“Euforie over de dalende loonkosten is misplaatst”

© belga

De loonkostenhandicap blijft gigantisch hoog, hoewel de Belgische loonkostenhandicap tegenover de buurlanden voor het eerst in vijf jaar daalde. Er is geen reden tot juichen, zegt VKW-hoofdeconoom Geert Janssens.

In de eerste zes maanden stegen de Belgische loonkosten per uur met 3 procent terwijl ze in onze buurlanden met 3,6 procent toenamen, leren nieuwe cijfers van Eurostat. Daarmee maakt België een deel van zijn loonkostenhandicap met Duitsland, Frankrijk en Nederland goed. De lonen zijn vooral in Duitsland sterker gestegen na jaren van loonmatiging. Door de krapte op de Duitse arbeidsmarkt – in een aantal deelstaten is er sprake van volledige tewerkstelling – is er een opwaartse druk op de lonen.

“Euforie over de dalende loonkosten is misplaatst”, waarschuwt Janssens. “We berekenden dat de Belgische loonkostenhandicap sinds 1996 oploopt tot 8,3 procent. Als de trend in de buurlanden zich doorzet dan dalen de loonkosten hier inderdaad, maar dan komen we dit jaar wellicht toch nog uit op een loonkostenhandicap van 8 procent. De Eurostat-cijfers hebben betrekking op de eerste zes maanden van dit jaar. Afwachten wat de cijfers voor heel 2011 zijn. De kans is reëel dat de Belgische loonstijging uiteindelijk toch gelijke tred blijft houden met de buurlanden.”

Discussie over index blijft nodig

De Eurostat-cijfers zijn munitie in de handen van de vakbonden om een bijsturing van het automatisch-indexsysteem tegen te houden. Werkgevers wijzen er al jaren op dat de Belgische situatie waarbij de lonen automatisch worden aangepast aan de levensduurte de concurrentiekracht van onze ondernemingen onder druk zet. Het probleem wordt steeds acuter doordat de Belgische inflatie steevast hoger uitkomt dan in de buurlanden.

De index wordt een van de belangrijke sociaaleconomische thema’s van het najaar. De Nationale Bank werkt aan een studie over het indexmechanisme en de Europese Commissie vraagt dat België zijn automatisch indexsysteem aanpast.

“Of de loonkosten nu even dalen of niet, de discussie over de index is onvermijdelijk”, zegt Janssens. “In de periode 2005-’10 stegen de prijzen van basisproducten bij ons 2,3 procentpunt sneller dan in de buurlanden. De hogere koopkracht via de loonindex vertaalt zich ook in hogere prijzen voor producten die niets te maken hebben met olie, grondstoffen of voedselprijzen. Dat is koopkracht die letterlijk door de gootsteen vloeit, maar ondertussen wel de loonkostenhandicap opdrijft. Het is dus evident dat het systeem van loonindexering onder de loep wordt genomen.” (AM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content