De knoop waarin de financiële wereld terechtgekomen is, neemt stilaan gordiaanse proporties aan.
De laatste dagen rijgen de aberraties zich aaneen. Zo blijkt dat grote bedrijven (Pfizer, PSA Peugeot Citroën, Johnson & Johnson) momenteel substantiële bedragen uitlenen aan de bankwereld – in plaats van omgekeerd. Overal in de wereld zitten grote bedrijven namelijk met (samen) honderden miljarden euro’s aan cash.
De banken van hun kant willen hun geld niet uitlenen. Niet aan bedrijven, omdat nieuwe kredieten nieuwe risico’s vormen en de banken onder de verhoogde veiligheidsregels dwingen om extra kapitaal te reserveren. Ook niet aan elkaar of aan landen met schulden, uit angst dat het geld niet meer terugkomt. Een illustratie van deze impasse is dat zowat het hele (enorme) bedrag dat Europese banken onlangs leenden bij de Europese Centrale Bank vrijwel integraal opnieuw bij de ECB geparkeerd wordt.
Een derde aberratie is dat er tegenwoordig zó weinig risicovrij papier op de markt is – voor Frankrijk verloren ook de Verenigde Staten hun AAA-rating – dat er tegenwoordig betaald wordt om in zulk papier (Duitsland, Denemarken, Zwitserland) te mogen investeren. In plaats van omgekeerd. Dat komt omdat fondsbeheerders, alweer vanwege de veiligheidsvoorschriften, verplicht zijn om een deel van hun middelen in veilig papier te investeren.
