Daan Killemaes

‘De Belgen zijn de slechtste beleggers ter wereld’

Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Trends selecteerde de beste – of toch de meest opmerkelijke – artikels van 2017. Een daarvan ging over de spaarijver van de Belgen. ‘De Belgenmop die ons 10 miljard euro kost’, oordeelt Trends-hoofdredacteur Daan Killemaes.

U heeft met z’n allen de voorbije decennia zodanig veel gespaard dat België een stevige spaarpot in het buitenland heeft opgebouwd. Netto, dus na aftrek van onze buitenlandse schulden, hebben we over de grens 240 miljard euro opzijstaan, of ongeveer 60 procent van ons bbp. Daarmee horen we bij de koplopers in Europa en dat is vooral te danken aan de spaarijver bij de bedrijven en gezinnen, die de schuldendrang van de spilzieke overheid meer dan compenseren. Tot daar het goede nieuws. Want wie de rendementen op onze buitenlandse portefeuille nader bekijkt, doet een vreemde vaststelling.

Het rendement op die portefeuille bedroeg in 2015 -7,6 miljard euro. U leest het goed, er staat een min voor het cijfer. En het wordt nog erger. In de eerste negen maanden van 2016 liep de return terug tot -9,8 miljard euro. Dat is een rendement van ongeveer -4 procent. Dag Jan.

Zelfs in deze tijden van lage of negatieve rentevoeten op korte termijn is dat een abominabel slecht resultaat. Dat is 9,8 miljard euro koopkracht die naar het buitenland lekt. We sparen ons letterlijk arm. Als de regering 100 miljoen euro koopkracht afroomt, staat het kot in brand, maar van deze miljardentransfer naar het buitenland ligt geen hond wakker. Ten onrechte.

De vraag is uiteraard waarom we zulke slechte beleggers zijn. De aap zit vooral verscholen bij de directe buitenlandse investeringen. Dat zijn overzeese investeringen in nieuwe fabrieken, nieuwe ondernemingen of participaties in bestaande buitenlandse bedrijven. Daar vallen de vetste rendementen te rapen, maar de Belgen blinken er uit door afwezigheid, terwijl een relatief groot aantal buitenlandse ondernemingen daar wél veel geld verdient. Door het negatieve saldo in de directe buitenlandse investeringen, dragen we jaarlijks 2 procent van ons inkomen af aan het buitenland.

De Belgen zijn de slechtste beleggers ter wereld

Het contrast met de buurlanden is schril. Zij tellen meer directe investeringen in het buitenland dan omgekeerd en boeken ook nog eens een hoger rendement op hun buitenlandse investeringen. Op elke 100 euro die wij over de grenzen investeren, ontvangen we een jaarlijks dividend van 2,5 euro. Nederland, Duitsland en Frankrijk incasseren grofweg het dubbele, onder meer omdat ze ook op de ontluikende markten zaken durven te doen. Nederland spant de kroon en investeert voor 100 miljard euro meer in het buitenlandse ondernemingen dan omgekeerd. Dat leverde onze noorderburen in 2016 en extra inkomen van 3,6 procent van het bbp op. De Nederlanders zijn de renteniers van de wereld. De Belgen zijn de mecenassen. Het is een dure Belgenmop.

Het ontbreekt de Belgen dus een portie lef. In plaats van onze spaaroverschot te investeren in risicovollere maar beter renderende buitenlandse bedrijvigheid, verkiezen we brave deposito’s of leningen. De buitenlandse banken met grote Belgische dochters – BNP Paribas Fortis en ING België – doen dienst als pomp. Ze draineren het goedkope spaargeld naar het buitenland. Eind 2015 ging het om 87 miljard euro.

Wij, Belgen, financieren op die manier zo goed als gratis de economie en de buitenlandse investeringen van Frankrijk en Nederland. Ons beleggingsprofiel maakt ons rendement bovendien heel gevoelig voor het expansieve beleid van de Europese Centrale Bank en voor nieuwe onrust op de obligatiemarkten of zelfs een eurocrisis, mocht Marine Le Pen de president van Frankrijk worden.

De verliezen op de buitenlandse beleggingsportefeuille maken we intussen goed met een overschot op de handelsbalans. Met hard labeur compenseren we onze voorzichtigheid. Typisch Vlaams zeker? De kentering op de handelsbalans is te danken aan de daling van de olieprijs, maar ook de aantrekkende export helpt. De verbetering van de concurrentiepositie van de bedrijven is zonder twijfel de grootste verdienste van de regering-Michel, al is die strijd nooit gestreden zolang de Belgische inflatie structureel hoger ligt dat in de buurlanden. In de periode 2006-2016 zijn de Belgische prijzen 7 procent meer gestegen dan in de buurlanden. Dat inflatieverschil zou in 2017-2018 verder toenemen, waarschuwt de Europese Commissie. De koopkracht van de 260 miljard euro Belgisch spaargeld wordt intussen opgegeten door een negatieve reële rente, wat de stelling onderschrijft dat de Belgen de slechtste beleggers ter wereld zijn.

De Nederlanders zijn de renteniers van de wereld. De Belgen zijn de mecenassen.

De regering kan daar wat aan doen. Via de fiscale voorkeursbehandeling van spaargeld subsidieert de overheid de trektocht van het spaargeld naar het buitenland en straft ze risicogedrag dat tot hogere rendementen kan leiden. De aanhoudende stiefmoederlijke behandeling van risicokapitaal is de grootste ontgoocheling van de regering-Michel. Dat kost ons een fortuin aan negatieve rendementen op onze buitenlandse spaarpot. Pas dat beleid aan. Het kan ons op termijn een pak koopkracht opleveren.

Partner Content