De Italiaanse langetermijnrente klimt maandag tot 6,5 procent, wat een record is sinds het ontstaan van de eurozone. Op de beursvloer overheerst de onrust over het land van Berlusconi tot geruchten over zijn vertrek de ronde doen.
Italië had het maandagmorgen verkorven bij de belegger, die een forse rente eiste bij de aankoop van staatsobligaties voor een termijn van tien jaar. De rente op staatspapier voor een periode van tien jaar liep maandag op tot 6,543 procent tegenover 6,371 procent afgelopen vrijdag, een abosluut record sinds de oprichting van de eurozone in 1999. Ook het verschil met de rente die Duitsland moet betalen op staatspapier, de zogenaamde spread, klom tot een recordhoogte.
Begrotingstekort
De forse rente waarmee Italië af te rekenen krijgt, is een gevolg van de belabberde economische vooruitzichten van het Zuid-Europese land. Op de G20-top in Cannes werd vorige week overigens overeengekomen dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Europese Commissie strikt gaan toezien op het huishouden van de regering-Berlusconi. Met name het begrotingstekort moet drastisch worden ingeperkt.
Analisten zien in de Italiaanse situatie steeds meer gelijkenissen met de neergang van Griekenland, met dat verschil dat de Italiaanse de derde economie van de eurozone is en dus een grotere bedreiging voor de toekomst van de muntunie vormt. Het wordt afwachten of premier Berlusconi dinsdag een nieuwe vertrouwensstemming in het parlement overleeft.
Milaan veert op door Berlusconi
Maandag leed niet enkel het Italiaans staatspapier onder de onrust rond de toekomst van het Zuid-Europese land, ook op de aandelenmarkten bleek somberheid aanvankelijk troef. Maandagmorgen moest de EuroStoxx50 al 2 procent prijsgeven. In Milaan liep het verlies vrij snel op tot -2,3 procent, maar na de middag kwam er een kentering en noteerde de index plots 2 procent in het groen. De kentering kwam er door geruchten over een mogelijk exitscenario voor de Italiaanse premier. Berlusconi liet maandagnamiddag zelf al weten dat geruchten over zijn vertrek ongegrond zijn. De beurs van Milaan kon ondanks de ontkenning van de premier in ieder geval 1,32 procent hoger afklokken tot 15.548,94 punten.
De Bel20 op Euronext Brussel zakte maandag met 0,06 procent tot 2.080,86 punten nipt in het rood. KBC kreeg een klap van 5,27 procent tot 13,48 euro, terwijl Dexia 2 procent winst boekte tot 0,44 euro.
De beurs van Tokio reageerde afwachtend op de ontwikkelingen in de eurozone met een lichte terugval van 0,39 procent. De Nikkei-index zakte 34,31 punten lager tot 8.767,09 punten.
Weinig bemoedigend nieuws kwam er maandag van de analisten van zakenbank JP Morgan, die er geen twijfel over laten bestaan dat de eurozone regelrecht op een zware recessie afstevent. BO
