Belgische industrie blijft te duur

© reuters

België blijft wereldwijd een van de duurste landen om de industrie draaiende te houden. Dat blijkt uit een studie van de Boston Consulting Group die de industriële productiekosten tegen het licht houdt..

Om te beginnen stelt de Boston Consulting Group over de afgelopen tien jaar opmerkelijke verschuivingen vast wat de wereldwijde productiekosten betreft. Zo is Mexico goedkoper geworden dan China, is het Verenigd Koninkrijk de goedkoopste producent van West-Europa en blijken veel groeilanden – bekend om hun lage lonen – niet langer goedkoper dan de Verenigde Staten.

Belgie verleist terrein

Volgens de vergelijkende studie van de Boston Consulting Group blijven de productiekosten in België niet alleen te hoog, maar verliest ons land bovendien verder terrein in vergelijking met andere landen.

De studie vergelijkt loon- en energiekosten, productiviteitstoename en wisselkoersen tussen 2004 en 2014 van de 25 grootste goederenexporterende landen.

De gemiddelde productiekosten voor de Belgische industrie namen toe met 6 procent in vergelijking met de VS. Die toename is volgens de Boston Consulting Group niet enkel te wijten aan de hogere loonkosten, maar ook aan de stijgende energie- en vastgoedkosten. Niet enkel België kampt met een dure indsutrie, maar ook Zweden (+7 procent), Frankrijk (+9 procent), Zwitserland en Italië (beide +10 procent) zien de kosten toenemen in vergelijking met wereldleider VS.

Verenigd Koninkrijk en Nederland winnen terrein

Terwijl België een van de duurste landen blijft, zijn het Verenigd Koninkrijk en Nederland erin geslaagd hun productiekosten in toom te houden in vergelijking met de VS. Daardoor nemen beide landen een gunstiger positie in tegenover andere uitvoerende landen in West- en Oost-Europa.

De VS slaagden erin de productiekosten op peil te houden dankzij een daling van de aardgasprijzen met 50 procent. Dat is een gevolg van de grootschalige productie van schaliegas sinds 2005.

Om de vergelijkende studie wat beter te duiden bracht de Boston Consulting Group landen onder in vier categorieën.

– ‘Under pressure’ (lagelonenlanden die hun concurrentiepositie gewijzigd zien door verschillende factoren): Brazilië, Rusland, China, Polen en Tsjechië

– ‘Losing ground’ (relatief ‘dure’ landen waarvan de conurrentiepositie onder druk blijft door gebrek aan productiviteit en toenemende energiekosten): Frankrijk, België, Italië, Zwitserland en Zweden.

– ‘Holding steady’ (landen die hun concurrentiepositie min of meer op peil houden tegenover de ‘wereldleiders’): Nederland, India, Indonesië, Verenigd Koninkrijk

– ‘Rising stars’ (landen met toenemende competiviteit in vergelijking met andere landen, beperkte toename van de loonkosten, stabiele productiviteit en gunstiger energiekosten): Verenigde Staten, Mexico

(BO)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content