Complexiteit fiscale fraude verantwoordt niet-verjaring

© belga

De Gentse parketmagistraat Kristof Lammens pleit in het Rechtskundig Weekblad voor een wetswijziging die de verjaring in de meeste fiscale misdrijven feitelijk onmogelijk maakt.

Dat doet hij in eigen naam in een commentaar op een arrest van het Grondwettelijk Hof. Dat bevestigt de rechtspraak van Cassatie die het gebruik van vervalste documenten beschouwt als een voortdurend fiscaal misdrijf.

Cassatie redeneert dat de verjaring voor het gebruik van fictieve facturen pas begint te lopen als de vennootschap de aanvullende aanslag ter compensatie van dit misdrijf betaalt. Dus niet na het misdrijf of de ontdekking ervan. “Dit betekent dat er feitelijk geen verjaringstermijn bestaat”, redeneert Luc Demeyere van het Antwerpse advocatenkantoor contrast. “Als het parket fraude vermoedt, heeft het ruim de tijd dit te onderzoeken. De verjaring start pas als de belastingplichtige de verschuldigde sommen betaalt. Dit is een aanfluiting van alle rechtsregels.”

Lammens, die in Gent de fiscale dossiers behandelt, verdedigt dit door een uitgebreide definitie van het ‘gebruik’ van valse stukken. Maar ook omdat fiscale fraude maatschappelijk onaanvaardbaar is door “de enorme verliezen” voor de schatkist. Tijdrovende fiscale onderzoeksmaatregelen leiden tot “omvangrijke dossiers” waardoor bij de behandeling voor de strafrechter “de feiten vaak al relatief oud zijn”. Toch vraagt hij een wetswijziging die deze rechtspraak verankert om “uitvoerige discussies” in de rechtbank voortaan te vermijden.

Advocaat Luc Demeyere: “In feite vraagt hij een premie voor de inertie. Het parket heeft de handen vrij om fiscale dossiers te laten aanslepen. Bepaald niet bevorderlijk voor de rechtszekerheid.”

H.B.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content