In het nakende Fortis-proces eist de gedagvaarde Amerikaanse zakenbank Merrill Lynch zelf 50.000 euro van de gedupeerde beleggers, of circa 10 euro per persoon.
Dat bericht De Tijd. Maandag start voor de rechtbank van koophandel van Brussel het Fortis-proces dat Deminor aanspande. Het advieskantoor eist in naam van 500 grote en 5000 kleine beleggers een schadevergoeding van Ageas (ex-Fortis Holding) en van de banken BNP Paribas Fortis (ex-Fortis Bank) en Merrill Lynch.
Op de agenda staan de pleidooien over de procedurekwesties.
Deminor dagvaardt BNP Paribas Fortis en Merrill Lynch voor hun rol in de kapitaalverhoging van Fortis in september 2007. Die diende voor de financiering van de inlijving van een deel van ABN AMRO. Fortis Bank en Merrill Lynch stonden aan het hoofd van het bankenconsortium dat de operatie leidde. Volgens Deminor hebben ze hun verplichtingen geschonden omdat het uitgifteprospectus misleidend was. De beleggers kregen een te rooskleurig beeld van de blootstelling van Fortis aan Amerikaanse rommelhypotheken.
Tegenaanval
Maar Merrill Lynch, nu een onderdeel van Bank of America, gaat zelf in de tegenaanval en eist 50.000 euro van de procederende beleggers, als vergoeding voor de administratie- en identificatiekosten.
Het kostte veel tijd en mankracht om alle documenten van de Fortis-gedupeerden te verifiëren, is de uitleg.
“De gedupeerde beleggers moesten als bewijs voor hun verliezen al een bankattest afhalen. Ze hebben daar soms voor moeten betalen. En dan eist Merrill Lynch dat ze nog eens voor de dossierkosten betalen? Onvoorstelbaar”, zegt Charles Demoulin, managing partner bij Deminor. (Belga/TV)
