De ontslagnemende regering-Leterme noteert voor 2010 een begrotingstekort van 4,1 procent van het bbp. Dat is 0,5 procent minder dan het tekort waar de federale regering begin 2011 op had gerekend.
De begrotingscijfers werden donderdag door het Instituut voor Nationale Rekeningen (INR) bekendgemaakt. Daarbij worden de gegevens over het overheidstekort aan de Europese Commissie bezorgd.
Bij het vastleggen van de definitieve begrotingscijfers begin 2011 rekende de ontslagnemende regering van premier Leterme op een tekort van 4,6 procent tegenover een eerder geraamde 4,8 procent die voorzien was in het Europees stabiliteitsprogramma.
Volgens het rapport van het INR komt ons land voor 2010 uit op het resultaat dat in het stabiliteitsprogramma voor 2011 wordt voorzien: namelijk 4,1 procent van het bbp, wat overeenkomt met 14 miljard euro.
De federale overheid draagt de verantwoordelijkheid voor een tekort van 3,1 procent, de gemeenschappen en gewesten zijn goed voor een tekort van 0,7 procent, en de lokale overheden tekenen een tekort van 0,2 procent op. Samengeteld met een tekort van 0,1 procent van de socialezekerheidsinstellingen klokt het begrotingstekort voor ons land af op 4,1 procent.
De overheidsschuld bedroeg eind 2010 96,8 procent van het bpp, wat overeenstemt met een toename met 0,6 procent in vergelijking met 2009.
