De aandelenhandel in China stond dinsdag opnieuw onder druk, maar minder dan een dag eerder. Toen werd de handelssessie zelfs vroegtijdig beëindigd. Dat gebeurde omdat de koersen te hard daalden, waardoor 590 miljard dollar aan beurswaarde verdampte.
De handel dinsdag verliep zeer beweeglijk. De toonaangevende CSI 300-index, die bestaat uit de driehonderd belangrijkste bedrijven die zijn genoteerd aan de beurzen in Shanghai en Shenzhen, stond tussentijds 2,2 procent in de min.
Overheid grijpt in
Een ingreep van de Chinese overheid, die naar verluidt via eigen fondsen lokale aandelen kocht om een verdere neergang tegen te gaan, maakte weinig indruk op beleggers. Verder liet de Chinese toezichthouder op de financiële markten informeel weten het einde van een tijdelijke verbod op de verkoop van aandelen door grootaandeelhouders van bedrijven, tot na deze week uit te stellen.
“De duikeling van maandag heeft het vertrouwen van beleggers beschadigd en marktherstel zal waarschijnlijk niet snel terugkeren”, aldus een fondsmanager. Kenners waren verder verdeeld over de nieuwe regels op de beurs om de handel stil te leggen, een maatregel die juist was ingevoerd om paniek op de markten te voorkomen. Zo wordt de sessie een kwartier gestaakt als de CSI 300 5 procent verliest. Bij een min van 7 procent wordt de handel voor de rest van de dag beëindigd.
Ook in de rest van Azië kleurden de koersenborden wederom rood, maar beduidend minder dan op de eerste handelsdag van het jaar. De Nikkei in Tokio eindigde 0,4 procent lager terwijl de Hang Seng in Hongkong 1 procent kwijtspeelde. Deze indices gingen maandag nog meer dan 3 procent achteruit. De beurs in Seoel herstelde wel en won 0,6 procent, na een min van ruim 2 procent een dag eerder. (Belga/NS)
