België belast zijn bedrijven nog altijd heel zwaar

© Belga
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

De hervorming van de vennootschapsbelasting doet de fiscale druk op de bedrijven tegen 2020 dalen van 57,1 naar 55 procent. Al zit België daarmee nog altijd in de top van het Europese peloton. Dat blijkt uit de jaarlijkse studie Paying Taxes van de consultant PwC

Wereldwijd daalt de fiscale druk al een tijd, ook in de Europese landen. De nieuwste versie van Paying Taxes, een jaarlijkse studie van de consultant PwC die de fiscale druk in 190 economieën analyseert, bevestigt die trend.

In 2004 bedroeg de belastingdruk voor bedrijven (lasten op arbeid, winst- en vermogensbelastingen) wereldwijd nog 53,3 procent. Ondertussen is die gedaald naar 41,6 procent. In Europa (de Europese Unie plus de EFTA-landen Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein) was er een daling van 46,9 in 2004 naar 40,9 procent vorig jaar.

België volgt die trend maar in zeer beperkte mate. In 2004 bedroeg de fiscale druk in ons land 60,1 procent. Vorig jaar kwam die uit op 57,1 procent, na Frankrijk de hoogste van Europa (zie grafiek Belgische fiscale druk blijft zeer hoog).

Dat cijfer is in tien jaar – op 2007 (55,9%) en 2008 (55,2%) na – nooit onder 57 procent gezakt. Er is wel een duidelijke daling in vergelijking met 2015: toen klokte de fiscale druk af op 58,7 procent. De afname met 1,6 procentpunt is de sterkste sinds 2007.

“Dat is een gevolg van de daling van de socialezekerheidsbijdragen, een onderdeel van de taxshift”, weet Patrick Boone, managing partner Tax & Legal Services bij PwC. “Maar de kloof met het Europese gemiddelde is groot.”

Het gros van de fiscale druk wordt nog altijd gegenereerd door de zware lasten op arbeid, zo’n 46,2 procent. Al zijn die door de taxshift wel gedaald, want ze bedroegen de voorbije jaren eerder 49 procent of meer. De rest van de fiscale druk komt grotendeels van de vennootschaps- en vermogenswinstbelastingen.

Investeerders kennen België weer

In de cijfers van PwC is het effect van de lagere vennootschapsbelasting uiteraard nog niet opgenomen. De eerste onderdelen van die hervorming gaan pas vanaf 2018 in. In een eerste fase daalt het tarief van 33,99 procent naar 29 procent om vanaf 2020 verder te zakken naar 25 procent. Voor kmo’s daalt het gunsttarief van 25 naar 20 procent.

“We werken aan een simulatie van het effect van die hervorming. De belastingdruk zal wellicht verder dalen met 2 procentpunt naar 55 procent in 2020”, voorspelt Boone.

“Niet enkel door de hervorming van de vennootschapsbelasting, maar ook door de verdere taxshift. Met een fiscale druk van 55 procent zit België nog altijd in het Europese koppeloton, ver verwijderd van het Europese en wereldwijde gemiddelde. En dan weten we nog niet wat de andere landen de komende jaren doen.”

De nieuwe Nederlandse regering heeft beslist de vennootschapsbelasting te verlagen richting 21 en 16 procent, afhankelijk van de omvang van het bedrijf. Toch zou het fout zijn schamper te doen over de Belgische hervorming, vindt Boone.

“De daling van het tarief is psychologisch belangrijk, België komt opnieuw op de shortlist van investeerders terecht.”

Ook gerichte maatregelen zoals de DBI-aftrek zetten België op de kaart. De deelnemingsvrijstelling voor ontvangen dividenden wordt verhoogd van 95 naar 100 procent. Daardoor kunnen dividenden die een Belgische vennootschap ontvangt van haar dochters volledig vrijgesteld worden, wat de aantrekkelijkheid van België voor holdings ten goede moet komen.

Boone: “Die hervorming is natuurlijk slechts een begin. Er moet nog meer gebeuren, met de focus op lagere tarieven en een bredere basis.”

Tegelijk geeft hij een waarschuwing: “In welke mate zal de afbouw van een aantal aftrekken het verhaal niet volledig uithollen? De maatregelen rond de ATAD-richtlijn (de Europese richtlijn tegen belastingontwijking, nvdr) zullen dezelfde zijn in andere landen en dus wellicht een zero sum game. Met de fiscale consolidatie (bedrijven tellen de winsten en verliezen van dochterbedrijven samen en moeten enkel op het totale bedrag belastingen betalen, nvdr) komt België in lijn met andere landen. Maar wat met de minder aantrekkelijke notionele-intrestaftrek en de minimumbelasting voor vennootschappen met een winst hoger dan 1 miljoen euro? Al zou die minimumbelasting volgens ons slechts een impact hebben op 5 procent van de belastingplichtigen.”

Meer fiscale zelfregulering

De Paying Taxes Survey besteedt ook aandacht aan de zogenoemde time to comply. Dat is het aantal uren dat een bedrijf nodig heeft om aan alle fiscale verplichtingen te voldoen. In België besteedt een bedrijf gemiddeld 136 uren aan compliance, een cijfer dat de voorbije jaren stabiel is gebleven. Ons land scoort daarmee beter dan het Europese gemiddelde (161 uren), al daalt dat al een tijd. Het Belgische cijfer houdt ook nog geen rekening met recente nieuwe verplichtingen, zoals documentatie over transfer pricing.

“Die betere Belgische score mag niet tot zelfgenoegzaamheid leiden”, waarschuwt Boone.

“Hoe behandelen we investeerders zodra ze hier zijn? Dat bepaalt ook het imago van een land. België heeft een aantal sterke punten zoals de rulingaanpak, maar we zien toch een internationale trend naar zelfregulering van de belastingplichtigen. We kunnen leren van het buitenland. In Spanje worden dagelijks realtime audits doorgevoerd om de werking van de fiscus te verlichten. In België start nu wel een proefproject rond zogenaamde horizontale monitoring. Dat moet de zelfregulering bij bedrijven versterken en op termijn tot minder fiscale controles leiden. De digitalisering van fiscale aangiftes kan beter. Er is Tax-on-Web, maar voor alles wat met bedrijfsfiscaliteit te maken heeft is het instrumentarium nog te beperkt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content