkoorden, maar de prijs is hoog.

Jarenlang heeft het bankgeheim de Belgische belastingplichtigen bescherming geboden tegen de fiscus, die hun financiële rekeningen wilden doorlichten. Wie zich in eigen land niet veilig voelde, zocht zijn heil in Luxemburg of Zwitserland.

Fiscale fraude

Als gevolg van internationale strijd tegen de fiscale fraude, brokkelt de anonimiteit steeds verder af. Sinds de nieuwe wet van 1 juli 2011 is het Belgisch bankgeheim op sterven na dood. Diezelfde dag trokken Luxemburg en Zwitserland – twee landen, die officieel nog altijd geen gegevens uitwisselen – hun woonstaatheffing op spaarproducten op tot 35%.

Vincent Hovine, Estate Planner van vermogensbeheerder Puilaetco Dewaay: “Met deze bronbelasting behoudt de Belgische spaarder in Luxemburg en Zwitserland een zekere anonimiteit ten opzichte van zijn plaatselijke belastingcontroleur, omdat er geen gegevens worden uitgewisseld met de Belgische overheid. Deze anonimiteit is echter vrij onzeker, omdat het op termijn de bedoeling is over te stappen naar het Europees systeem van informatie-uitwisseling tussen de lidstaten.”

Belastingverdrag

Ondertussen neemt de publieke druk op landen met een gunstig belastingklimaat toe. Hovine: “Zo bevat het dubbel belastingverdrag tussen België en Luxemburg tegenwoordig de clausule dat het Groot-Hertogdom geen inlichtingen mag weigeren om de loutere reden dat ze in handen zijn van een bank, een trust, een stichting of een fiduciaire. Wel heeft Luxemburg gepreciseerd dat de uitwisseling van informatie alleen op gemotiveerd verzoek moet gebeuren. In de praktijk betekent dit bij ernstig vermoeden van fraude de buitenlandse bankrekeningen geopend worden.”

“Luxemburg zal echter niet tot een automatische uitwisseling voor inkomsten uit spaartegoeden overgaan” sust Gerd Goyvaerts, vennoot van Tiberghien Advocaten, de gemoederen: “De praktijk leert dat het Groothertogdom een belangrijke speler is in beleggingsverzekeringen, die nog altijd de dans ontspringen. Ook het jongste begrotingsakkoord van de Belgische regering laat deze producten onbelast. Zo blijft de traceerbaarheid van Tak 21 en Tak 23 gering. Dat trekt een bepaald publiek aan, dat fiscaal niet wenst te regulariseren. Toch verstrengen de aanvaardingsprocedures in Luxemburg. In tegenstelling tot het (verre) verleden passen de financiële instellingen in het Groothertogdom nu ook strenge aanvaardingsregels voor stortingen op rekening toe, hoewel de cliënt nog niet in alle gevallen de fiscale herkomst van zijn kapitaal moet bewijzen op dezelfde manier zoals dat voor een Belgische bank het geval is.”

“Nu de lidstaten in ruil voor een fikse vergoeding aan Zwitserland een uitzondering toestaan om geen bankgegevens te hoeven uitwisselen, lijkt mij de uitbreiding van de Europese spaarrichtlijn ten dode opgeschreven” vervolgt de vennoot van Tiberghien Advocaten.

Goyvaerts: “In tegenstelling tot het Rubik-akkoord is de woonstaatheffing immers niet fiscaal bevrijdend. Ook negotieerde het Verenigd Koninkrijk een voorschot van niet minder dan 500 miljoen Zwitserse franken op de bronheffingen. Als gevolg van de grote overheidstekorten zullen andere landen wellicht volgen. De onderhandelingen met Frankrijk zitten al in een ver gevorderd stadium.”

Zwitserse aanpak bekoort
Ondanks de relatief hoge prijs, bekoort deze pragmatische aanpak van de Zwitsers vele beleggers. Goyvaerts: “In België verandert de belastingwetgeving om de haverklap en wordt rechtsonzekerheid gecreëerd. Wat fiscale regularisatie betreft, bestaan in ons land een reeks van tekortkomingen. De strafrechtelijke immuniteit blijft beperkt. Geregulariseerde beroepsinkomsten worden doorgegeven aan de locale controle en er is geen verrekening van de woonstaatheffing. Ten slotte loopt de belastingbetaler na regularisatie nog altijd het risico op een discussie over de kwalificatie van het inkomen. In het slechtste geval kan een verbeurdverklaring worden toegepast, zelfs na fiscale verjaring.”

Eric Pompen
Het volledig dossier vindt u in Moneytalk van deze week

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content