‘De eurocrisis komt terug’

© Reuters

We hoeven ons geen illusies te maken, ook in 2016 loert een nieuwe eurocrisis om de hoek, waarschuwt Willem Buiter. De hoofdeconoom van de financiële reus Citibank ziet weinig beterschap voor beleggers. “Het blijft zoeken naar een beetje rendement op de bijzonder woelige markten.”

“De bouw van het Atomium en Expo 58 herinner ik me nog levendig”, zegt Willem Buiter over zijn jonge jaren. De loopbaan van zijn vader, de vooraanstaande Nederlandse econoom en politicus Harm Buiter, bracht hem als tiener naar ons land. Na zijn studie in Brussel trok hij de Angelsaksische wereld in. Na passages bij vermaarde universiteiten als die van Cambridge, Yale en Princeton, en belangrijke posities bij de Bank of England en Goldman Sachs verzeilde hij in 2010 als hoofdeconoom bij Citibank.

Zijn Nederlandse paspoort heeft hij ondertussen ingeruild voor een Brits en een Amerikaans. De onmiskenbare Nederlandse tongval is gebleven. Hij is thuis in New York, maar Europa houdt hem bezig. Het gesprek komt daar telkens weer op uit. Buiter, die nooit verlegen is voor een straffe uitspraak, zit in de belangrijkste economische discussie van de jongste jaren duidelijk in het kamp van de believers in een secular stagnation. “We staan voor een lange periode van lage groei en beperkte inflatie”, zegt hij beslist. “De wereldeconomie groeit volgend jaar met amper 2,5 procent, een stuk onder haar potentieel. Het probleem blijft dat er te veel schulden zijn, vaak bij zeer twijfelachtige partijen.”

De schuldencrisis in Europa is met andere woorden verre van voorbij?

Buiter: “Sinds de Europese Centrale Bank (ECB) beloofde de euro tot elke prijs te redden, is de ongerustheid over de schulden van de eurolanden afgenomen. Maar daarmee zijn ze nog niet weg. Daarvoor zou een groeiwonder nodig zijn: Spanje moet twintig jaar in het huidige tempo blijven groeien, of Italië moet decennialang met 7 procent groeien, zoals Ierland dit jaar. (Lacht) Dat zal natuurlijk nooit gebeuren. Dat betekent dat we de problemen vandaag misschien wel kunnen ontkennen, maar ooit verschijnen ze weer op het voorplan.”

In 2015 zorgde Griekenland voor de jaarlijkse dosis eurostress. Volgend jaar opnieuw?

Buiter:“Kijk, natuurlijk moet dat land diepgaand hervormen. Maar het besparingsbeleid in Griekenland is compleet krankzinnig. Athene bespaarde al 16 procent van zijn bruto binnenlands product (bbp). En toch vraagt Europa nog meer inspanningen. Ze eisen gewoon dat het land economische harakiri pleegt. Ja dus, de Griekse kwestie komt onvermijdelijk opnieuw op tafel.

“Alleen, de economische gevolgen van de Griekse kwestie zijn beheersbaar. Ik maak me meer zorgen over de andere Zuid-Europese landen. Italië moet dringend meer doen om zijn economie te hervormen. Maar is die wil er wel? Op veel postjes zitten nog net dezelfde mensen als onder voormalig premier Silvio Berlusconi. En Spanje staat volgend jaar voor verkiezingen waar het gevoerde beleid ter discussie staat en Catalonië dreigt zich af te splitsen.”

Wat ontbreekt in de eurozone om de steeds terugkerende vrees voor het voortbestaan van de muntunie te beteugelen?

Buiter: “De constructie is gewoon fundamenteel gebrekkig. Naast de begrotingsregels is er behoefte aan een resolutiemechanisme voor landen met te veel schulden. We hebben regels nodig om een onhoudbare schuldenberg gecontroleerd te herstructureren. Daarvoor moet er een soort Europees Monetair Fonds (EMF) komen, een onafhankelijk orgaan dat bepaalt of een land nog kredietwaardig is en wie desnoods de verliezen moet slikken. Anders is de eurozone op termijn onhoudbaar.

“Momenteel is het gewoon wachten tot het volgende land het vuur weer oppookt. Er zijn kandidaten genoeg. De schulden zijn ook hoger dan in 2007, de kredietverslaving is nog toegenomen. Je ziet de problemen alleen minder door de lage rente. We hebben een verzekering nodig vóór een nieuwe brand uitslaat, maar Europa wacht altijd tot het huis al in lichterlaaie staat.”

Met een EMF zouden we de constructie overeind houden. Maar hoe maken we ze weer fundamenteel gezond?

Buiter:“Volgend jaar zal de Europese economie met 1,5 procent groeien. Dat is niet eens genoeg om de nog altijd hoge werkloosheid betekenisvol te doen dalen. En de jeugdwerkloosheid is nog dramatischer. Ik vrees echt voor een verloren generatie. De potentiële groei moet dus hoger. Daarvoor zijn hervormingen nodig. Zo moet Frankrijk dringend zijn overheidsbeslag _ vandaag 56 procent van het bpp _ terugdringen en zijn arbeidsmarkt hervormen. De stappen van president François Hollande zitten wel in de juiste richting, maar het is allemaal veel te weinig. Hetzelfde geldt trouwens voor België.”

Frankrijk en België moeten hun overheid afbouwen, maar na de aanslagen in Parijs vieren ze de begrotingsteugels. Dat lijkt een stap in de verkeerde richting.

Buiter “Niet noodzakelijk. Een neveneffect van de horror van Islamitische Staat (IS) is dat overheden nu tenminste geld beginnen uit te geven, vooral aan veiligheid en het conflict in Syrië. Europa zal dat niet leuk vinden, maar we hebben investeringen nodig. Vreemd genoeg hebben we een lange traditie van leningen om conflicten te financieren, maar niet om productieve investeringen te betalen. Nochtans zijn er meer dan voldoende projecten die zich op termijn terugbetalen. Daar moeten we geld aan uitgeven. Landen als België, Duitsland en Groot-Brittannië moeten dringend investeren in hun infrastructuur. Maar dat blijft een taboe in Europa. En ik merk daar nog geen mentaliteitswijziging. De meer noordelijke Europese landen blijven vasthouden aan hun begrotingsdogma’s, op basis van economische theorieën die ze verkeerd begrijpen.”

De investeringen in veiligheid vallen samen met een ruk naar rechts in Europa.

Buiter: “Wat we vandaag zien, gaat verder dan het traditionele nationalisme. Europa flirt weer met het fascisme. Veel van die oprukkende rechtse partijen zijn niet alleen racistisch, ze zijn ook anti-Europees: tegen de Europese Unie en de euro. Die trend jaagt me nog de meeste schrik aan, meer dan de schuldenproblemen. Gelukkig is dit weekend bij de regionale verkiezingen in Frankrijk een ramp nog nipt vermeden.”

Net op dit moment moet Europa ook een antwoord zien te vinden op de vluchtelingenstroom en het migratievraagstuk.

Buiter:“Dat wordt een beslissend moment voor Europa. Meer dan voor elk ander probleem is in die kwestie een echte Europese aanpak nodig. We moeten de lasten delen, goede afspraken maken en die nakomen, en werk maken van integratie. De hoop was dat een strenge winter de vluchtelingenstroom zou vertragen, maar de mensen zullen blijven komen. Ook op lange termijn. En ook al zeggen wij dat we niet willen dat ze komen. Zelfs lang na het conflict in Syrië zullen overbevolking en klimaatsverandering mensen richting Europa drijven.

“Maar er zit ook een positieve kant aan het verhaal, een kans voor Europa om zich heruit te vinden. Je kunt onmogelijk een gesloten eiland creëren met hoge lonen en een uitgebreid sociaal vangnet achter een grote muur, met een zee van ellende eromheen. Maar als we vluchtelingen kunnen integreren en ze aan het werk krijgen, kunnen we het systeem houdbaar maken. Tenminste voor een paar decennia. Ben ik optimistisch dat we daarin zullen slagen? We zullen simpelweg moeten, of Europa zal instorten.”

Kan Europa er ook volgend jaar op rekenen dat de economie overeind blijft door de uitzonderlijke cocktail van de lage rente, de zwakke euro en de goedkope grondstoffen?

Buiter:“Ja, normaal wel. Tenzij de politiek roet in het eten gooit. Groot-Brittannië kan bijvoorbeeld beslissen de Europese Unie te verlaten. Een brexit is een serieus risico. Europa kan niet anders dan weinig toe te geven aan de eisen van de Britse premier David Cameron, anders zullen ook veel andere landen uitzonderingen vragen. En dus is het hoogst onduidelijk welke opties er uiteindelijk zullen zijn bij het referendum van volgend jaar. Laat staan wat de uitkomst is.

“Vooral voor het Verenigd Koninkrijk zouden de gevolgen desastreus zijn. Ik verwacht een horrorshow, mogelijk valt het land zelfs uiteen. Schotland kan snel voor de onafhankelijkheid en de aansluiting bij de Europese Unie kiezen, wie weet kort nadien gevolgd door Wales en Noord-Ierland. En dan moet de discussie over de verdeling van de schulden en de bezittingen nog beginnen. Een brexit zou ook zwaar wegen op de rest van Europa en een eind maken aan het herstel. Momenteel liggen de peilingen veel te dicht bij elkaar om zo’n scenario helemaal uit te sluiten. En stel u voor wat een zware terroristische aanslag in Londen kort voor het referendum zou betekenen voor de uitkomst ervan.”

Met of zonder grote ongelukken, de groei in Europa blijft historisch laag. Hoe komt dat?

Buiter:“De vergrijzing speelt een rol, maar daar kunnen de vluchtelingen dus onbedoeld een handje toesteken. Daarnaast zijn de economieën van de meeste eurolanden door regels verstoord en kapot belast. En het besparingsbeleid hield ons veel langer dan nodig in een recessie. Natuurlijk is Europa onpopulair bij de bevolking, want het zegt overal nee op. De Verenigde Staten hebben bewezen dat met investeringen en een onmiddellijke versoepeling van het monetaire beleid een veel snellere uitweg uit de crisis mogelijk was.

“ECB-voorzitter Mario Draghi, die volgend jaar wellicht nog meer geld in de economie zal pompen, lijkt al tot inzicht gekomen. Maar de overheden zijn nog niet wijzer. Het Juncker-plan van de Europese Commissie om te investeren in Europa stelt niets voor. Het is niet alleen klein in omvang, het is niet eens vers geld.”

Kunnen de Verenigde Staten de rol van de motor van de wereldeconomie op zich nemen?

Buiter: “De Amerikaanse economie presteerde sinds de crisis duidelijk beter dan die van de andere ontwikkelde landen. Maar ook in de Verenigde Staten bedraagt de groei amper 2,5 procent. De groeilanden vertragen wel, maar ze groeien nog altijd fors sneller dan de Verenigde Staten. Amerika kampt veelal met dezelfde problemen als Europa. De potentiële groei is fors gedaald. Er wordt veel te weinig geïnvesteerd, zowel in infrastructuur als in mensen. En er zijn veel te veel regels bij gekomen. Het beste bewijs is spectaculaire toename van het aantal advocaten in het land.

“In de Verenigde Staten komt daar nog het probleem van de verdeling van de welvaart bovenop. De ongelijkheid is enorm toegenomen in het land. De brede middenklasse is weggevaagd. Bijna een derde van de bevolking is arm, een vijfde is rijk. Eigenlijk is er een minimumloon nodig en een gegarandeerd minimuminkomen. Maar dat blijft compleet onbespreekbaar, ongeacht wie volgend jaar de presidentsverkiezingen wint. Het land wordt geregeerd door angst, afgunst en populisme. Ik denk dat Europa beter gepositioneerd is om uitdagingen als de toenemende ongelijkheid het hoofd te bieden.”

Is in die moeilijke context wereldwijd een normalisering van het monetaire beleid mogelijk?

Buiter: “Absoluut niet. De Federal Reserve (Fed) zal de Amerikaanse rente volgend jaar vermoedelijk in twee of drie stappen tot 1 procent verhogen. Maar het herstel na de crisis is al zes jaar oud en de eerste problemen beginnen zich al af te tekenen. De schulden bij de Amerikaanse bedrijven zijn fors toegenomen, terwijl de inkomsten door de dure dollar onder druk staan. Het herstel kan nog wel even doorzetten, maar de beleidsrente in de Verenigde Staten zal maximaal 2 procent bedragen op het moment dat de Fed zijn rente alweer moet verlagen. En dus zal het niet lang duren voor de rente weer op nul staat.

“Bij de volgende recessie zullen alle grote centrale banken hun rente onder nul verlagen, voorspellen wij. Liever dat dan hun balans opnieuw verder op te blazen door obligaties in te kopen. Een herhaling van dat crisisbeleid zou betekenen dat ze nog meer op kolossale hefboomfondsen lijken dan vandaag al het geval is. En de centrale bankiers zijn er als de dood voor dat de politiek dan inspraak zou eisen in hun beleid. We kunnen dus maar beter gewoon worden aan een wereld met negatieve rentes.”

Wat betekent een wereld van negatieve rentes voor beleggers en spaarders?

Buiter:“In het verleden kon je tot 4,5 procent rendement halen zonder risico te nemen. Vandaag bedraagt het risicovrije rendement simpelweg 0 procent. En dus moet een belegger meer risico nemen om enige return te krijgen. Zolang mensen dat erkennen, is er op zich geen probleem. Ik vrees alleen dat meer en meer mensen niet begrijpen dat ze voor een rendement van 3 procent al veel risico nemen. Op zoek naar een hoger rendement trokken beleggers bijvoorbeeld tot 2013 massaal naar de groeilanden, zonder die regio’s goed te kennen. Tot de Fed een renteverhoging ter sprake bracht en de kapitaalstromen omkeerden, met grote verliezen tot gevolg.

“Die vaak onbezonnen zoektocht naar rendement veroorzaakt meer volatiliteit. Vandaag is dat goed te zien op de markt voor hoogrentende Amerikaanse bedrijfsobligaties. De omvang van de problemen is wel nog niet zo groot. (Lacht) Het is dus nog te vroeg om nu al over de volgende grote financiële crisis te spreken.”

Jasper Vekeman

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content