Beleggersrisico: duisterheid blijft de regel

© belga

Er blijven grote vragen over de manier waarop beleggers ingelicht worden over de risico’s die ze lopen.

Ruim drie jaar na het uitbreken van de kredietcrisis leerden we de voorbije dagen, alweer, een bizarre les over ons bankwezen. De les draait om het verschil tussen het prospectus van een beleggingsproduct, en de informatie- of productfiche die de bank ter beschikking stelt aan wie niet over het geduld of de technische kennis beschikt om een – vaak Engelstalige – prospectus van 200 pagina’s door te ploegen.

Gestructureerde obligatieproducten
Begin 2008 bracht KBC een aantal zogenaamde ‘gestructureerde obligatieproducten’ op de markt onder de naam ‘5-5-5’: het ging om obligaties met een looptijd van vijf jaar, met een coupon van vijf procent (bruto) en gebaseerd op de overheidsobligaties van vijf landen: België, Frankrijk, Spanje, Italië en Griekenland. De recente problemen met Griekenland en de vele vragen over Italië en ook Spanje, en zelfs over België, hebben veel kopers van de 5-5-5-producten de gordijnen ingejaagd. Want ‘in het geval van een kredietgebeurtenis’ – lees: mocht een van de betrokken landen in staking van betaling gaan op zijn overheidsschuld – zouden de KBC-obligaties slechts met verlies worden terugbetaald.

Nu heeft KBC vorige week beslist om de klanten die deze producten destijds kochten, uit de onzekerheid te halen. Zelfs als een van de genoemde landen zijn schuld niet terugbetaalt, zal KBC de oorspronkelijke investering van de klanten toch terugbetalen, zij het na verrekening van de intussen betaalde coupons.

Prospectus
Toch blijven er grote vragen. Met name over de manier waarop beleggers ingelicht worden over de risico’s die ze lopen. Het prospectus van de 5-5-5-obligaties was destijds in het Engels gesteld en uitgegeven in Luxemburg. Om die reden werd het document gecontroleerd door de Luxemburgse autoriteiten. In de tekst van het prospectus werden de obligaties beschouwd als beleggingen met een hoog risicogehalte, niet geschikt voor elke belegger. Dat is heel iets anders dan wat er, in het Nederlands, in de productfiche stond, die geïnteresseerde klanten doorgaans makkelijker doornemen dan het officiële prospectus. In de productfiche noemde KBC de 5-5-5-obligaties ‘defensieve beleggingsproducten’. Dat wil zeggen: geschikt voor wie niet van risico houdt.

FSMA
Ook de productfiche is gecheckt. Door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, de FSMA. Die is namelijk onder meer bevoegd voor alle reclameproducten. Woordvoerder Jim Lannoo van de FSMA wijst erop dat de Belgische autoriteiten niet geacht worden het werk van hun Luxemburgse collega’s over te doen wat het prospectus betreft, en ook dat het vergelijken van prospectus en informatiefiche niet tot hun opdracht behoort. Bovendien is het de bank zelf die definieert wat ze als ‘defensief’ beschouwt; in principe vormt dat ook een thema in de verplichte gesprekken die banken met hun klanten moeten voeren. Overigens reageerde de FSMA wel toen het sterke verschil tussen prospectus en infofiche onder haar aandacht gebracht werd; KBC kwam daardoor onder druk om dit dossier niet uit de hand te laten lopen.

Als burger en belegger blijf je toch achter met een wrang gevoel. Zo makkelijk is het dus: wit zeggen in Luxemburg en zwart in België. En alles netjes gecontroleerd. Behalve of het ook steek houdt.

Wat de financiële regelgeving betreft, is er nog veel werk aan de winkel.

Luc Baltussen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content