Volgens Mario Draghi, voorzitter van de Europese Centrale Bank, wordt de eurozone geconfronteerd met een toenemend risico op instabiele prijzen.
“Het risico dat we uiteindelijk niet kunnen voldoen aan ons mandaat om prijsstabiliteit te garanderen, is groter dan zes maanden geleden,” zei ECB-topman Mario Draghi in een interview met de Duitse financiële krant Handelsblatt.
De inflatie in de eurozone is in november namelijk gedaald tot een alarmerend laag peil van 0,3 procent. Bovendien waarschuwde de ECB er eerder al voor dat de inflatie nog verder kan dalen als gevolg van de kelderende olieprijzen.
De inflatie in de eurozone bevindt zich met 0,3 procent in ieder geval ver onder het streefdoel van – net geen – 2 procent dat de centrale bank hanteert.
Door de steeds lagere inflatie neemt de vrees toe dat de eurozone in een periode van deflatie belandt, met een neerwaartse spiraal van dalende prijzen die de economische groei kunnen wurgen en de schatkist mogelijk uithollen tot gevolg.
Hoewel Draghi in het interview verklaarde dat het risico op deflatie wel degelijk bestaat, voegde hij eraan toe dat het risico weliswaar ‘beperkt’ blijft. De raad van bestuur van de ECB is ‘unaniem’ van oordeel dat de bank zal ingrijpen om de prijzen te stabiliseren indien nodig, aldus Draghi. Tools die daarvoor kunnen worden aangewend, zijn onder meer de aankoop van activa en het goedkoper maken van leningen aan banken.
De ECB onderzoekt momenteel ook de mogelijkheid om op grote schaal overheidsobligaties aan te kopen, de zogenaamde ‘quantitative easing’ (kwantitatieve versoepeling of ‘QE’). Een rondje QE zou moeten helpen om de zieltogende Europese economie aan te zwengelen.
Draghi zei in het Handelsblatt ook nog dat de eurozone waarschijnlijk geconfronteerd wordt met ‘een lange periode van zwakte’. Veeleer zwakte dan crisis, aldus de ECB-voorzitter. Draghi blijft niettemin ‘voorzichtig optimistisch’ dat de maatregelen van de centrale bank zullen volstaan om alle lidstaten van de eurozone in 2015 opnieuw richting groei te stuwen.
Hij riep ook de regeringen binnen de EU op het tempo van hun hervormingsplannen op te drijven, en de administratieve rompslomp aan banden te leggen om de Europese landen competitiever te maken. (BO)
