Het begrotingstekort in ons land bedroeg eind 2011 3,7 procent van het bbp, de overheidsschuld 98,2 procent. Dat meldt het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR).
Volgens het rapport van de INR zijn de tekorten van alle Belgische overheden licht gedaald van 3,8 procent in 2010 tot 3,7 procent in 2011.
De federale overheid noteert een tekort van 3,4 procent tegenover 3,0 procent in 2010. De gewesten en gemeenschappen sloten het jaar af met een tekort van 0,2 procent van het bbp, terwijl de rekeningen van de lokale overheden in evenwicht bleven.
De primaire uitgaven – zonder intrestlasten – namen met 0,5 procent van het bbp toe tot 49,8 procent van het bbp. De rentelasten liepen met 0,1 procent terug tot 3,3 procent van het bbp. De ontvangsten stegen met 0,5 procent tot 49,4 procent van het bbp.
De stijging van de primaire uitgaven is vooral een gevolg van de overige kapitaaluitgaven en de sociale uitkeringen. Die eerste categorie werd vorig jaar beïnvloed door de beslissing tot een begeleide vereffening van de Gemeentelijke Holding.
De overheidsschuld noteerde vorig jaar een toename met 2,0 procent ten opzichte van 2010 en sloot af op 98,2 procent. Behalve het financieringstekort is die toename mede een gevolg van factoren als de financiering voor de aankoop van de Dexia Bank België en de leningen die werden toegekend aan het noodlijdende Griekenland, Ierland en Portugal. (Belga/BO)
