België nog geen doelwit van speculanten

De speculanten nemen de Belgische staatsobligaties wel eens in het vizier, maar durven de trekker niet over te halen. Nog niet?

Voor de financiële speculanten is België het Griekenland aan de Noordzee nog niet. Het extra rendement ten opzichte van Duits staatspapier dat beleggers vandaag eisen op Belgisch staatspapier, valt heel goed mee. Ook de premie die beleggers op de markt moeten betalen om zich te verzekeren tegen een Belgische schuldencrisis blijft vrij laag.

Belgisch papier wordt niet overgoten door een Grieks crisissausje, hoewel België nog kampt met een hoge staatschuld, aankijkt tegen een behoorlijk begrotingstekort en door een zware sanering moet om de staatsfinanciën weer op het juiste spoor te krijgen. Maar hoe lang geniet dit land nog van deze voorkeursbehandeling? Of vrezen speculanten terecht dat ze de tanden stuk zouden bijten op Belgisch papier?

Hier en daar durven obligatiehandelaren (zoals onlangs UBS en Nomura deden) wel eens de naam België te laten vallen als doelwit. En onlangs noemde de Amerikaanse fondsbeheerder GaveKal de Belgische overheidsobligaties de duurste in het eurogebied. Anders gezegd: de Belgische langetermijnrente is te laag gegeven de risico’s die beleggers lopen. De analyse van GaveKal vertrekt van de vaststelling dat in het eurogebied de rentevoeten op tienjarig overheidspapier grotendeels het eindresultaat zijn van drie factoren: de schuldenlast, de inspanning die nodig is om het tekort weer onder de 3 procent te brengen en een liquiditeitspremie.

Deze drie factoren verklaren grotendeels de renteverschillen die de meeste Europese landen vertonen ten opzichte van het Duitse papier. Uit deze analyse komen de Belgische obligaties als de duurste te voorschijn. Volgens GaveKal zou het Belgische papier verhandeld moeten worden tegen koersen vergelijkbaar met Oostenrijks of Italiaans staatspapier. Dat impliceert dat de Belgische rentevoeten 50 basispunten moeten stijgen. “Maar met de nog oplopende Belgische staatsschuld en de diepe crisis van het Belgische banksysteem, zien we weinig reden om Belgisch papier in portefeuille te houden. Verkoop dat papier”, klinkt het advies van GaveKal.

Gratis lunch

Deze kritische geluiden vonden voorlopig weinig weerklank op de markten. “België verschijnt zelden in de lijstjes van landen die het moeilijk kunnen krijgen met hun schuldpositie. We zijn nog geen doelwit”, zegt Peter Wuyst van de KBC Marktenzaal. Toch blijft het uitkijken, zegt Ivan Van de Cloot, hoofdeconoom van Itinera. “De markten hebben jaren zitten slapen. Griekenland of Spanje hebben nooit een alarmsignaal gekregen dat het tekort op hun lopende rekening te hoog opliep of dat hun concurrentiekracht afbrokkelde. Deze landen kregen een gratis lunch van de obligatiemarkten in de vorm van te lage rentevoeten. De disciplinerende werking van de markt wordt dus schromelijk overschat.”

België blijft kwetsbaar voor speculatie omdat het dit jaar een pak geld moet ophalen. Om het tekort te financieren en om de schuld die vervalt te herfinancieren, moet de Belgische overheid dit jaar ongeveer 43 miljard euro lenen. Als de markt daarop 50 basispunten extra rente zou eisen (zoals GaveKal dat eist), dan zou dat de schatkist jaarlijkse ruim 200 miljoen euro aan extra rentelasten kosten. Het zou dus lonend zijn om in de gratie van de beleggers te blijven.

Die gratie is er nog. De Belgische regering moet weliswaar een stevige budgettaire sanering op het getouw zetten, maar dit land geniet nog altijd van de nodige geloofwaardigheid dankzij de succesvolle sanering in de jaren negentig. Een ander groot en vaak onderschat wapen van België om de speculanten buiten de grenzen te houden, is de enorme spaarpot van de Belgische gezinnen.

De Belgische overheid mag dan diep in de schulden steken, maar dankzij het goed gevulde spaarpotje van de burgers heeft België als geheel (private plus publieke sector) meer activa dan schulden. België heeft daardoor per saldo geld tegoed van het buitenland (110 miljard euro eind 2008 of 30 % van het bbp) en dus is ons land niet afhankelijk van buitenlandse financiers. Integendeel, België speelt bankier voor het buitenland.

D.K.

“Pas als het echt misgaat, volgt er een scherpe reactie, zoals Griekenland mocht ondervinden” Ivan Van de Cloot, Itinera

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content