Gemiddeld betaalde jobs verdwijnen

Het aantal gemiddeld betaalde jobs daalt. De jongste jaren ontstaat een polarisatie tussen hoogbetaalde en laagbetaalde arbeid in de dienstensector. Dat gaat ten koste van de gemiddeld betaalde jobs in de industrie en het lijkt alsof onze economie desindus-trialiseert. De belangrijkste oorzaak is de technologische vooruitgang.

De Leuvense econoom Maarten Goos maakt een onderverdeling tussen drie soorten functies: de hoogopgeleide en hoogbetaalde zoals managers en ingenieurs, de gemiddeld opgeleide zoals machine-operatoren of kantoorbedienden en de lager geschoolde en dus laagbetaalde werknemers zoals verkopers en werknemers uit de transportsector.

De onderzoeker ging na in welke mate het aandeel van elk van de drie categorieën in het totaal aantal gewerkte uren is geëvolueerd tussen 1993 en 2006. In 1993 waren de laaggeschoolde jobs goed voor 22 procent van de gewerkte uren. Vijftien jaar later was dat gestegen tot 23,5 procent. De middenopgeleide jobs waren in 1993 goed voor 46 procent van de gewerkte uren. Dat aandeel was in 2006 gedaald tot 38 procent. Het aandeel van de hoogopgeleide jobs steeg met 6,19 procentpunt naar meer dan 38 procent.

België kent een grotendeels vergelijkbare evolutie als het EU-gemiddelde, al is het aandeel van de middenopgeleide job iets sterker gedaald (-9,50 procentpunt) en hebben de hoog- opgeleide jobs een groter gewicht gekregen (+8,03 procentpunt). De toenemende jobpola-risatie is een algemeen Europees verschijnsel, maar laat zich het sterkst voelen in Frankrijk, Italië, Luxemburg en Oostenrijk. België komt op de vijfde plaats.

Volgens Goos is de verklaring van die jobpolarisatie niet te zoeken in offshoring en de de globalisering met een massale verhuis van productiebedrijven als gevolg. De polarisatie van de jobmarkt is een gevolg van de toenemende technologische vooruitgang met een stijgende vraag naar hoogopgeleiden. Het gaat vooral om ingenieurs en professionals in goedbetaalde dienstensectoren of technologiesectoren. Banen die in de loop van de jaren minder belangrijk zijn geworden, zijn vooral banen in de industrie die gekenmerkt worden door het repetitief uitvoeren van manuele handelingen.

Overgekwalificeerd

Volgens Goos leidt deze jobpolarisatie tot een toenemende inkomensongelijkheid en stijgt het aantal werknemers die te hoge kwalificaties heeft voor zijn job. Ze waren opgeleid om een beroep uit te oefenen in het middensegment, maar die jobs zijn aan het verdwijnen. Vandaar dat ze op zoek moeten gaan naar werk onder hun niveau.

Goos waarschuwt voor de negatieve impact van inkomensongelijkheid en vindt dat het beleid dit probleem slechts voor een deel opvangt. De democratisering van het hoger onderwijs speelt in op de toenemende vraag naar hoogbetaalde arbeid. Als die jobs in de toekomst gemakkelijk worden ingevuld zal dit een neerwaartse druk leggen op de lonen. Daarnaast stelt hij dat het beleid ervoor kan zorgen dat de inkomenskloof tussen hoogbetaalde en laagbetaalde banen beperkt blijft door het optrekken van minimumlonen in laagbetaalde dienstensectoren.

A.M.

Het aantal werknemers met te hoge kwalificaties stijgt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content