De vier tenoren van het Belgische durfkapitaal

Koen Dejonckheere (Gimv), Stijn Bijnens (LRM), Luc Bertrand (AvH) en Clair Ysebaert (PMV) staan samen voor een beheerd vermogen van 3,7 miljard euro.

Zij wikken en wegen over investeringen en de miljoenen aan lefgeld glijden bij manier van spreken door hun vingers. Toch zijn dit geen Gordon Gekko’s. “We voelen ons verantwoordelijk voor die duizenden gezinnen.”

Het had heel wat voeten in de aarde om de vier tenoren van het Belgische groei- en durfkapitaal samen te krijgen. Maar uiteindelijk stappen Koen Dejonckheere (Gimv), Stijn Bijnens (LRM), Luc Bertrand (Ackermans & van Haaren) en Clair Ysebaert (PMV) netjes op afspraak binnen. De sfeer tijdens hun eerste gezamenlijke afspraak met de pers is gemoedelijk, maar ook wel een beetje aftastend.

Met deze vier heren van stand had Trends een gesprek, over de stand van het land, over groei- en durfkapitaal, en over de recepten om ons land competitief te houden.

Europa stelt de groeicijfers opwaarts bij. Merken jullie op het terrein al iets van een eventuele kentering? Stijn Bijnens (LRM): “Limburg is een belangrijke maakeconomie, waar de automotive-industrie een zeer belangrijk deel van uitmaakt. Met de crisis werd die het diepst en het snelst getroffen. Vandaag zien we dat de pessimistische scenario’s niet de realiteit worden. Er zijn nog uitdagingen, maar de tendens lijkt eerder positief. Anderzijds, de verwachtingen waren zo laag, dat elk beetje beter onmiddellijk positief is.”
Koen Dejonckheere (GIMV): “We vreesden voor een double dip. Uit de signalen die we nu krijgen, blijkt echter dat de orders blijven doorgaan. Als die trend doorzet, moeten we overschakelen op een offensieve strategie, zowel in de ondernemingen als in het beleid. De voorbije twee jaar hebben we veel meegemaakt en defensief gehandeld, maar nu moeten we echt niet meer wachten, moeten er nieuwe accenten worden gelegd.”
Luc Bertrand (AVH): “Ik geloof dat de economie het over het algemeen beter doet dan men denkt. Er zijn wel grote verschillen. En in België hebben we toch een aantal zaken op orde te zetten. Ik ben globaal positief, maar over België maak ik me, onder meer door het mismanagement, zeer grote zorgen.”
Clair Ysebaert (PMV): “Ik durf het woord mismanagement niet te gebruiken, maar er is wel een gebrek aan langetermijnvisie en het geloof in eigen kunnen om initiatieven tot volle ontplooiing te laten komen.”

Zijn onze beleidsmakers zich nog altijd te weinig bewust van wat het mismanagement teweegbrengt?
Stijn Bijnens (LRM): “Ik ken in Limburg een aantal gevallen waar een loonkostenvergelijking wordt gemaakt tussen ons land en Duitsland. En in die dossiers, die ik persoonlijk ken en geobjectiveerd hebt, is er een loonkostenverschil van 12 procent ten opzichte van Duitsland.”
Koen Dejonckheere (GIMV): “Deze zaken zijn structureel, en we moeten ons daar niet veel illusies over maken. De achterstand in loonkosten die we hebben opgelopen in de industriële productie, kunnen we niet meer zo gemakkelijk inhalen. Toch niet als we blijven borduren op de lijn waarop we bezig zijn, er zijn nieuwe impulsen nodig. Ik zie vandaag geen ondernemers die nadenken over extra capaciteit in deze fase van het herstel. En als ze het al doen, dan niet hier. Gevolg: geen extra toegevoegde waarde of rijkdom voor onze contreien.”
Clair Ysebaert (PMV): “Ik wil wel even wijzen – om het pessimisme een beetje te doorbreken – op een aantal specifieke producten waar wij mee werken. Er is bijvoorbeeld een enorme toename van aanvragen voor de waarborgregeling. Daaruit leid ik af dat ondernemers toch voortdoen, ondanks alle negatieve berichten.”

In jullie jaarverslag weerklinkt unanimiteit: het was een moeilijk werkjaar, meer nood aan vervolginvesteringen, minder kansen op een exit. Waren er ook kansen? Koen Dejonckheere (GIMV): “Als je investeert in een bedrijf haal je de media. Maar dan begint het pas. We hebben allemaal een portfolio van ondernemingen, en we hebben allemaal aandeelhouders en stakeholders. En plots is het dan crisis. Het eerste moment ga je zorgen voor je portfoliobedrijven. Je bent een engagement aangegaan, en dat gaat over duizenden en duizenden mensen, gezinnen. Men vergeet dat graag hé, men kijkt liever naar de marketcap, naar de multiples of wat dan ook. Maar die duizenden mensen zijn onze eerste zorg. In tweede instantie kijk je of die crisis ook kansen biedt. En we hebben inderdaad ook nieuwe dossiers kunnen aanvatten.”
Luc Bertrand (AVH): “Ik deel die analyse. Wij hebben in de groep 16.000 mensen. Ik voel me daar verantwoordelijk voor. Je kunt welomschreven risico’s nemen in een periode waarin je de lange termijn ziet. Maar we hebben meer dan een jaar in de mist moeten rijden, en dan wil je weten wat er een meter verder gebeurt. Dan ga je niet met 100 kilometer per uur de snelweg op.”

Ondervinden LRM en PMV druk door die maatschappelijke rol? Stijn Bijnens (LRM): “De crisis was ook een opportuniteit om te bewijzen dat je wel degelijk nodig bent als overheidsinstrument. Het puur kapitalistische model zegt dat je niet moet ingrijpen. Ik denk dat we bewezen hebben dat we op een gegeven moment in de economische cyclus een rol hebben. In 2006-2007 verschenen artikels waarin de LRM als investeringsmaatschappij ter discussie werd gesteld. In 2009 heb ik daarover niks gelezen of gehoord. Een crisis heeft vele drama’s, maar we konden ook aantonen dat er een heel boeket aan investeringsmateriaal voor handen is, en dat iedereen een eigen plaats heeft.”
Clair Ysebaert (PMV): “De maatschappelijke rol van PMV staat buiten kijf. 2009 heeft bewezen dat flankerende overheidsinitiatieven uitermate zinvol kunnen zijn als de economie in de gevarenzone belandt. We hebben op dat ogenblik gezorgd voor zowat 81 miljoen aan bijkomende investeringen. Maar wij moeten altijd een moeilijke spreidstand maken. Als we snel onze investeringsbereidheid tonen, wordt onmiddellijk gevraagd of het belastinggeld wel goed besteed is. Risico’s nemen wordt in ons geval al gauw gelijkgesteld met verspilzucht. Maar als PMV niet stante pede beweegt als bedrijven het moeilijk hebben, vraagt men in het parlement of we onze maatschappelijke rol wel vervullen. Voorzichtigheid wordt in ons geval gelijk gesteld met immobilisme.”

Lieven Desmet

Het volledige interview leest u deze week in Trends

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content