‘De economie nu niet versmachten met te zware besparingen’

© Jonas Hamers / IG

Minister van Financiën Koen Geens (CD&V) ziet een btw-verhoging en een vermogenswinstbelasting wel zitten. Met de opbrengsten kan de regering een belastingverlaging voor vennootschappen en arbeid financieren. Maar de zwaarste besparingen worden het beste uitgesteld tot na de verkiezingen.

Minister van Financiën Koen Geens, amper 100 dagen in dienst, verraste vriend en vijand met boude uitspraken over het spaarboekje (zie kader Spaarboekjes discrimineren?). In de luwte van de politiek werkt hij bovendien aan een grondige hervorming van het Belgische belastingstelsel.

Hoe zal die grote belastinghervorming eruitzien?

KOEN GEENS. “De belastingen bestaan voor ruim 40 procent uit heffingen op arbeid. Dan volgen die op vermogen, zoals voor vennootschappen, de zelfstandigen en de vermogens. Die zijn samen goed voor 30 procent. De btw, of de belasting op consumptie, is goed voor een kwart van de inkomsten. De rest zijn milieubelastingen. Die verhouding is wat scheefgetrokken. Het aandeel op arbeid is te hoog, daar zijn alle partijen het over eens. Waar is er nog marge voor een verhoging? Op milieu en consumptie. En er is nog een beetje marge op vermogen.”

Pleit u voor een beetje vermogensbelasting? GEENS. “Neen. Zelfstandigen en vennootschappen zijn de motor van de economie. Daar moet de druk dus omlaag. In mijn jonge jaren heb ik de vermogensbelasting grondig bestudeerd. Die was toen al ingevoerd in Frankrijk, Duitsland en Nederland. Een vermogenstaks geeft ook de perceptie van een dubbele belasting, want dat geld is al ooit belast. Ik geloof er niet in. Een financiële vermogensbelasting treft vooral mensen die spaarzaam zijn en geld opzijleggen voor later. Een belasting op winst of inkomsten uit vermogen is wel bespreekbaar.”

De Europese Commissie meent dat de structurele besparingsmaatregelen van ons land maar goed zijn voor 0,74 procent van het bbp in plaats van de gevraagde 1 procent.

GEENS. “We zullen verdedigen dat we aan 1 procent geraken. Als dat niet lukt, moeten we waarschijnlijk bijkomende inspanningen overwegen.”

U wilt de zwaarste besparingen vooruitschuiven, naar 2015. Bent u dan toch een echte politicus geworden?

GEENS. “We moeten tegen 2015 nog een structureel begrotingstekort van 2,8 procent van het bbp wegwerken. 1 procent doen we dit jaar. Blijft over: 1,8 procent. We kunnen die spreiden door in 2014 en 2015 telkens 0,9 procent te besparen. Maar we moeten realistisch zijn. De regering bestaat uit zes partijen en in 2014 krijgen we de moeder van alle verkiezingen. Er is dus zenuwachtigheid. Positief is dat de volgende regeringsonderhandelingen niet over een staatshervorming zullen gaan — die voeren we uit. Het kan dus snel gaan. Ons voorstel aan de Europese Commissie is dat we in 2014 minstens 0,6 procent besparen en 1,2 procent in 2015. Na een verkiezing zal de nieuwe regering de moed en het perspectief van vijf jaar hebben om die besparingen te realiseren.

“We moeten ambitieus zijn, maar ook rekening houden met de omvang van de operatie. 0,1 procent van het bbp, dat is 385 miljoen euro. Volgend jaar zullen we dus, in volle crisis, 0,6 procent of 2,3 miljard euro besparen. Dat is veel geld.

“Ik zag onlangs Peter Praet van de Europese Centrale Bank. Hij zei dat we dit jaar misschien nog een recessie krijgen. Op zo’n moment moet je de economie niet nog verder versmachten met zware besparingen. Volgend jaar is er wel zicht op beterschap.”

Een staatshervorming die het gros van de financiële verantwoordelijkheid doorschuift naar de deelstaten, zou alle overheden van het land dwingen te bezuinigen. Is de beste structurele besparing niet een doorgedreven staatshervorming?

GEENS. “Ja. Op termijn is het denkbaar dat we werken aan een verdere staatshervorming. Maar de inkt van de vorige is nog niet droog. Volledige departementen van ambtenaren en grote budgetten moeten nog worden overgeheveld. We gaan bij de volgende coalitieonderhandelingen toch niet weer spreken over een nieuwe grondige staatshervorming? Net omdat we deze dan achter de rug hebben, kunnen we opnieuw onze aandacht richten op de echte problemen.”

Zegt u nu dat de staatshervorming een faux problème is, zoals nogal wat Franstaligen poneren?

GEENS. “Neen. We zijn bezig aan een grondige renovatie van het staatkundige huis België. Dat is nodig, net zoals het huis van de Europese Unie voortdurend wordt aangepast. Maar je kunt een huis niet permanent verbouwen. Af en toe is een rustpauze nodig. De Belgische staat is nooit af, maar we moeten eerst de economie en de financiën verder op orde brengen. De politiek kan de economische problemen wel uitstellen, maar niet afschaffen.”

U zei bij Kanaal Z dat de deelstaten meer moeten bijdragen tot de schuldsanering. In een interview met Trends, drie jaar geleden, zei u in een vergelijkbare context: “Vlamingen moeten neen leren zeggen”. Is dit zo’n moment?

GEENS. “Waarschijnlijk zal de Vlaamse regering soms weer neen zeggen, en soms ook ja. De federale overheid besteedt 25 procent van alle overheidsinkomsten, evenveel als de deelstaten. De sociale zekerheid is goed voor meer dan 40 procent. 5 procent wordt uitgegeven door de gemeenten. Het is logisch dat elk niveau zijn aandeel in de besparingen doet om een budgettair evenwicht te bereiken, zoals ook de Europese Commissie trouwens laat doorschemeren. Ik stel wel vast dat de Vlaamse begroting al in evenwicht is. Dat niveau valt dus niet veel te verwijten.”

In een ander interview noemde u België een belastingparadijs voor holdings. Is dat nog altijd zo?

GEENS. “Ja, en dat is vandaag niet meer dan normaal. Elk land heeft zijn niche om een bepaald soort bedrijven aan te trekken. Ik pleit echter voor een gemeenschappelijke belastingbasis in Europa. Elk land kan dan eventueel een laag tarief, maar ook andere troeven, zoals de ligging en de goed opgeleide arbeiders, in de strijd voor investeringen gooien. Zolang dat niet het geval is, creëert elk land uitzonderingsstatuten. We mogen daarom niet unilateraal tornen aan het holdingstatuut of de notionele-intrestaftrek. We zouden ons in de voet schieten.”

Uw collega en gewezen confrater Michel Maus noemt dit lobbyfiscaliteit. Dat geldt ook voor allerhande fiscale aftrekken en stimulansen. Leidt een en ander tot een inefficiënte, incorrecte fiscaliteit, die bovendien een leger van 27.000 ambtenaren in stand houdt?

GEENS. “De voorbije jaren is het bestand met 5000 ambtenaren afgenomen. Ik ben niet akkoord met de negatieve term lobbyfiscaliteit. Het doel van belastingen is geld innen voor de overheid, vermogens herverdelen en het beleid sturen door bepaalde economische of financiële activiteiten aan te moedigen en de groei te stimuleren. Geen lobby-, maar beleidsactiviteit dus.

“Het politieke doel rechtvaardigt fiscale uitzonderingen, maar het geheel is wel veel te complex. Bovendien geeft een hoge nominale vennootschapsbelasting met veel aftrekmogelijkheden een vertekend beeld aan potentiële investeerders. We moeten hen uitleggen dat we op het eerste gezicht een hoge belasting hebben, maar dat de last in realiteit veel minder zwaar is. Er is behoefte aan transparantie. We moeten elke uitzonderingsmaatregel tegen het licht houden om te weten of hij nog wenselijk en efficiënt is. Taboes zijn daarbij uitgesloten.”

Luxemburg geeft zijn statuut als bancair belastingparadijs op. Is dat een teken aan de wand? GEENS. “Ja. Het wordt stilaan onmogelijk spaartegoeden te verbergen. Terecht, want zo betaalt iedereen zijn correct deel aan belastingen. We hebben vorige week trouwens afgesproken dat vijftien EU-lidstaten onderling de Amerikaanse regels van volledige transparantie zullen hanteren en informatie over elkaars belastingplichtigen automatisch zullen uitwisselen. De Commissie zal onderhandelen met landen als San Marino, Monaco, Liechtenstein, Andorra en Zwitserland om een systeem van automatische uitwisseling van financiële informatie uit te werken. De Europese Spaarrichtlijn moet op termijn worden uitgebreid naar alle inkomsten en vermogens in de informatie-uitwisseling. Dat is niet meer dan rechtvaardig.”

Wanneer komt er eindelijk volledige duidelijkheid over de manier waarop de fiscale regularisatie wordt georganiseerd? GEENS. “We zijn snel. Binnen enkele weken is het kader klaar, om vanaf juli de fiscale regularisatie mogelijk te maken.”

Een krant kopte de dag na uw aanstelling ‘ACW-advocaat wordt minister van Financiën’. Was u toen kwaad? GEENS. “Helemaal niet. Ik had niets anders verwacht. Gedachten zijn nu eenmaal vrij.”

Hans Brockmans

Spaarboekjes discrimineren? Minister van Financiën Koen Geens maakte een flitsend politiek debuut, toen hij het voorstel van eurocommissaris Olli Rehn steunde om de staatswaarborg voor spaarboekjes te beperken tot 100.000 euro. Daarmee joeg u de socialisten in de gordijnen en maakte u de spaarders ongerust.

KOEN GEENS. “De waarborg is nooit hoger geweest dan 100.000 euro, dus waar hebben we het eigenlijk over? Er is geen reden om ongerust te zijn, integendeel. Ten eerste verhoogde de regering het gewaarborgde bedrag al van 20.000 naar 100.000 euro per persoon en per bank. Een gezin met drie kinderen kan het spaargeld dus spreiden over drie banken en zo een spaarpot van 1,5 miljoen euro afschermen. Dat is niet niks.

“Ten tweede heb ik aansluitend bij de Banking Recovery and Resolution Directive bij de Raad van de Europese ministers van Financiën gepleit om de zekerheid zelfs te verhogen. Spaarders zouden volgens mijn voorstel een voorrecht krijgen bij een eventueel faillissement (en dus eerder dan andere schuldeisers worden uitbetaald, nvdr.).

Later haalde u de krantenkoppen met een voorstel om het fiscale voordeel van de spaarboekjes op termijn te beperken.

GEENS. “U zegt het juist: dat waren krantenkoppen. Ik heb dat nooit gezegd. Ik heb enkel verwezen naar het voorstel van de Nationale Bank van juni 2012 over, wat zij noemt, de subsidie aan het spaarboekje. Het probleem is dat 242 miljard euro die nu op de spaarboekjes staat, onvoldoende kan worden ingezet in de reële economie. Dat geld is voor de banken immers een kortetermijnschuld. Het is gevaarlijk daarmee langetermijnkredieten te verlenen, omdat spaarders dat geld onmiddellijk kunnen opvragen. Een voordelig fiscaal regime voor de langetermijnkasbons zou dat kunnen oplossen en meer dynamiek brengen in de economie. Mutatis mutandis geldt dezelfde redenering voor het fiscale voordeel dat we willen geven aan de volkslening, die de kmo’s, de bouw van scholen en hospitalen zal ondersteunen.”

Kortom: u streeft dus naar de discriminatie van het spaarboekje? GEENS. “Ja, absoluut.”

Partner Content