China moet op zoek naar een nieuwe groeimotor

© belga

China heeft het in 2012 economisch minder goed gedaan dan verwacht. De groei bedraagt wellicht ongeveer 7,5 procent, een stuk minder dus dan 9 à 10 procent tussen 2009 en 2011. Voor 2013 verwacht het IMF een licht herstel, richting 8,2 procent.

China heeft het in 2012 economisch minder goed gedaan dan verwacht. De groei bedraagt wellicht ongeveer 7,5 procent, een stuk minder dus dan 9 à 10 procent tussen 2009 en 2011. Voor 2013 verwacht het IMF een licht herstel, richting 8,2 procent.

De jongste cijfers lijken erop te wijzen dat de Chinese economie een zachte landing maakt. De industriële productie slabakte bijna een jaar lang, maar de jongste tijd is er enig herstel. Toch zal de officiële groei in 2012 welllicht onder 8 procent uitkomen. Een van de pijnpunten van de Chinese economie is echter de betrouwbaarheid van de cijfers. Indirect bewijsmateriaal (zoals het dalende elektriciteitsverbruik en de met grondstoffen volgestouwde pakhuizen) doet vermoeden dat het met de economie veel slechter gaat dan China ons wil wijsmaken en dan wat wij te graag willen geloven.

China is dringend op zoek moet naar een nieuw duurzaam groeimodel, gebaseerd op interne consumptie en veel minder op export en investeringen in productiecapaciteit en infrastructuur. De recessie van 2008-2009 maakte eigenlijk al een einde aan het Chinese groeimirakel, maar de Communistische Partij verlengde het feestje nog even door massaal krediet in de economie te pompen. Dankzij nieuwe snelwegen zonder verkeer en nieuwe fabrieken zonder klanten bleef China groeicijfers van 10 procent en meer publiceren. De factuur voor zoveel onbezonnenheid viel vrij snel in de bus: eerst een vastgoedzeepbel in de steden en een oplopende inflatie, nu een pak slechte kredieten en overcapaciteiten die inhakken op de bedrijfswinsten.

Een nieuw groeimodel vergt grote hervormingen: meer marktwerking, betere bescherming van de eigendomsrechten, meer transparantie, betere sociale zekerheid. Het betekent dat de Communistische Partij macht moet afstaan, maar dat is allesbehalve vanzelfsprekend. Xi Jinping, de nieuwe leider van de Partij en dus van China, staat dan ook voor een grotere opdracht dan zijn voorganger Hu Jintao.

Het gemakkelijkste deel van het groeitraject is afgelegd en steunde hoofdzakelijk op massale export naar Europa en de VS, met dank aan de goedkope arbeidskrachten. De voorbije jaren zijn de lonen echter spectaculair gestegen. Dat is goed nieuws voor de binnenlandse consumptie, maar aan de keerzijde is China voor een aantal goedkope producten stilaan te duur geworden. Landen als Vietnam profiteren daarvan.

De omschakeling kan ook in 2013 voor groeipijnen zorgen. De Communistische Partij zal alleen overleven als ze voldoende Chinezen een toenemende welvaart kan bieden, maar daarvoor zijn economische hervormingen noodzakelijk.

Danny Reweghs

Partner Content