365 dagen hordenloop voor Belgische economie

© belga

Als de boutade klopt dat vertrouwen te paard vertrekt, maar slechts te voet terugkeert, dan heeft de Belgische economie in 2013 een lange en moeizame wandeling voor de boeg.

Als de boutade klopt dat vertrouwen te paard vertrekt, maar slechts te voet terugkeert, dan heeft de Belgische economie in 2013 een lange en moeizame wandeling voor de boeg.

Door de aanslepende eurocrisis en de ontslaggolf in het najaar, met de aangekondigde sluiting van Ford Genk als dieptepunt, is het vertrouwen van de Belgische gezinnen bijna even diep gezonken als in de donkere dagen van 2008, toen de financiële crisis de wereldeconomie naar de rand van afgrond had gedreven. Bij de ondernemers is het beeld gemengder, waarbij vooral de bedrijven afhankelijk van de lokale markten steen en been klagen, maar waarbij de bedrijven die over de grenzen heen zaken doen iets optimistischer gestemd zijn.

Door dit gekelderde vertrouwen kan de economie geen nieuwe start nemen. Consumenten sparen zich te pletter en laten het geld niet rollen omdat ze bang zijn dat ze morgen hun job kwijt zijn, omdat ze weten dat er nog meer besparingen en belastingverhogingen op hen afkomen, en omdat ze na jaren van crisis niet meer weten hoe de goede tijden smaken. Groei zou dan moeten komen van bedrijfsinvesteringen, maar de ondernemingen hebben genoeg aan de bestaande capaciteit om de markt te bedienen. Op de koop toe verscherpen de banken de kredietvoorwaarden, waardoor de investeringen op een nog lager pitje branden, ook in de woningbouw. Dalende huizenprijzen kunnen van 2013 een nog minder prettig jaar maken voor de eigenaars, maar kunnen meer dan een pleister op de wonde betekenen voor aspirant-kopers.

Groei kan komen van stijgende overheidsbestedingen, maar aan die beleidskeuze kan en mag de Belgische overheid zich niet meer wagen, al stijgen de uitgaven voorlopig nog altijd sneller dan het bbp. Blijft een stijgende export over als groeimotor, maar daarvoor moet het eerst bij onze belangrijkste afzetmarkten beter gaan, en dat wil in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Duitsland nog niet goed lukken. De jongste weken priemen er opnieuw wat groeistralen door het Duitse dek, en worden deze opklaringen breder, dan zou de Belgische economie als vanouds het wagonnetje kunnen aanhaken aan de Duitse locomotief. Maar een opnieuw oplaaiende eurocrisis kan dit scenario op elk moment dwarsbomen. Bovendien hypothekeert een aanhoudende loonkostenhandicap onze exportprestaties op langere termijn. Dat onze ondernemingen marktaandeel verliezen op buitenlandse markten is een ernstig alarmsignaal.

Concreet betekent dit dat de Belgische economie ongeveer tot Pasen krimpt, om daarna weer schuchter de groeineus aan het venster te steken. Over heel 2013 moet dat uitmonden in een licht hogere groei. De werkloosheid blijft stijgen en de koopkracht maakt weer een pas op de plaats. En de federale regering mag volgend jaar op zoek naar nog eens 6 miljard euro als ze tegen 2014 het begrotingstekort wil terugdringen tot 1,1 procent van het bbp. Dat wordt een bijzonder moeilijke oefening voor een federale regering die als los zand aan elkaar hangt. De lange schaduw van de moeder van alle verkiezingen van 2014 maakt het extra lastig om een nieuw rondje van belastingverhogingen en besparingen te organiseren. Het federale België houdt mogelijk op te bestaan, niet als er geen federale regering meer kan gevormd worden, maar als er geen federale begroting meer kan gemaakt worden.

Daan Killemaes

Partner Content