De heropleving van de Chinese vastgoedmarkt zet door. Een lage rente en incentives blijken vruchten af te werpen.
De vastgoedprijzen in China zijn in juli in 49 van de 70 steden gestegen, blijkt uit cijfers van het Nationaal Bureau voor Statistiek. Er is sprake van de grootste toename sinds mei. In juni werd al een stijging vastgesteld in 25 steden.
In Peking nam de prijs van nieuwe woningen sinds juni toe met 0,3 procent, in Guangzhou met 0,2 procent. Prijzen in Shanghai en Shenzhen bleven ongewijzigd.
Dat het vastgoed weer in de lift zit, is een gevolg van de renteverlagingen – twee in twee maanden tijd – die de Chinese centrale bank doorvoerde. Een andere verklaring ligt bij de ‘incentives’ die voor kopers van een eerste woning werden gelanceerd. Die kopers kregen onder meer de mogelijkheid om een goedkopere hypotheeklening af te sluiten.
Een heropleving van de vastgoedmarkt zou de Chinese centrale bank mogelijk kunnen aansporen af te zien van een verdere versoepeling van het monetaire beleid.
“Stijgende vastgoedprijzen zullen een rem zetten op verdere doortastende ingrepen van de centrale bank”, aldus Zhang Zhiwei, hoofdeconoom bij Nomura Holdings Inc in Hong Kong. “De overheid zal zich nu richten op een beleid dat een vastgoedzeepbel moet voorkomen”, voegde hij eraan toe. Dat zou kunnen betekenen dat de belasting op vastgoed in meer steden wordt verhoogd.
De Chinese economie groeide in het tweede kwartaal met 7,6 procent tegenover dezelfde periode een jaar eerder. De toename van het bbp was de kleinste in drie jaar tijd; een gevolg van een krimpende uitvoer en een afnemende binnenlandse vraag. (BO/Bloomberg)
