De arbeiders aan de assemblageband in de drie grote Belgische autobedrijven zijn 5 procent duurder dan hun Duitse collega’s. Maar het verschil verkleinde in vergelijking met twee jaar terug. Toen was er nog een kloof van 10 procent.
Dat blijkt uit de nieuwe loonvergelijking van de taskforce Automotive van Agoria. De sectorfederatie voor de technologische ondernemingen doet elk jaar een vergelijking van de lonen in de drie grote Belgische autoassemblagebedrijven – Audi Brussel, Ford Genk en Volvo Gent – met de assemblagebedrijven in Duitsland. Het is volgens Agoria bijzonder belangrijk dat de Belgen goedkoper zijn.
Er zijn twee redenen voor de lagere lonen in België. De lastenverlaging op ploegenarbeid geeft een verschil van 7 procent. Daarnaast is er een bijkomende correctie van 10 procent door de loonmatiging via de doorstart van Volkswagen Vorst naar Audi Brussel, en het akkoord bij Ford Genk. In ruil voor loonmatiging mag de grootste werkgever in de provincie Limburg tot 2020 nieuwe modellen bouwen van Galaxy, Mondeo, en S-Max. Desondanks verkleinde de loonkloof met Duitsland van 10 procent in 2010, naar 5 procent begin 2012. Daarin speelde de indexering een grote rol. (W.R.)
